Blog Henk Hagoort: Pesten
09 maart 2022
Ik denk er niet vaak aan terug, maar de brief die minister Wiersma afgelopen week naar de Tweede Kamer stuurde over sociale veiligheid rakelde de herinnering weer even op. Ik ben als kind gepest op school. In de laatste klassen van de basisschool liep dat af en toe behoorlijk uit de hand. Niet alleen op het schoolplein maar ook in de wijk waarin ik woonde: opgesloten in een schuur, rotte eieren in mijn nek, uitgescholden. School was voor mij in die jaren geen veilige plek. Het ging gelukkig voorbij toen ik naar de middelbare school ging en ik heb er geen blijvende schade van opgelopen. Maar dat had net zo goed anders kunnen zijn.
Ik snap het dus helemaal dat Wiersma aangeeft er alles aan te willen doen om van school een veiliger omgeving te maken, wat ook de reden is dat je wordt gepest of buitengesloten wordt. Scholen maken daar al veel werk van, maar het kan en moet beter zo blijkt uit de Landelijke Veiligheidsmonitor 2020-2021. De minister kondigt daarom een aantal maatregelen aan, zoals een landelijk meldpunt en scherper toezicht. Hij zet daarnaast stevig in op burgerschap. Het is de bedoeling dat scholen de waarden van veiligheid, diversiteit en gelijkheid op hun leerlingen overbrengen. Dat betekent dat ze leren om kritisch na te denken en om te gaan met andere meningen. En daar ben ik het hartgrondig mee eens. De minister gaat vervolgens een ondersteuningsstructuur voor scholen in het leven roepen die scholen gaat helpen om de al eerder aangescherpte burgerschapswet binnen de school te implementeren. En juist daar beginnen mijn zorgen.
De actiegerichtheid van de minister is lovenswaardig, maar heeft een risico. Zeker bij het aankondigen van een nieuwe ‘ondersteuningsstructuur’ met een bijbehorend programma en plan van aanpak. Hoe goed bedoeld ook: zo’n plan van aanpak komt als zoveelste initiatief een school binnen, terwijl het vraagstuk sociale veiligheid juist om een integrale aanpak vraagt. Programma’s als Samen minder suïcide, Jongeren extremisme en polarisatie, Relaties en seksualiteit en Gezonde School raken allemaal aan dezelfde thematieken rond sociale veiligheid, veerkracht en welbevinden van leerlingen. Toch hebben ze vanuit de overheid en bijbehorende subsidies elk hun eigen programma en aanpak. Het leidt tot een stapeling van protocollen, meldcodes, stappenplannen en monitors met bijbehorende taken en rollen in de school, soms zelfs vanuit verschillende ministeries: bijvoorbeeld de Pestcoördinator, de Coördinator Gezonde School en de Coördinator Burgerschap. Allemaal goed bedoeld, maar voor scholen levert deze hoeveelheid aan verschillende (wettelijke) voorschriften onduidelijkheid en extra werkdruk op. Bovendien zit het een integrale aanpak op schoolniveau in de weg. Het zal u daarom niet verbazen dat wij deze week in een brief de Tweede Kamer hier met klem op gewezen hebben.