Rondetafel onderwijshuisvesting: brede steun voor wetsvoorstel, maar nadrukkelijke roep om structurele investering

28 maart 2025

Tijdens het rondetafelgesprek in de Tweede Kamer spraken vertegenwoordigers uit het onderwijs zich positief uit over het wetsvoorstel dat de aanpak van schoolgebouwen structureel moet verbeteren. Tegelijkertijd klonk er een eensgezind en dringend pleidooi: zonder extra structurele middelen blijven de ambities steken in goede bedoelingen.

Annet Dries, vicevoorzitter van de PO-Raad, sprak ook namens de VO-raad. “Heel veel kinderen zouden een moord doen voor zulke mooie gebouwen als deze,” zei ze, verwijzend naar het Kamergebouw. Ze pleitte voor een snelle invoering van de wet en wees op het belang van het integraal huisvestingsplan (IHP) en de wettelijke verankering van renovatie. “Dat voorkomt onnodige kosten en zorgt voor minder discussie tussen gemeente en scholen.”

“Maar wetgeving alleen is niet voldoende,” benadrukte ze.  “We hebben een enorme achterstand. Tot 2050 is er meer dan 30 miljard euro nodig – dat betekent jaarlijks 1,2 miljard extra.” Volgens Dries is de wet waardevol omdat hij gemeenten en scholen verplicht om samen afspraken te maken over de staat van schoolgebouwen en de bijbehorende investeringen.  

Ook andere schoolbestuurders onderschreven haar oproep. Wim Klaassen (Stichting Voorschools en Primair Onderwijs De Linge) benadrukte het belang van voldoende middelen om de wet waar te maken. “Wat wij nu ontvangen is bedoeld voor onderwijs, niet voor de stenen. Ik pleit voor voldoende financiering om de ambities van de wet waar te maken en waar wij voor staan: ruimte voor kinderen, voor professionals, voor eigentijds onderwijs en inclusie.”

Nederland moet zich schamen dat de helft van de schoolgebouwen niet voldoet aan de eisen van deze tijd.

Ewald van Vliet Voorzitter RvB Stichting Lucas Onderwijs

Ewald van Vliet (Stichting Lucas Onderwijs, Den Haag) sprak zelfs van een collectieve nalatigheid. “Nederland moet zich schamen dat de helft van de schoolgebouwen niet voldoet aan de eisen van deze tijd. We laten het na – als Rijk, als gemeenten, als schoolbesturen.” Hij wees op het groeiende tekort aan passende schoolgebouwen, waarvan een groot deel dringend renovatie of zelfs volledige vervanging behoeft. “De voorraad te vervangen gebouwen stapelt zich op, en als we niets doen, schuiven we het probleem alleen maar door naar volgende generaties. Zonder structureel 2,1 miljard extra redden we het niet.”

Ger Boonen, bestuurslid van Stichting voCampus (regio Nijmegen), bracht een ander perspectief. Zijn bestuur ontvangt rechtstreeks geld van de gemeente en werkt al met een eigen IHP. “Voor ons voegt het wetsvoorstel weinig toe,” zei hij, “maar het biedt wél een landelijke basis om langjarige afspraken te maken. En dat is cruciaal.”

In de eerste ronde van het gesprek gaven experts al aan dat de wet op onderdelen moet worden aangepast, maar dat het voorstel in grote lijnen de juiste kant op beweegt. Ook zij benadrukten het belang van een structurele aanpak en voldoende financiële ruimte.

De boodschap aan de Kamer was uiteindelijk unaniem: voer de wet in, maar investeer structureel. “Jullie kunnen in fatsoenlijke gebouwen werken,” zei Annet Dries tot besluit, met een blik richting de Kamerleden. “Dat gun ik onze leraren en leerlingen ook.”

Kamerlid Anita Pijpelink (PvdA-GroenLinks) vatte de teneur samen: “Het probleem is helder – en breed gedeeld. Deze wet kan een eerste stap zijn. Maar zonder extra geld bouwen we geen nieuwe scholen.”