Vermindering van werkdruk: centraal voorgeschreven of door scholen zelf ingevuld?
27 maart 2018
Kort samengevat komt het hierop neer. De bonden willen in de cao opnemen dat het maximum aantal lesuren van 25 naar 20 uur per week teruggaat. Zij zien dit als een individueel recht dat voor iedere werknemer in het vo op dezelfde manier geldt. De VO-raad gelooft niet in een dergelijke generieke maatregel die voor iedere werknemer hetzelfde is, omdat er diverse oorzaken zijn voor hoge werkdruk, die per school kunnen verschillen en dus ook per school moeten worden aangepakt. Het inhoudelijke verschil van mening gaat dus in de kern over een centrale, generieke aanpak versus een decentrale aanpak, op maat per school.
Aanpak op schoolniveau
Opvallend is dat de bonden een aanpak van werkdruk op schoolniveau afwijzen, terwijl zij in andere sectoren wel overeenkomsten afsluiten waar dit in staat. Afgelopen week is bij de hogescholen een onderhandelaarsakkoord gesloten, waarbij de aanpak van werkdruk decentraal wordt belegd. In dit akkoord wordt door sociale partners benadrukt dat het thema werkdruk om een systematische aanpak binnen de instelling zelf vraagt. Ook het Werkdrukakkoord dat PO in Actie, waaronder dus de bonden, met de minister afsloot is gebaseerd op het maken van afspraken op school over vermindering van de werkdruk.
De VO-raad kiest, in lijn met de overeenkomsten in het hoger en primair onderwijs, voor een benadering waarbij leraren(teams) in overleg met de schoolleiding oplossingen zoeken die passend zijn voor de knelpunten die op school zelf worden ervaren. Juist omdat de oorzaken van werkdruk zo divers zijn, moeten deze bij de oorsprong - dus op de scholen zelf - worden aangepakt. Dat kan betekenen minder lesuren geven, maar andere maatregelen zijn ook mogelijk, zoals klassenverkleining of extra ondersteuning voor docenten. Bovendien kunnen de maatregelen per docent verschillen. Bijvoorbeeld: de ene docent doet niets liever dan lesgeven en speelt daardoor uren bij een andere docent vrij om te werken aan de ontwikkeling van lessen.
Afgelopen jaren hebben meerdere onderzoeken plaatsgevonden naar de mechanismen die een te hoge werkdruk kunnen veroorzaken en naar goede manieren om met werkdruk om te gaan. Kernpunt hierin is dat werkdruk vele oorzaken en verschillende verschijningsvormen kan hebben. Zo ligt een belangrijke oorzaak in de leraartaak, daar waar het bijvoorbeeld gaat om de lestaak, klassengrootte en ruimte voor persoonlijke ontwikkeling, regelruimte en verbetering van het onderwijs.
Andere oorzaken liggen in de werkorganisatie, zoals in het gevoerde taakbeleid, onvoldoende ruimte voor vernieuwing en verbetering van onderwijsconcepten, organisatiecultuur en/of onderbezetting/lerarentekort. Ten slotte zijn ook de persoonlijke kenmerken van belang. Denk aan de taakopvatting van een docent, niveau en ervaring, carrièreperspectief, het benutten van talenten en voorkeuren en aan de privé-situatie.
Financiële hobbel
Los van het verschil van inzicht over de beste aanpak van de werkdruk, is er ook nog een financiële hobbel. De bonden vragen om een lessenreductie van 20%, van 25 naar 20 uur per week. Eerder hebben de bonden deze claim bij het kabinet gelegd, waarbij ze hebben berekend dat deze maatregel vraagt om 900 miljoen euro extra, waarmee 12.000 extra leraren te financieren zijn. Het kabinet heeft dit niet gehonoreerd, waarna de bonden de claim tijdens de cao-onderhandelingen bij de scholen hebben neergelegd. De scholen hebben dit geld niet en kunnen dit dus ook niet betalen.
De VO-raad heeft zich het afgelopen jaar hard gemaakt om het kabinet ertoe te bewegen extra investeringen in het vo te doen zodat werkdruk kan worden teruggedrongen. Wij gaan met deze lobby door en hebben de onderwijsbonden uitgenodigd om samen met ons op te trekken.