Sectorraden: meer samenhang nodig in aanpak sociale veiligheid

08 maart 2022

De sociale veiligheid op scholen moet verder worden versterkt. Hierover waren de minister en Tweede Kamer het eens, tijdens het debat over dit thema op 9 maart jl. Tijdens dit debat werden onder meer de plannen van minister Wiersma hiertoe besproken, die hij vorige week naar de Kamer stuurde. Net als de VO-raad steunt de Kamer de koers van de minister, maar hebben Kamerleden ook zorgen. In aanloop naar het debat gaven de sectorraden in een brief al aan aandacht te missen voor de huidige versnippering in de aanpak sociale veiligheid, en pleitten ze voor meer samenhang hierin.

Zowel in de brief van de minister als in het debat werd gewezen op een aantal uitkomsten van de Veiligheidsmonitor 2021. Uit deze monitor blijkt dat - hoewel het vaak goed gaat - er nog veel leerlingen worden gepest en lastiggevallen in het onderwijs. Ook willen/durven betrokkenen nog niet altijd melding te maken en schort het soms aan goede opvolging van die meldingen door de school. 

Het is daarom belangrijk in te zetten op het verder versterken van de sociale veiligheid, en hierbij specifieke aandacht te hebben voor kwetsbare groepen zoals lhbti-leerlingen en meisjes, zo werd benadrukt. In de brief die de minister op 4 maart naar de Kamer stuurde, gaf hij aan dit te willen doen langs drie lijnen:

  • De lat hoger op het vlak van sociale veiligheid. Scholen zouden - waar nodig - nog actiever werk moeten maken van een goed veiligheidsbeleid, met een focus op communicatie hierover, inzet op preventie en kordaat handelen bij incidenten. En verder moeten investeren in burgerschapsonderwijs, om leerlingen waarden zoals gelijkheid en respect voor diversiteit bij te brengen. Wiersma wil daarnaast werk maken van een meldplicht voor scholen bij incidenten van ernstige sociale onveiligheid. Ook wil hij de monitoring sociale veiligheid versterken, door deze uit te breiden naar het personeel en te verdiepen en verbreden voor leerlingen. 
  • Meldpunt. Er moet een onafhankelijk meldpunt komen, waar leerlingen, ouders en onderwijspersoneel onveilige situaties laagdrempelig kunnen melden en waar altijd een vervolg wordt gegeven aan hun melding. Ook wil Wiersma het meldpunt van de vertrouwensinspecteurs bij de Inspectie beter bekend en bereikbaar maken, en onderzoeken hoe het huidige klachtenstelsel kan worden verbeterd. 
  • Eerder ingrijpen indien nodig. De minister wil kijken hoe sociale veiligheid een prominentere positie in het toezicht kan krijgen. Blijkt dat een school structureel in strijd handelt met de zorgplicht voor de veiligheid of het burgerschapsonderwijs, dan moet eerder kunnen worden ingegrepen. De minister verwijst hierbij naar het wetsvoorstel ter uitbreiding van het bestuurlijk instrumentarium. Daarnaast wordt onderzocht hoe sneller kan worden ingegrepen bij (informele) onderwijsinstellingen die anti-integratief, antidemocratisch of antirechtsstatelijk opereren.
     

Toerusten scholen en leraren

Deze lijnen werden in het debat nader toegelicht en besproken. Er was in de Kamer steun voor de plannen, maar er waren ook zorgen. Peters (CDA) noemde de lijnen vooral instrumenteel en procedureel; hoe wil de minister ervoor zorgen dat scholen hier echt mee aan de slag gaan en zich verder professionaliseren op dit vlak? De Kamer vroeg hierbij aandacht voor de ondersteuning van scholen en leraren. Zo stelde Westerveld (GroenLinks) dat er in de lerarenopleidingen meer aandacht moet zijn voor het toerusten van leraren op het gebied van sociale veiligheid, en pleitte Van Meenen (D66) voor bevoegde docenten burgerschap, om burgerschap en sociale veiligheid ook meer met elkaar te verbinden op scholen. Ook de VO-raad ervaart dat deze verbinding nog niet altijd vanzelfsprekend is. Wiersma gaf in zijn reactie aan scholen verder te willen ondersteunen in het realiseren van sociale veiligheid, met extra aandacht voor de toerusting van leraren. Wat betreft het verbinden van burgerschap en sociale veiligheid ziet hij de aangescherpte burgerschapsopdracht als voldoende sturend.

Versnippering tegengaan

Ook de brief van de sectorraden werd in het Kamerdebat aangehaald. Met deze brief, die voorafgaand aan het debat werd verstuurd, vroegen de raden aandacht voor een belangrijk ontbrekend punt in de plannen van de minister: het inzetten op meer samenhang in de aanpak sociale veiligheid op scholen. Op dit moment krijgen scholen te maken met veel losse thema's en programma's, allemaal met eigen interventies en financiering. Om een sociaal veilig klimaat te creëren, willen de PO-Raad en VO-raad dat scholen meerdere samenhangende interventies, programma’s en methoden in kunnen zetten, op verschillende niveaus en samen met ouders en omgeving. Ook pleiten ze voor meer samenhang vanuit een interdepartementale aanpak. Scholen kennen nu diverse functionarissen rond sociale veiligheid, die weer te maken krijgen met verschillende protocollen, meldcodes en handelingskaders, voorgeschreven vanuit verschillende departementen. Het gevolg: een wirwar aan wettelijke voorschriften die voor onduidelijkheid en extra werkdruk zorgt.

Wat betreft de plannen voor de monitoring sociale veiligheid wees de VO-raad er eerder al op dat er aandacht moet zijn voor de toename in werkdruk en administratieve lasten voor scholen. Ook onderstrepen we dat er geen monitoring bij moet komen als doel op zich, maar dat er goed gekeken moet worden hoe deze (extra) monitoring bijdraagt aan het doel van een sociaal veilige school. 

In de Kamer werden ook zorgen geuit over de versnippering en werd erop gewezen dat er met de plannen van de minister nog een meldcode en meldpunt en meer monitoring bijkomen. Diverse Kamerleden vroegen zich af hoe de minister ervoor wil zorgen dat scholen niet ten onder gaan aan alle verplichtingen en dat er meer samenhang komt in de aanpak. De minister had echter voor nu geen helder antwoord voorhanden op deze vraag. 

Vervolg

Kort na het zomerreces wordt opnieuw een brief over sociale veiligheid naar de Kamer gestuurd, waarop weer een debat volgt.