Accreditatie van bestuurders: ‘Geen rondje om de kerk!’
23 mei 2024
“Het is goed dat wij als onderwijsbestuurders de maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen en laten zien dat we ertoe capabel zijn. Het heeft te maken met de legitimering als schoolbestuur: niet iedereen kan zo maar leraar worden en niet iedereen zo maar schoolbestuurder! Datgene wat wij van onze leraren en van onze schoolleiders vragen, zouden we als bestuurders moeten voordoen. Daarom hebben we aan dit accreditatietraject meegedaan”, zegt Frits Hoekstra, voorzitter College van Bestuur Scope scholengroep.
Zichtbaar maken
Zijn bestuurscollega Bert van Leeuwen vult hem aan, want ze hebben als bestuur samen de accreditatie doorlopen. Bert: “Je ziet dat onderwijsbestuurders de laatste tijd steeds meer in de schijnwerpers van publiek en samenleving staan. Om ons heen zien we dat het vertrouwen in bestuurlijk vermogen en integriteit bijzonder laag is. Wat ons betreft reden te meer dat er een accreditatiesysteem komt, dat gericht is op de wijze waarop wij als bestuurders transparant werken aan onze eigen ontwikkeling en die zichtbaar maken.” Frits Hoekstra knikt daarbij instemmend.
Bert vervolgt. “In onze koers schrijven we ook ‘samen leren samen beter worden’. Dat begint bij jezelf door je kwetsbaar op te stellen.” “Zeker”, vult Frits aan. “Zo zijn we samen het accreditatietracject ingegaan. Wij trekken daarin samen op. In dat proces waar je reflectie vraagt van 10 mensen om je heen, gaat het toch om het gesprek met die ander aangaan over jou. Het is ook het gesprek wat je samen hebt over jouw persoonlijke groei”, aldus Bert.
“We hebben elk 10 mensen uit onze organisatie gevraagd en alles zelf verwerkt”, zegt Frits. Wijzend naar Bert: “Natuurlijk hebben we onderling met elkaar gesproken, want ik heb het formulier voor Bert ingevuld en Bert voor mij. We hebben met elkaar het gesprek gevoerd wat we aan elkaar hebben teruggegeven. En tussendoor gevraagd, goh wat krijg jij terug en wat betekent dat nu? Maar ook toen we een persoonlijk ontwikkelingsplan aan het schrijven waren hebben we dat met elkaar besproken: hebben we elkaar nodig, vullen we elkaar aan en zijn er overeenkomsten die we misschien samen moeten oppakken?”
Open, constructief en prettig
Met de 360 gradenscan kregen Frits en Bert heel wat persoonlijke en inhoudelijke informatie over hoe andere mensen tegen hen als bestuurder aankeken. Frits: “Over het bestuurlijk vermogen wordt écht iets teruggegeven wat heel persoonlijk is. Daar heb ik best wel over nagedacht. Op die basis heb ik mijn reflectie gemaakt en met de auditoren besproken, iets wat ik best wel spannend vond. Tegelijkertijd was het een heel open, constructief en prettig gesprek waarbij wel kritisch gevraagd en doorgevraagd werd.”
“Idem”, vult Bert aan. “Het is een best stevig traject en ‘geen rondje om de kerk!’ Dat kan natuurlijk ook niet. Je bereidt dit heel serieus voor. Wat Frits ook zegt, we hebben met regelmaat samen zitten sparren over hoe doe jij dit. Dat scherpt ons weer in onze samenwerking en dat is heel mooi dat je aanvullend bent. Na 10 gesprekken, de verslagen, je reflectieverslag en ontwikkelplan was het gesprek met de auditorencommissie plezierig. Want de mensen die daar zitten zijn deskundige mensen die invoelend kunnen luisteren. In onze voorbereiding waren de projectleiders ook erg behulpzaam. Spannend en lastig was het wel, omdat we in de pilotgroep zaten en beperkt tijd hadden.”
Dicht bij je
“Ja”, zegt Frits, “we hebben amper drie á vier weken de tijd gehad. Het voordeel was dat het heel snel en krachtig was, maar het kwam wel boven op het andere werk wat je had én het komt ook heel erg dicht bij je! Al met al ben ik 20 tot 24 uur ermee bezig geweest.” Bert: “Ik wat langer omdat ik eerst nog moest uitzoeken hoe ik het goed en duidelijk in het format moest krijgen. Omdat het in je hoofd gaat zitten doet het wat met je. Maar als je het goed wilt doen moet je er de tijd voor nemen.”
Frits: “Trouwens, we nemen de 360 graden feedback ook mee naar onze Raad van Toezicht. Dus het is niet zo dat het dubbel werk is. Delen of aspecten van onze ontwikkelplannen gebruiken we in ons gesprek met hen. Die keuze hebben we zelf gemaakt. Ik vind wel dat de Raad van Toezicht daar niet om mag vragen. Wel mogen ze een 360 graden feedback vragen en dan is het aan jou welke feedbackscan je gebruikt.” Bert vult aan: “Wat zo mooi is en iets zegt over onze samenwerking is, dat mede door onze koers en besturingsfilosofie zij nu naar een waarderend toezicht gaan. Zo heb ik onderdelen van mijn ontwikkelplan gebruikt voor mijn gesprek met de renumeratiecommissie.”
Frisse blik
Beide bestuurders vinden dat accreditatie gaat om je persoonlijke groei en ontwikkeling waar je van leert. Frits: “Je krijgt een spiegel voor je waardoor je bewuster bent over je ingesleten denk- en werkpatronen. Zo van oké, dit is misschien wel mijn valkuil geworden. Daar zou ik effectief en kwalitatief iets mee moeten doen om een goed bestuurder te blijven. Dus ja, je krijgt handvatten hoe je je werk en rol als bestuurder oppakt en een frisse blik en ideeën hoe je dingen in de organisatie wilt brengen”. Bert vult hem aan: “Met de 10 mensen met wie we de gesprekken hadden heb je ook functioneringsgesprekken. Maar nu ging het over ons, ging het over mij, nu mochten zij kritisch zijn en merkte ik dat ze dit erg waardeerden.”
Op de vraag wat er met het verslag en het advies gebeurt geven beiden aan dat dit na de accreditatie door de commissie vernietigd wordt en je als bestuurder wel een eigen exemplaar houdt. “Daar hebben we het volste vertrouwen in dat het zo verloopt als is afgesproken”, aldus Frits. Hij geeft als advies aan andere bestuurders, “dat accreditatie echt een aanvulling en een verrijking voor jezelf is, een verrijking van de samenwerking met je collega en het verrijkt bovendien je relatie met de mensen intern die zich ook kwetsbaar hebben opgesteld. Dat vertrouwen krijg je, heb je opgebouwd en is wederzijds. Zo is accreditatie een cadeautje geworden wat ik iedere bestuurder kan aanraden.”
Serieus nemen
Aan het einde van het interview geven Frits en Bert nog aan dat accreditatie op termijn verplicht zou mogen kunnen worden. “Als wij het niet afspreken, net zoals in een aantal andere sectoren, gaan anderen het voor ons afspreken en gaan wij er zelf niet meer over. Die verantwoordelijkheid moet je nemen om als beroepsgroep serieus te worden genomen”, zegt Frits tot besluit, waarbij Bert instemmend knikt.