Blog Henk Hagoort: Huiswerk

11 juli 2024

Het onderzoek naar de integriteit van onderwijsbestuurders dat NOS/Nieuwsuur deze week naar buiten bracht zal niemand zijn ontgaan. De uitzending legt de vinger op een aantal zere plekken. Wat zijn de lessen die we ons moeten aantrekken?
  1. De verontwaardiging is terecht het grootst over de voorbeelden waarbij bestuurders van een school of samenwerkingsverband opdrachten gunnen aan een private onderneming waar zij zelf in een rol van eigenaar of toezichthouder bij betrokken zijn. Daarvan geldt al lang en breed dat dat in strijd is met welke integriteitscode dan ook. Deze vorm van belangenverstrengeling is verwijtbaar. Hier faalt in de eerste plaats het betreffende interne toezicht dat moet toezien op het naleven van de eigen integriteitscode.
     
  2. Een aantal voorbeelden van Nieuwsuur gaat over de schijn van belangenverstrengeling die ontstaat wanneer een bestuurder van een school betrokken is bij een onderwijsadviesbureau zonder dat er zakelijke relaties zijn. Het onderzoek van Nieuwsuur legt bloot dat een aantal van de betrokken bestuurders deze schijn van belangenverstrengeling geen probleem vindt. Op dit punt zijn we als sectorraad aan zet om de eisen die we aan de inhoud van een integriteitscode stellen aan te scherpen. In de code is als lidmaatschapseis benoemd dat het niet is toegestaan om als schoolbestuurder daarnaast toezichthouder te zijn bij een ander schoolbestuur uit dezelfde sector. Dat moet ook gaan gelden voor onderwijsadviesbureaus die actief zijn voor dezelfde sector.
     
  3. Het onderzoek van Nieuwsuur doet vermoeden dat niet op alle scholen het gesprek over integriteit periodiek wordt gevoerd. Een code op papier is niet genoeg. In onze Code Goed Bestuur staat het organiseren van zo’n gesprek en het op grond daarvan aanpassen van de eigen integriteitscode als ‘good practice’ benoemd. Het aanspreken van elkaar binnen de vereniging of dit ook gebeurt moet beter en frequenter. De Commissie Code Goed Bestuur zou daar een stimulerende rol in kunnen spelen. Dat gesprek gaan we na de zomer met de Commissie en daarna ook breder binnen de vereniging voeren.
     
  4. We hebben op de afgelopen ALV besloten om een accreditatiesystematiek voor bestuurders in te richten. Reflectie op het eigen integer handelen en op rol van bestuurder als hoeder van de integriteit van de organisatie, speelt in deze accreditatie een belangrijke rol. Het gesprek over het verplichtend karakter van accreditatie vervolgen we in het najaar. De uitzending van Nieuwsuur is een extra argument om als sector te willen dat alle bestuurders die bij onze vereniging horen zich daadwerkelijk laten accrediteren.
     
  5. In de uitzending van Nieuwsuur ging het niet alleen over integriteit. Een onderliggend thema was ook marktwerking in het onderwijs. De verzelfstandiging van de besturen in de jaren ’90 van de vorige eeuw en de instelling van de lumpsum pasten in een neoliberaal paradigma. Inmiddels is er een breed maatschappelijk besef dat zeker in de publieke sector marktwerking niet altijd tot het beste resultaat leidt. Er zijn bijwerkingen en negatieve effecten. Dat gaat niet alleen over onderwijsadviesbureaus, maar ook over bijvoorbeeld de leermiddelenmarkt en de huiswerkindustrie. Het gaat zelfs verder. Het raakt ook aan de huidige bekostiging van scholen die concurrentie aanwakkert, met vaak meer segregatie en kansenongelijkheid tot gevolg. Terug naar de vorige eeuw waarbij Den Haag alle bonnetjes controleert wil niemand, maar we zouden als vereniging wel pro-actiever zelf met voorstellen kunnen komen om te corrigeren op de huidige praktijk. Actuele politieke discussies over besturing en bekostiging voelen vaak als een aanval op de huidige praktijk en de rol van bestuurders. We zouden ze ook als een uitnodiging kunnen zien om zelf met voorstellen te komen om het functioneren van ons stelsel te verbeteren.
     

Kortom: er is werk aan de winkel. Huiswerk dat we in het nieuwe schooljaar samen oppakken. Voor nu wens ik jullie allemaal een goede zomer!