Ventilatie op scholen: belangrijk en kostbaar
30 september 2020
Het LCVS werd deze zomer opgericht door minister Slob, nadat er discussie was ontstaan over de mogelijke relatie tussen ventilatie op scholen en de verspreiding van het coronavirus. Voor deze relatie baseert de LCVS zich op de inzichten van het RIVM. Overdracht van het virus vindt vooral plaats via bijvoorbeeld hoesten en niezen, waarbij grote druppels worden verspreid, aldus het RIVM. Het is op dit moment onduidelijk of kleine druppels, de zogenaamde aerosolen, een relevante rol spelen bij de overdracht van het virus. In algemene zin kan ventileren en luchten helpen om luchtweginfecties te beperken. Het is echter onbekend in welke mate ventilatie helpt om de verspreiding van COVID-19 daadwerkelijk tegen te gaan. Het RIVM adviseert in ieder geval de bestaande regelgeving en richtlijnen op het gebied van ventilatie en luchten te volgen. Dat geldt ook voor scholen. Bovendien leren leerlingen het beste in een prettige omgeving met gezonde lucht.
Uit de reacties op de vragenlijst die het LCVS naar schoolbesturen stuurde blijkt dat 38 procent van de schoolgebouwen in het basis- en voortgezet onderwijs aan de ventilatienormen voldoet. Voor 11 procent geldt dit niet. Voor 51 procent van de gebouwen werden geen gegevens ontvangen, voornamelijk om praktische redenen zoals het niet beschikbaar zijn van een installatiedeskundige of een CO2-meter. De uitkomst van het onderzoek is dan ook niet representatief. De VO-raad pleit daarom voor een vervolgonderzoek waarbij door middel van steekproeven per type schoolgebouw een beter beeld verkregen kan worden.
Maatregelen op de lange en korte termijn
Scholen hebben op korte termijn behoefte aan praktische maatregelen om de ventilatie op orde te houden of te brengen. De VO-raad en Ruimte-OK hebben een informatieblad gemaakt met een overzicht van maatregelen waarmee scholen de komende periode kunnen werken aan goede ventilatie.
Naast de maatregelen die schoolbesturen op de korte termijn nemen, is het ook belangrijk om na te denken over lange termijnoplossingen om de luchtkwaliteit op scholen te verbeteren. Het binnenklimaat van scholen is al langere tijd een punt van zorg. De sectororganisatie pleit daarom ook voor het verbeteren van de luchtkwaliteit van scholen, maar daarvoor is de huidige materiële bekostiging niet toereikend. De sector heeft te maken met veel verouderde schoolgebouwen en de governance rondom onderwijshuisvesting is complex. Gemeenten zijn wettelijk verantwoordelijk voor de huisvesting voor scholen, maar schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor het onderhoud en de gebruikskosten. Uit diverse onderzoeken, onder andere van McKinsey (‘Een verstevigd fundament voor iedereen’, blijkt dat er sprake is van een onderinvestering in onderwijshuisvesting.
Het kabinet heeft 360 miljoen euro extra ter beschikking gesteld voor aanpassingen aan de ventilatiesystemen. De VO-raad gaat met de betrokken ministeries in gesprek over de benodigde investeringen. Het is o.a. belangrijk dat er duidelijkheid komt over de regels van co-financiering.