Verzuim gedaald, maar thuiszitten blijft aandachtspunt
19 februari 2018
De afgelopen periode hebben alle betrokken partijen fors ingezet op het voorkomen en terugdringen van absoluut en relatief verzuim*. Scholen en samenwerkingsverbanden hebben onder meer geïnvesteerd in een betere verzuimregistratie en afstemming hierover met de gemeente, en in het contact met ouders bij ongeoorloofd verzuim. Daarnaast is geïnvesteerd in een beter ondersteuningsaanbod voor leerlingen en de samenwerking met de jeugdzorg. Het zogenaamde Thuiszittersoverleg – voortkomend uit het Thuiszitterspact en bestaande uit de ministeries van OCW en VWS, VNG, PO-Raad, VO-raad, samenwerkingsverbanden, Ingrado en Gedragswerk – had hierbij een aanjagende en ondersteunende rol; onder meer via het organiseren van bijeenkomsten en de verspreiding van goede voorbeelden.
Het afgelopen schooljaar is zowel het absolute als het relatieve verzuim in het funderend onderwijs licht gedaald. Het aantal gevallen waarbij kinderen langer dan drie maanden thuiszitten, bleef echter ongeveer gelijk (ruim 4000). Verder nam ook het aantal vrijstellingen van de leerplicht toe, hoewel de stijging bij de categorie leerlingen die om een lichamelijke of psychische reden een vrijstelling krijgen minder groot was dan voorgaande jaren.
De VO-raad benadrukt dat de volle inzet van alle betrokken partijen nodig blijft om te zorgen dat zoveel mogelijk van deze leerlingen naar school kunnen en om thuiszitten in de toekomst te voorkomen. De minister noemt in zijn brief een aantal maatregelen/acties die hieraan kunnen bijdragen.
Samenwerking
Zo wordt verder ingezet op samenwerking in de regio tussen alle betrokken partijen. Naar aanleiding van het landelijke Thuiszitterspact zijn veel regionale thuiszitterspacten gesloten, die momenteel worden uitgevoerd. Voormalig Kinderombudsman Marc Dullaert (tot 2017 aanjager Thuiszitterspact) blijft hier bij betrokken.
Op landelijk niveau blijft het Thuiszittersoverleg ondersteuning bieden, met de focus op samenwerking en kennisdeling. Er worden diverse bijeenkomsten georganiseerd, over onder meer de mogelijkheden tot maatwerk voor (thuiszittende) leerlingen. 'Samenwerking en maatwerk beschermen recht op onderwijs' is ook het thema van de Dag van de Leerplicht op 15 maart. Van 2 tot 8 juni organiseert het Thuiszittersoverleg daarnaast de Landelijke Actieweek Thuiszitters, waar de thema's maatwerk en samenwerking ook uitgebreid aan bod komen.
Rol samenwerkingsverbanden
De minister gaf aan een belangrijke rol te zien voor samenwerkingsverbanden bij het terugdringen van het aantal thuiszitters. Hij wil hun informatiepositie versterken door hen inzicht te geven in de verzuimgegevens van DUO. Omdat hierbij nog een aantal juridische en technische hobbels te nemen zijn, vraagt hij DUO voor de korte termijn om zo snel mogelijk maandelijks aan de samenwerkingsverbanden de aantallen thuiszitters te verstrekken. De VO-raad heeft dit punt al regelmatig genoemd en is blij dat de minister hier nu actie op onderneemt.
Ook wil de minister - op advies van Regioplan - een wetsvoorstel voorbereiden dat de samenwerkingsverbanden een rol geeft bij de totstandkoming van vrijstellingen van de leerplicht om lichamelijke of psychische redenen. Dit besluit wordt nu door artsen genomen, maar zij hebben niet in alle gevallen een goed beeld van het scala aan (maatwerk)mogelijkheden in het onderwijs voor deze leerlingen.
Doorzettingsmacht
Rond het zomerreces komt de minister daarnaast met een uitwerking van de wens van de Tweede Kamer om samenwerkingsverbanden te verplichten doorzettingsmacht te beleggen. Het Thuiszittersoverleg heeft een notitie geschreven over doorzettingsmacht, met als uitgangspunt dat hier in de regio vorm aan gegeven moet worden (dus geen landelijk format). De VO-raad wil de notitie van het Thuiszittersoverleg en het voorstel van de minister – op basis van een onderzoek van het ministerie van VWS – met elkaar vergelijken om tot een realistische vormgeving van doorzettingsmacht te komen.
*In het eerste geval gaat het om leerlingen die langer dan vier weken niet staan ingeschreven op een school, in het tweede geval om leerlingen die wel staan ingeschreven maar niet op school verschijnen zonder geldige reden.