Sociale veiligheid op school: internetconsultatie open voor wetsvoorstel
13 juli 2023
Wetsvoorstel vrij en veilig onderwijs
Het wetsvoorstel vrij en veilig onderwijs stelt een aantal aanpassingen voor in de wet veiligheid op school. Het betreft de volgende wijzigingen:
-
Uitbreiden van de jaarlijkse monitor van de veiligheidsbeleving van leerlingen op school.
-
Uitbreiden van de jaarlijkse schoolmonitor naar al het onderwijspersoneel.
-
Invoering van een meldplicht voor ernstige incidenten.
-
Uitbreiding van de bestaande meld-, overleg- en aangifteplicht voor zedenmisdrijven met een meld- en overlegplicht voor seksuele intimidatie. Dit gold eerder alleen voor seksueel misbruik.
-
Versterking van het klachtenstelsel. Zowel de interne procedure (het verplicht stellen van vertrouwenspersonen en het verbeteren van hun positie en de professionaliteit) als de externe procedure (het aansluiten bij een landelijke klachtencommissie en het invoeren van een bindend advies) wordt aangescherpt.
-
Sneller en steviger ingrijpen van de inspectie als er iets misgaat.
Standpunt VO-raad
De VO-raad is terughoudend als het gaat over de voorstellen voor de aanpassing van de wet sociale veiligheid. Wij pleiten voor een sterke focus op preventie.
Hoewel de Kamerbrief spreekt van een integrale aanpak en het toewerken naar een open en (seksueel) integere cultuur, waarin (on)gewenst gedrag bespreekbaar is, komt dit in de voorstellen niet terug. De aanpassingen in de wet richten zich vooral op meer monitoren, meer melden en steviger straffen. De VO-raad staat wel achter het voorstel tot het verplichten van het hebben van een vertrouwenspersoon en het verbeteren van hun positie.
Monitor onder leerlingen
In het funderend onderwijs wordt nu al iedere twee jaar een landelijke veiligheidsmonitor uitgevoerd. Daarnaast monitoren scholen zelf jaarlijks de veiligheidsbeleving van leerlingen onder andere via Vensters. De cijfers uit het schooljaar 2022-2023 laten een positief beeld zien: meer scholen hebben gemonitord en er zijn meer leerlingen bevraagd. 90% van de scholen hebben hun veiligheid gemonitord onder 52% van alle vo leerlingen (tegenover respectievelijk 89% en 48% in 2021-2022). Uit een eerdere peiling van de VO-raad en PO-Raad bleek bovendien dat ruim 70% van de scholen de monitoring voldoende vindt.
Monitor onder personeel
Iedere vier jaar hebben schoolbesturen vanuit de Arbowetgeving de wettelijke verplichting om een Risico-Inventarisatie & Evaluatie (RI&E) uit te voeren. Binnen die RI&E zijn schoolbesturen al verplicht een meting te doen naar de sociale veiligheid van personeel. Veel schoolbesturen maken gebruik van de RI&E tool vanuit de Arbomeester. De RI&E tool bevat een QuickScan met vragen over de sociale veiligheid van personeel. De QuickScan vanuit de RI&E wordt iedere twee jaar uitgevoerd. De VO-raad is daarom van mening dat de sociale veiligheid van onderwijspersoneel voldoende gemeten wordt. Mocht deze monitoring niet voldoen, dan is het van belang om te kijken naar de monitoring sociale veiligheid van alle werknemers, niet alleen het onderwijspersoneel.
Extra belasting
Uit alle onderzoeken blijkt dat 95 tot 98% van de leerlingen en medewerkers op scholen zich veilig voelt. Het invoeren van de voorgestelde aanpassingen lijkt daarmee onnodig voor vrijwel alle leerlingen en medewerkers. Voor scholen betekenen de maatregelen een extra belasting.
Veilig en open schoolklimaat
Wanneer gekeken wordt naar wat de leerlingen en medewerkers die zich niet veilig voelen nodig hebben, dan zit dit vooral in een veilig en open schoolklimaat. In zo’n schoolklimaat is de ervaren onveiligheid bespreekbaar of hebben leerlingen en medewerkers een plek waar ze hun zorgen en gevoelens kunnen uiten. Vervolgens is het van belang dat deze signalen een goede opvolging en nazorg krijgen.
Meldcode
De bestaande meldcode biedt onderwijsinstellingen voldoende waarborgen om in ernstige incidenten adequaat te handelen en maatregelen te treffen waarbij ook de Vertrouwensinspecteur indien nodig in beeld komt. Van een uitbreiding van de bestaande meld-, overleg- en aangifteplicht verwachten wij dan ook eerder een negatief effect op het realiseren van een open cultuur in de scholen, gericht op preventie en met onderling vertrouwen tussen medewerkers, leerlingen en ouders.
Landelijke Veiligheidsmonitor funderend onderwijs 2021-2022
Deze week is de Landelijke Veiligheidsmonitor 2021-2022 gepresenteerd. De uitkomsten laten zien dat het over het algemeen goed gaat met de sociale veiligheid op school. Een grote meerderheid van de ondervraagde leerlingen en personeelsleden voelt zich veilig. Dit percentage is al vele jaren hoog en schommelt tussen de 95 en 98%.
Desondanks zijn er wel punten van zorg. Hoewel het welzijn van vo-leerlingen verbeterd lijkt in vergelijking met de meting over 2021, scoren leerlingen op belangrijke onderdelen nog steeds vrij laag. Slechts 34 procent is optimistisch over de toekomst. Slechts 51 procent heeft het gevoel te kunnen omgaan met de dingen die mis gaan en 62 procent heeft een goed gevoel over zichzelf.
De resultaten laten verder zien dat welbevinden van lhbtiq+leerlingen én van meisjes minder goed is dan van niet-lhbtiq+ leerlingen en jongens. Deze verschillen zijn significant.
Er is een lichte toename te zien van geweldcijfers. Verbaal geweld komt het vaakst voor, gevolgd door psychisch en sociaal geweld. Lhbtiq+leerlingen zijn vaker slachtoffer van meerdere vormen van geweld. Ook worden zij vaker gediscrimineerd.
Aandachtspunten
De urgentie om pesten tegen te gaan blijft aanwezig, gezien de forse toename daarvan ten opzichte van 2021. Ook vraagt de kwetsbare positie van de lhbtiq+leerling op school om extra oplettendheid en inzet. De meldingsbereidheid van pesten en geweldsincidenten bij de school(leiding) dient verhoogd te worden door duidelijke richtlijnen op te stellen welke incidenten gemeld moeten worden door leerlingen en personeel, deze in de school breed bekend te maken, regelmatig te evalueren en indien nodig bij te stellen. Ook is het van belang dat duidelijk is wanneer een incident zo ernstig is dat er aangifte gedaan moet worden. Tot slot is het belangrijk dat meldingen worden gehonoreerd. Dit houdt in dat er een goede opvolging en nazorg is, met het streven dat het pesten dan wel het geweld stopt.
Veiligheidsplan
Veruit de meest scholen hebben een veiligheidsplan, met daarbij een pestprotocol. De bekendheid van dat veiligheidsplan bij het personeel kan beter. In veel gevallen worden de afspraken uit het veiligheidsplan opgevolgd, zo beoordeelt men de effectiviteit ervan als voldoende tot goed. Binnen de veiligheidsplannen is er doorgaans aandacht voor het belonen van goed gedrag van leerlingen, het naleven van omgangsregels en het vergroten van respect voor elkaars gedrag, seksuele geaardheid en genderdiversiteit. Ook is er voldoende aandacht voor preventie van geweldsincidenten en handhavings-, sanctie- een aangiftebeleid. Echter, een structurele aanpak van agressie en geweld op school laat nog te vaak op zich wachten en incidenten worden niet altijd geregistreerd en geëvalueerd. Ook hebben lang niet alle scholen een draaiboek klaarliggen voor het behandelen en nazorg van incidenten.
Onderzoek naar seksueel grensoverschrijdend gedrag in het onderwijs
In opdracht van het ministerie van OCW is een onderzoek uitgevoerd naar seksueel grensoverschrijdend gedrag in het po, vo en mbo. Het doel daarvan was meer inzicht verkrijgen in hoe vaak verschillende vormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag in het onderwijs voorkomen en hoe die cijfers zich verhouden tot de cijfers van de vertrouwensinspectie. Ook zijn de onderzoekers ingegaan op omstandigheden waarbinnen medewerkers seksueel grensoverschrijdend gedrag vertonen richting leerlingen.
Uit het onderzoek blijkt dat verreweg het merendeel van de leerlingen zich veilig voelt op school. Wel laat het onderzoek zien dat seksueel grensoverschrijdend gedrag nog steeds voorkomt in het onderwijs. Het gebeurt tussen leerlingen onderling, maar tegelijkertijd geeft een substantieel deel van de leerlingen die slachtoffer zijn geworden aan dat de dader een volwassene is die voor de school werkt of er helpt. Er is een gestage toename te zien in het vo sinds 2018. Net als in andere sectoren van de samenleving vraagt het tegengaan van seksueel grensoverschrijdend gedrag om een duidelijke plaats in het sociale veiligheidsbeleid van de school.
De meldingsbereidheid is toegenomen. Helaas geeft de helft van de melders in het vo aan dat er niets met de melding werd gedaan. Circa een derde van die groep gaf aan dat het ongewenste gedrag voortduurde na de melding. Dit is een pijnlijke constatering en vraagt om verbetering.
Het is belangrijk om sociale veiligheid voortdurend en actief bespreekbaar te maken en het belang van melden duidelijk te maken. Wel moet duidelijk zijn wat er met de meldingen gedaan wordt, in opvolging en nazorg.