Uitspraak samenloop zwangerschaps- en bevallingsverlof met vakantie
10 november 2020
In artikel 14.1 lid 7 CAO VO is opgenomen dat een docent die zwangerschaps- en/of bevallingsverlof heeft gedurende de zomervakantie, dit vakantieverlof op een later moment kan opnemen. Samenloop van andere schoolvakanties met zwangerschaps- en bevallingsverlof wordt echter niet gecompenseerd.
Een docent was het hiermee niet eens en spande een bodemprocedure aan, waarbij zij een vordering indiende om alsnog ook de andere schoolvakanties gecompenseerd te krijgen. De docent stelde hierbij – kort gezegd - dat door het niet compenseren van de andere schoolvakanties een ongeoorloofd onderscheid op basis van geslacht wordt gemaakt. De kantonrechter stelde hierover vragen aan de Hoge Raad en deze oordeelde dat inderdaad sprake was van strijd met gelijke behandelingswetgeving. Zonder volledige compensatie kunnen mannelijke werknemers meer vakantierechten hebben dan vrouwelijke werknemers.
Formeel moet de kantonrechter in Den Haag nog uitspraak doen in de bodemprocedure. De antwoorden van de Hoge Raad zullen hierbij leidend zijn.
Gevolgen voor de CAO VO
De uitspraak van de Hoge Raad leidt ertoe dat het bepaalde in artikel 14.7 CAO VO nietig (ongeldig) is.
Gevolgen voor werkgevers en werknemers
De uitspraak heeft tot gevolg dat samenloop van zwangerschaps- en bevallingsverlof met alle schoolvakanties moet worden gecompenseerd, in tegenstelling tot het bepaalde in de CAO VO. Voor vorderingen inzake samenloop (ook die uit het verleden) geldt dat deze in beginsel een verjaringstermijn van vijf jaar hebben.
Vragen
Mocht u nog vragen hebben naar aanleiding van deze uitspraak, dan kunt u contact opnemen met onze juridische helpdesk.