Regie en slagkracht nodig in aanpak lerarentekort: bewindslieden stellen taskforce in

01 juli 2020

Onderwijsministers Slob en Van Engelshoven stellen samen met het onderwijsveld een landelijke taskforce in om de aanpak van het lerarentekort te verstevigen. Dat schrijven de ministers in een Kamerbrief naar aanleiding van de aanbevelingen van Merel van Vroonhoven. Zij is vorig jaar aangesteld als onafhankelijk aanjager om te onderzoeken wat er goed gaat en wat er beter kan in de aanpak van het lerarentekort.

Van Vroonhoven constateert dat er veel in gang is gezet om de tekorten aan te pakken en dat de aanpak ook resultaat heeft. Tegelijkertijd stelt zij dat verdere versterking van de aanpak nodig is om het lerarentekort effectief en structureel op te lossen. Als onafhankelijk aanjager doet Van Vroonhoven daartoe diverse aanbevelingen, waaronder:

  • Komen tot een duurzame (regionale) samenwerking tussen onderwijspartijen. Daarbij hoort ook een landelijk dekkend netwerk van regionale verbanden voor de onderwijsarbeidsmarkt, waarin de aanpak voor de personeelstekorten en het ‘Samen opleiden’ samen komen en structureel bekostigd worden.
  • De doelgroep centraal zetten binnen opleidingstrajecten en een betere aansluiting van de opleiding op de praktijk.
  • Meer aandacht voor onderbelichte onderwerpen, zoals de tekortvakken in het voortgezet onderwijs, het betrekken van de beroepsgroep, het onderwijs aan leerlingen in een kwetsbare positie, het behouden van leraren en het tekort aan schoolleiders.
  • Inrichten van een taskforce voor regie en slagkracht die de aanpak intensiveert vanuit een gezamenlijke visie. Binnen deze structuur moeten de noodplannen voor de G5, de ondersteuning Samen opleiden en professionaliseren en de uitwerking van het advies van de Commissie Zevenbergen worden samengebracht.  

 

Steun

De analyse van Merel van Vroonhoven wordt herkend en de aanbevelingen kunnen op hoofdlijnen op steun rekenen van de onderwijsorganisaties die samenwerken aan de Landelijke tafel voor de aanpak van de tekorten. De komende periode worden de voorstellen verder uitgewerkt. Ook worden er voorstellen gedaan die om een wetswijziging vragen. Na de zomer wordt de Tweede Kamer hierover geïnformeerd. De VO-raad is de komende tijd nauw betrokken bij de uitwerking van de voorstellen en aanbevelingen.

De VO-raad onderschrijft de intenties van het advies van Merel van Vroonhoven, die goed aansluiten op de in het discussiestuk Toekomst van ons onderwijs beschreven ambities. Er is meer regie en slagkracht nodig. Bovendien is een sterkere verbinding tussen het landelijk en regionaal niveau van groot belang. Ook is de VO-raad blij met de erkenning dat meer aandacht nodig is voor de tekortvakken in het vo. De oproep voor structurele aanpassingen van het stelsel sluit daarbij aan op de koers van de VO-raad in de aanpak van het lerarentekort.  

Het is tegelijk van groot belang dat de stappen die op belangrijke dossiers zijn en worden gezet niet worden vertraagd door het aan elkaar verbinden van de vele verwante en sectoroverstijgende vraagstukken ten aanzien van de opleiding en professionele ontwikkeling van leraren. Het is daarnaast goed om te merken dat er aandacht wordt gevraagd voor de tekortvakken in het vo.