Vertrouwen nodig voor verdere versterking inspraak en goede positionering schoolleider
12 juli 2023
Eind 2022 startte in opdracht van het ministerie van OCW een onderzoek naar de medezeggenschap en governancestructuur in het funderend onderwijs. Het onderzoek dat via een ‘breed gesprek’ met het onderwijsveld is uitgevoerd heeft geleid tot een genuanceerd rapport waarin de VO-raad zich herkent.
Tijdens het onderzoek waarschuwde de VO-raad samen met andere veldpartners voor overbodige juridische regeldruk, en stelde dat focus op zachte elementen (zoals gedrag en cultuur) onmisbaar is om de medezeggenschap naar een hoger niveau te tillen. Besturen zijn goed in staat om hier verantwoordelijkheid voor te nemen en invulling aan te geven binnen de bestaande kaders. De minister deelt deze constatering, zo blijkt uit de beleidsreactie.
De minister ziet af van het plan om het instemmingsrecht op hoofdlijnen van de begroting wettelijk te regelen. Volgens het eindrapport vinden veel MR-leden het instemmingsrecht niet nodig en is er vooral behoefte aan tijd en kennis bij de (G)MR'en bij de bestaande rechten van de MR. De VO-raad heeft eerder benadrukt dat het gesprek op basis van goede en tijdige informatie belangrijker is dan het vervangen van het huidige adviesrecht van de (G)MR over de hoofdlijnen begroting door instemmingsrecht.
De VO-raad erkent dat verbetering mogelijk is op onderdelen rondom medezeggenschap en de positie van de schoolleider. Tegelijkertijd zijn we blij dat de minister aangeeft dat het op veel plekken al goed gaat. Onze oproep is dan ook: gun de sector het vertrouwen om ingezette initiatieven te ontplooien. De VO-raad trekt hierin al langer op samen met veldpartijen rondom medezeggenschap en zet in op het samenspel tussen bestuur en schoolleiders.
Versterking medezeggenschap en inspraak binnen bestaande kaders is wenselijk
Volgens de sectorraden, vakbonden en ouder- en leerlingorganisaties kan het versterken van de medezeggenschap gerealiseerd worden binnen de bestaande kaders en is een structuurwijziging overbodig of kan dit averechts werken. Het is dan ook een goed idee vooral in te zetten op het ‘goede gesprek’, waarvan alle partijen reeds gezegd hebben hieraan te willen werken in een nieuw project.
Besturen dragen de verantwoordelijkheid voor het organiseren van goede tegenspraak en inspraak van leerlingen, ouders en personeel. Een taak die besturen niet lichtvaardig opnemen, ook gezien de taak die er ligt vanuit de Code Goed Onderwijsbestuur VO: het bestuur zet zich in voor het goed functioneren en de doorlopende professionalisering van de (G)MR en stimuleert de betrokkenheid van leerlingen, ouders en personeel bij de school. Het investeren in de professionele dialoog binnen scholen is voor de VO-raad een speerpunt, dat blijkt ook uit de inzet voor de cao-onderhandelingen. Besturen in het voortgezet onderwijs zien de meerwaarde hiervan en spannen zich in om hier werk van te maken. Onder andere het versterken van leerlingparticipatie, waar ook de minister meer werk van wil maken, ziet de VO-raad als een belangrijke stap hierin.
Sector heeft start gemaakt met verbetering samenspel tussen bestuur en schoolleiding
De bevindingen ten aanzien van de positie van schoolleiders – en met name in het hoofdstuk over schoolleiders – worden niet volledig herkend door schoolleiders in het vo, soms ondanks het feit dat ze zelf meegewerkt hebben aan het onderzoek. Er is een duidelijk verschil tussen primair onderwijs en voortgezet onderwijs, waar minder oog voor is in de conclusies en aanbevelingen.
In het onderwijsakkoord zijn afspraken gemaakt ter versterking van de kwaliteit en professionele ontwikkeling van schoolleiders. De positie van schoolleiders en erkenning van hun strategische rol krijgt dan ook in toenemende mate aandacht. Via Schoolleiders VO dat zich inzet voor dit doel, versterking van de beroepsgroep en professionalisering van schoolleiders, wordt de komende jaren gewerkt aan sterk schoolleiderschap. De wrijving die de minister beschrijft tussen de conclusie uit het rapport dat er geen structuurwijzigingen moeten komen, en de wens om de rol en positie van de schoolleider nader te bekijken en waar nodig te versterken, ziet de VO-raad niet. Onderzoek doen naar en het versterken van de rol en positie van de schoolleider kan immers ook zonder dit juridisch vast te leggen.
Uit gesprekken met een vertegenwoordiging van schoolleiders en bestuurders volgt dat het belangrijk is om het samenspel tussen bestuurders en schoolleiders goed vorm te geven. Schoolleiders geven hierbij aan dat zij eigenaarschap ervaren, met name op schoolniveau. De Staat van de Schoolleider 2023 biedt handvatten voor deze versterking, met nadruk op professionele ruimte en steun voor schoolleiders, heldere verhoudingen en participatie in besluitvorming. De door de minister geïntroduceerde governanceruit sluit hierop aan.
Mocht het ministerie dit thema graag verder willen onderzoeken, dan is de VO-raad altijd bereid hieraan mee te werken. De vraag is in hoeverre een aanvullend onderzoek meer duidelijkheid op gaat leveren. Ook in de wetenschap dat de sector ontwikkelingen op dit vlak in gang heeft gezet en dit tijd vraagt om verder uit te werken.
Consistente sturing van het Rijk door samenhang
Dit onderzoek raakt aan een van de drie vraagstukken waar naar aanleiding van het interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO) Koersen op kwaliteit en kansengelijkheid in samenhang verder invulling aan wordt gegeven. De VO-raad vindt het belangrijk dat deze samenhang goed wordt bewaakt, ter bevordering van consistente sturing. We gaan hierover graag het gesprek aan met de nieuwe bewindspersoon voor primair en voortgezet onderwijs.