VO-raad breekt lans voor thuisnabij onderwijs

17 oktober 2018

Er dienen maatregelen te komen die garanderen dat relatief kleine, brede scholengemeenschappen – die de laatste voorziening vormen in dunbevolkte gebieden – na de invoering van het vereenvoudigde bekostigingsmodel kunnen blijven bestaan. Ook in deze gebieden moet een thuisnabij onderwijsaanbod behouden blijven. Dat is de belangrijkste boodschap van de brief die de VO-raad op 18 oktober aan de Tweede Kamer heeft gestuurd, op verzoek van de Kamer zelf. De brief bevat een nadere uitwerking van de aandachtspunten rond het vereenvoudigd bekostigingsmodel die de VO-raad eerder al bij de Kamer onder de aandacht bracht.

In de brief benadrukt de VO-raad nogmaals het noodzakelijk te vinden om tot een eenvoudiger bekostigingsmodel voor het voortgezet onderwijs te komen. Hierbij moeten echter wel oplossingen komen voor de problematiek van scholen in krimpregio’s, die met de invoering van het nieuwe model te maken krijgen met een aantal negatieve effecten.

Zo vraagt de VO-raad aandacht voor de positie van relatief kleine, brede scholengemeenschappen, die de laatste voorziening vormen in een groot verzorgingsgebied. Met het nieuwe vereenvoudigde bekostigingsmodel vervalt het huidige bekostigingsvoordeel voor brede scholengemeenschappen. Met name bovengenoemde kleine, brede scholengemeenschappen – die daarnaast te maken krijgen met teruglopende bekostiging door de leerlingdaling – kunnen daardoor in hun voortbestaan bedreigd worden.

De VO-raad wil ook in dunbevolkte gebieden een thuisnabij onderwijsaanbod garanderen. Er dienen daarom maatregelen genomen te worden om het voortbestaan van deze kleine, brede scholengemeenschappen in krimpregio’s te garanderen. Bij de vormgeving van die maatregelen moeten de bevindingen en adviezen van de commissie Dijkgraaf betrokken worden. De minister van OCW heeft deze commissie geïnstalleerd om problemen in het onderwijs als gevolg van krimp in kaart te brengen en te adviseren over mogelijke oplossingen.

Risico van verdere categoralisering

Een ander aandachtspunt is de onbedoelde prikkel die het vereenvoudigde bekostigingsmodel geeft voor verdere categoralisering in het onderwijsaanbod, met het wegvallen van het bekostigingsvoordeel voor brede scholengemeenschappen. Dit zou de kansengelijkheid voor leerlingen in negatieve zin kunnen beïnvloeden. De VO-raad is het eens met de minister dat deze kwestie niet binnen het model moet worden aangepakt, maar eerder via beleid om brede brugklassen te stimuleren.

Stapeling van effecten

Het laatste aandachtspunt betreft de mogelijke stapeling van effecten als gevolg van de verevening passend onderwijs, krimp en de vereenvoudiging van de bekostiging. Deze combinatie van effecten kan bij schoolbesturen en/of samenwerkingsverbanden tot forse financiële problemen leiden. De VO-raad vindt dat die problemen niet via een generieke maatregel aangepakt moeten worden. Er moet per situatie bekeken worden wat nodig is. Om beter zicht op deze problematiek te krijgen, is eerst een grondige analyse van de cijfers nodig. De VO-raad wil dit samen met het ministerie van OCW oppakken.

In november wordt het debat over het vereenvoudigd bekostigingsmodel in de Tweede Kamer vervolgd.