Roep om meer ruimte voor samenwerking in passend onderwijs houdt aan
05 februari 2020
In het debat werd verwezen naar de recente verzuimbrief, waaruit blijkt dat het aantal thuiszitters gestegen is. Ook minister Slob gaf aan dit frustrerend te vinden. De minister onderstreepte dat alle betrokken partijen zich blijven inzetten om het tij op dit vlak te keren. Zo komt het ministerie van OCW binnenkort met een wetsvoorstel om doorzettingsmacht te regelen en wordt de leerplichtwet aangepast waardoor een vrijstelling '5 onder a' alleen met een onderwijskundige toevoeging kan worden verleend. Ook werken de partners van het thuiszitterspact - waaronder de VO-raad - het komende half jaar met een nieuw actieplan en besluiten zij voor de zomer hoe ze verder willen samenwerken nadat de looptijd van het pact is verstreken.
Onderdeel van het actieplan is helderheid over een landelijk te gebruiken definitie van thuiszitters, om ruis in de cijfers te voorkomen. Minister Slob wil dat de cijfers sneller en maandelijks beschikbaar zijn. Onder andere D66 pleitte in het debat voor jaarlijks te bepalen concrete doelen voor de afname van het aantal thuiszitters.
Samenwerking
Om het aantal thuiszitters terug te kunnen brengen, is belangrijk dat reguliere scholen samen met zorgpartijen en/of het (v)so een onderwijs- en zorgaanbod op maat binnen de school (kunnen) organiseren voor leerlingen. Hoewel steeds meer en beter wordt samengewerkt op dit vlak binnen de regio’s, blijft het in de praktijk echter nog ingewikkeld om tot deze samenwerking te komen, zo concludeerden zowel de Kamerleden als de bewindslieden in het debat. De Kamer drong hierbij opnieuw aan op meer ruimte in de wet- en regelgeving om goede samenwerking in passend onderwijs te kunnen realiseren.
De VO-raad heeft er al eerder voor gepleit om wet- en regelgeving die de samenwerking onderwijs-zorg en vo-(v)so belemmert, te wijzigen. In hun brief in aanloop naar het Kamerdebat pleiten de VO-raad en PO-Raad er ook voor werk te maken van een wet op funderend onderwijs en de schotten tussen regulier en speciaal onderwijs weg te halen. Dat maakt de weg vrij om naar meer inclusievere vormen van onderwijs toe te bewegen.
In dit kader werd in de Kamer ook veel aandacht gevraagd voor de Ernstig Meervoudig Beperkte Leerlingen (EMB). De Kamerleden willen dat er meer helderheid komt over zorg in onderwijstijd voor deze leerlingen: wat mag wel en niet op dit vlak, wie betaalt? etc. Een zorgarrangeur moet gaan helpen om de weg te vinden in de complexe systemen.
Particulier onderwijs
Door het gebrek aan wettelijke ruimte om een passend onderwijs- en zorgaanbod op maat te kunnen organiseren in het reguliere onderwijs, wordt er steeds meer uitgeweken naar particuliere initiatieven. De VVD vroeg in dit kader aandacht voor de mogelijkheid voor hoogbegaafden om particulier onderwijs te volgen op kosten van het samenwerkingsverband. Minister Slob verwees hierbij naar het advies van de Onderwijsraad om de uitbesteding van bekostiging aan particuliere scholen niet wettelijk te regelen. Hierdoor zou de druk van het regulier onderwijs worden weggenomen om te gaan bewegen. De minister en Kamerleden waren het erover eens dat ook hoogbegaafde leerlingen een plek moeten kunnen vinden binnen het reguliere onderwijs.
Eerder dienden de VVD en D66 een aantal moties in met als kern dat de regering samenwerkingsverbanden en reguliere scholen moet oproepen te stoppen met het vragen van een (verplichte) eigen bijdrage aan ouders van hoogbegaafde kinderen, en om een sanctiebeleid op te stellen voor scholen die dit blijven doen. Ook moet de regering samen met swv’en, scholen en ouders werken aan een passend onderwijsaanbod specifiek voor hoogbegaafde kinderen. Deze moties zijn aangenomen door de Tweede Kamer.
Evaluatie passend onderwijs
De Kamerleden kijken uit naar de evaluatie van passend onderwijs, die door minister Slob naar voren getrokken is; in mei wordt de evaluatie opgeleverd en in juni debatteert de Tweede Kamer hierover. Zij gaven hierbij aan aantoonbare voortgang te verwachten op thema’s als basisondersteuning, doorzettingsmacht en leerrecht. De VO-raad heeft, net als de PO-Raad, tijdens zijn ledenvergadering de inbreng voor de evaluatie vastgesteld. In de komende periode worden binnen de vereniging de verschillende scenario’s voor inclusief onderwijs nader besproken.
Tijdens een voortgezet algemeen overleg op 19 februari hebben Kamerleden een aantal moties ingediend. Hierover zal na het voorjaarsreces gestemd worden. De belangrijkste moties:
-
Verzoek aan de regering om met een actieplan te komen om nog voor het einde van de regeerperiode het aantal thuiszitters in ieder geval tenminste te halveren.
-
Verzoek aan de regering om bindende afspraken te maken met alle betrokken partijen over het terugdringen van het aantal thuiszittende leerlingen inclusief jaarlijks te behalen doelen, en de Kamer daarover voor de zomer van 2020 te informeren.
-
Verzoek aan de regering om de huidige thuiszittersproblematiek regionaal in kaart te brengen en te categoriseren naar redenen van thuiszitten en ondersteuningsvraag; En het verzoek om ervoor zorg te dragen dat in samenspraak met betrokken partijen alle dossiers van thuiszitters opnieuw bekeken worden, met als doel het in gezamenlijkheid vinden van een passende plek in ons onderwijs.
-
Verzoek aan de regering om de middelen voor onderwijs en voor ondersteuning en zorg in onderwijs te ontschotten.
-
Verzoek aan de regering om elke regio die verzoekt om een pilot en de daarbij horende regelruimte die gelegenheid te geven, en de mogelijkheid daartoe actief bekend te maken.
-
Verzoek aan de regering om voor de zomer van 2020 een concreet wetsvoorstel rondom de verplichting van samenwerkingsverbanden om een doorzettingsmacht te regelen ter consultatie aan te bieden en voor 1 oktober 2020 naar de Kamer te sturen. En verzoek aan de regering om een overzicht te geven van de concrete resultaten van de aangekondigde versnellingsaanpakken om het aantal thuiszitters te verminderen en de Kamer hierover voor het zomerreces 2020 te informeren.