Scholen voortvarend bezig met NPO, welbevinden vraagt veel aandacht
13 april 2022
Scholen kiezen vaak voor een combinatie van verschillende interventies uit de menukaart, zo blijkt uit de voortgangsrapportage die vandaag naar de Kamer ging. Veel gekozen interventies in het vo zijn interventies gericht op welbevinden, instructie in kleine groepen en sportieve activiteiten. Schoolleiders en onderwijsprofessionals zien met name het welbevinden van leerlingen positief veranderen als gevolg van de gekozen interventies. Ook oordelen schoolleiders vaak positief over de invloed van het programma op de professionele ontwikkeling van het team. Nagenoeg alle scholen hebben de menukaart gebruikt voor het kiezen van hun aanpak en deze wordt zeer positief gewaardeerd door schoolleiders. Op de omvang van de vertragingen bij leerlingen, de ontwikkeling daarin, en het effect van de lockdown die er eind vorig jaar nog bovenop kwam voor leerlingen en scholen, gaat deze rapportage niet in.
Personeel blijft knelpunt
Ongeveer de helft van de schoolleiders zegt dat het (zeer) veel moeite heeft gekost personeel te vinden voor de uitvoering van de interventies. Dat geldt nog vaker voor scholen met een relatief hoge achterstandsscore. Op het kleine deel van de scholen waar het programma niet goed van de grond komt geven schoolleiders aan dat dit op de eerste plaats komt door het tekort aan personeel. Al eerder bleek het personeelstekort een belangrijk obstakel waar scholen in de praktijk tegenaan lopen. Een deel van de scholen waar het programma nog niet goed loopt geeft daarnaast aan behoefte te hebben aan meer (ontwikkel)tijd. De VO-raad vindt het daarom positief dat de minister ervoor heeft gekozen om de bestedingstermijn van de NPO-middelen te verlengen met twee jaar.
Zorgen over motivatie en welbevinden leerlingen
Opnieuw blijkt ook uit deze voortgangsrapportage dat schoolleiders en leraren zich met name zorgen maken om de motivatie en het welbevinden van leerlingen, meer dan over de leervertragingen van leerlingen. Voor het derde schooljaar op rij hebben leerlingen door schoolsluiting en lesuitval geen ‘normaal schooljaar’ gehad. De impact hiervan op leerlingen is groot. Scholen waren achterstanden aan het inhalen, terwijl die ook nog verder opliepen. Ook in de gesprekken die binnen onze vereniging plaatsvinden komt dit beeld duidelijk naar voren. Gezien deze zorgen is het niet verrassend dat de scholen ook veel inzetten op het welbevinden en de sociaal-emotionele ontwikkeling van hun leerlingen. De VO-raad kan in deze context en na twee jaar coronacrisis de smalle benadering die de onderwijsinspectie in zijn Staat van het Onderwijs voor de komende twee jaar bepleit, niet goed plaatsen.
Instemming MR
Op bijna alle scholen is het team betrokken bij de keuze voor interventies uit de menukaart en de MR is op nagenoeg alle scholen betrokken bij de interventiekeuze. Op 91% van de vo-scholen heeft de MR ingestemd met het programma. Instemming van de MR is een vereiste bij de inzet van de middelen van het NPO, en de VO-raad roept scholen, waar die (formele) instemming nog niet heeft plaatsgevonden, op dat snel te realiseren.
Indicatoren en monitoring uitwerken
Minister Wiersma geeft aan vast te willen houden aan de gestelde doelen binnen het NPO - herstel van de corona-gerelateerde vertraging (cognitief, sociaal-emotioneel, welbevinden), herstel van de corona-gerelateerde toename van kansenongelijkheid en een steviger basis voor goed onderwijs (duurzaam leereffect). Wel wil hij de indicatoren en bronnen voor de monitoring verder uitwerken, en een brug slaan naar de ambities uit het coalitieakkoord, zoals versterking van taal en rekenen-wiskunde.
De VO-raad vindt een solide en duidelijke verantwoording en monitoring van het programma belangrijk, zodat er geen discussie kan ontstaan over (een goede) besteding van de middelen. We benadrukken hierbij dat naast de cognitieve vertragingen, ook het welbevinden van leerlingen, hun sociaal-emotionele ontwikkeling en de beheersing van executieve vaardigheden een belangrijk aandachtspunt voor scholen blijven, en voorwaardelijk zijn om op andere vlakken verbeteringen te kunnen realiseren. Het is daarom van belang dat de herstelprogramma’s in de volle breedte worden meegenomen in de monitoring van de effecten van het NPO.