‘Samen opleiden en professionaliseren heeft de toekomst’
16 oktober 2019
Opleidingsscholen zijn partnerschappen tussen scholen en lerarenopleidingen, waarbij wordt samengewerkt aan zowel het opleiden van aankomend leraren, de begeleiding van starters als de verdere professionalisering van leraren. Tijdens hun werkbezoek konden de ministers zelf de toegevoegde waarde hiervan ervaren. De beide opleidingsscholen gaven in een presentatie uitleg over hun visie, organisatie en werkwijze, en de ministers spraken met (alumni-)studenten, werkplekbegeleiders, schoolleiders, lerarenopleiders en bestuurders.
Uit diverse onderzoeken komt naar voren dat samen opleiden zorgt voor goed opgeleide leraren, die - doordat een groot deel van hun opleiding op de werkplek kan plaatsvinden - ook goed zijn toegerust op de praktijk. Renate de Vries, rector Montaigne Lyceum, onderstreepte dit: “Het samen opleiden maakt veel mensen bewust van de theorie uit de lerarenopleiding, maar ook van hun eigen lesgeven.” Ook de studenten benoemden de voordelen hiervan. Rolf Taekema, derdejaars student wiskunde: “Het is heel fijn dat er tijd wordt gemaakt om de lerarenopleiding en de school samen te brengen. En dat niet alleen het gesprek wordt gevoerd over de theorie kennen, maar ook de vraag wordt gesteld hoe je dat dan ziet in je klas.” “Door samen opleiden weet je ook hoe de school draait”, vult Hans Nielsen (student Geschiedenis) aan.
Dit alles maakt de overstap van de opleidings- naar de werkpraktijk ook minder groot, waardoor beginnend leraren minder snel uitvallen. Binnen de opleidingsscholen is ook sprake van goede begeleiding, aldus Jaylene Joval en Meagan Prast, beide docent Engels. Joval: “Het maakt niet uit welk traject je volgt, er wordt altijd voor gezorgd dat je goed wordt begeleid en dat je je niet alleen voelt.” “Samen opleiden geeft daarmee een goed gevoel om te starten als docent”, aldus Prast.
Ook werd genoemd dat het participeren in de partnerschappen vaak leidt tot het ontstaan van lerende gemeenschappen, waarbij betrokkenen vanuit de lerarenopleidingen, scholen en (aankomend) docenten samenwerken aan onderzoek en innovatie, gericht op verdere onderwijsverbetering. Nelleke Belo (lerarenopleider ICLON): “Door samen opleiden ontstaat er een gemeenschap breder dan de school.” Een conclusie die ook minister van Engelshoven trok: “Samen opleiden doet iets met het team en de school in hoe je samenwerkt. Er ontstaat een brede leer- en ontwikkelcultuur.”
Tenslotte werd benadrukt dat het samen opleiden een rol kan spelen in het terugdringen van het lerarentekort. Deze vorm van opleiden kan het aantrekkelijker maken om te kiezen voor het lerarenberoep. “Door het samen opleiden zijn we ook veel collectiever bezig met het lerarentekort”, aldus Johan van Dam (bestuurder Lucas Onderwijs). Rob Fens, directeur Wolfert van Borselen scholengroep: "We willen graag ruimte om buiten de lijntjes te kleuren om het lerarentekort op te lossen. Samen opleiden kan hierbij helpen."
De ministers toonden zich onder de indruk van het concept van samen opleiden en professionaliseren. “Een werkwijze die door iedereen als vruchtbaar wordt ervaren en waar studenten veel profijt van hebben”, aldus minister Slob.
Samen opleiden als koninklijke route: financiële impuls nodig
De vo-sector heeft dan ook de ambitie om het samen opleiden als koninklijke route c.q. norm te maken voor het opleiden van leraren; elke student aan een lerarenopleiding moet hiervan kunnen profiteren. Tegelijkertijd bestaat er ook nog een aantal uitdagingen als het gaat om het verder uitrollen en vormgeven van het samen opleiden en professionaliseren, waarvan de financiering er een is. Scholen en lerarenopleidingen beschikken over te weinig middelen om dit te kunnen organiseren. Om alle studenten op deze manier op te kunnen leiden en om aan kwaliteitsverbetering te kunnen blijven werken, is een financiële impuls vanuit de Rijksoverheid nodig.