SCP: ‘Trend van gescheiden onderwijs doorbreken’
03 februari 2021
In theorie is het onderwijs een plek waar leerlingen uit verschillende sociale milieus elkaar kunnen ontmoeten, elkaars leefwereld kunnen leren kennen en met sociale en culturele verschillen tussen groepen kunnen leren omgaan. In de praktijk, zo blijkt uit het onderzoek van het SCP, gaan leerlingen met uiteenlopende achtergronden juist overwegend gescheiden naar school.
Dit komt doordat leerlingen met uiteenlopende onderwijsniveaus vaak elk naar hun eigen school gaan. En omdat er een grote samenhang is tussen onderwijsniveau en achtergrondkenmerken van leerlingen (inkomen en opleidingsniveau van de ouders en het wel of niet hebben van een migratieachtergrond) betekent deze scheiding op basis van niveau ook een forse sociale scheiding tussen groepen. Dit speelt extra in de grote steden, omdat leerlingen daar meer verspreid zijn over verschillende scholen. Vooral de ontmoetingskansen tussen vwo’ers en vmbo’ers zijn klein.
Handelen nu nodig
Behalve door demografische ontwikkelingen en praktische mogelijkheden, komt het gesegregeerde onderwijsaanbod volgens het SCP vaak tot stand door een optelsom aan individuele keuzes van schoolbesturen en ouders. Ondanks dat betrokkenen aangeven het kwalijk te vinden als leerlingen alleen opgroeien met jongeren uit vergelijkbare thuismilieus, kiezen ze vaak voor smal georganiseerd onderwijs.
Om meer te werken aan de maatschappelijke opgave van het onderwijs is meer sturing op het onderwijsaanbod vanuit de overheid gewenst, aldus het SCP. Zo kunnen gemeenten volgens haar een stimulerende rol spelen door met schoolbesturen te kijken op welke locaties, welk aanbod wenselijk is. Schoolbesturen in grotere gemeenten kunnen de trend van gescheiden onderwijs doorbreken door actief te sturen op (behoud van) breder onderwijs en daarmee meer ontmoetingskansen tussen leerlingen met verschillende achtergronden. Het SCP laat ook de rol van de ouders niet onbenoemd: zij zouden de beperkingen moeten zien van smal georganiseerd onderwijs en ervan doordrongen moeten raken dat breder georganiseerd onderwijs kansen biedt, voor de samenleving én voor het kind.
Radio 1 programma Standpuntnl besteedde aandacht aan de bevindingen van het SCP. Ook VO-raad-voorzitter Paul Rosenmöller reageerde in de uitzending. Hij refereerde onder meer aan de voorstellen die de partners in het onderwijs (docenten, schoolleiders, bestuurders, leerlingen) vorig jaar samen deden om het onderwijs te verbeteren en de selectie van leerlingen uit te stellen en hen langer bij elkaar te houden. Ook benadrukte hij de samenhang met andere vraagstukken zoals het lerarentekort. Wanneer leerlingen langer bij elkaar blijven vergt dat meer van leraren omdat dan meer differentiatie nodig is.
Luister het item "Van vmbo tot vwo; iedereen moet onder één dak les krijgen" op radio 1 terug
Beleidsagenda segregatie
Net voor de kerstvakantie stuurde minister Slob een brief naar de Tweede Kamer waarin hij een Beleidsagenda tegen segregatie in het onderwijs aankondigde. Slob geeft hierin aan dat segregatie een breed en complex maatschappelijk probleem is en dat inzet nodig is van alle betrokken partijen en over een langere periode. Hij noemde verschillende maatregelingen. Zo komt er een monitor om segregatie en effectieve interventies in kaart te brengen, volgt er scherper toezicht op de Lokale Educatieve Agenda in de gemeenten en volgt er een aanscherping op toelatingsbeleid. Daarnaast wordt een aantal lokale maatregelen genoemd, zo wordt lokaal centraal aanmeldbeleid gestimuleerd om segregatie tegen te gaan en wordt er geëxperimenteerd met vriendschapsscholen in wijken waar de leerlingpopulatie homogeen is. Een voorbeeld van dergelijke lokaal voorbeeld uit de Kamerbrief is dat schoolbesturen in het vo kunnen afspreken om vakken als beeldende vorming, lichamelijke opvoeding, burgerschap of levensbeschouwing gezamenlijk te organiseren over niveaus heen. Op deze wijze mengen kinderen op vakken waar hun cognitieve niveau niet doorslaggevend is.