Femke Geijsel: ‘Hoe mooi zou het zijn als je een vernieuwing kunt onderbouwen met eigen data?’
24 januari 2023
“Wanneer we brede vorming van leerlingen meetbaar willen maken, hebben we data nodig”, steekt Femke Geijsel van wal. Ze is academic director en associate professor aan de TIAS School for Business and Society in Tilburg.
“In het basisonderwijs is het gemakkelijker om in kaart te brengen hoe leerlingen presteren in relatie tot hun sociaal-emotionele ontwikkeling, omdat daar een of twee leraren vrijwel dagelijks contact met de leerling hebben. Zij leggen gegevens van leerlingen vast in het leerlingvolgsysteem. Die gegevens kun je gebruiken om te analyseren hoe het in een school, maar ook in een groep scholen of in alle Nederlandse scholen gaat met leerlingen, om op basis daarvan het onderwijs verder te ontwikkelen en beter aan te sluiten bij de ontwikkeling van leerlingen.”
Geen samenhang
In het voortgezet onderwijs is het ingewikkelder om te meten hoe het met de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen gaat, vertelt Geijsel. “Op middelbare scholen beperkt de registratie zich tot leerprestaties. Andere gegevens van leerlingen staan wellicht in notities, maar worden niet systematisch vastgelegd.”
Dat maakt het lastig om naar patronen te kijken in scholen, tussen scholen en in de sector. “Het leidt er ook toe dat je in de samenhang der dingen zaken mist. Natuurlijk kunnen we naar deelterreinen kijken, zoals de gezondheid van jongeren. De GGD’s hebben daar immers rapportages van. Maar daarmee weet je nog niet hoe die cijfers zich verhouden tot hoe leerlingen leren en wat hun leerprestaties zijn. Die verbinding is moeilijker te leggen.”
Scholen kregen zicht op hoe het met hun leerlingen ging, maar ze konden zich ook spiegelen aan andere scholen.
Patronen
Registreren is nodig om aan onderwijskwaliteit te kunnen werken, vindt Geijsel. “Op basis van data kun je het gesprek voeren op het niveau van de leerling over hoe het met hem of haar gaat. Zo kun je het maatwerk dat je als school wilt bieden, ergens op baseren.”
Vervolgens kun je op basis van de kennis uit de praktijk ook nagaan in hoeverre bepaalde dingen niet alleen spelen bij een groepje leerlingen of in een school of een aantal scholen, maar ook in de sector als geheel. “Dan kun je naar patronen kijken. Je genereert als sector bovendien zelf de brede kennis over onderwijskwaliteit, ook in relatie tot onderwijsvernieuwingen. Die worden vaak ingezet met een bepaalde intentie, zoals het bevorderen van de motivatie van leerlingen door hun meer eigenaarschap te geven. Hoe mooi zou het zijn als je een vernieuwing kunt onderbouwen met eigen data en vervolgens op basis van eigen analyses kunt verfijnen?”
Corona
Ook de coronacrisis en de schoolsluitingen hebben duidelijk gemaakt dat het belangrijk is om vanuit een holistisch perspectief naar jongeren te kijken, vindt Geijsel. “Voorheen was het belang van de sociaal-emotionele ontwikkeling en motivatievraagstukken in relatie tot leerprestaties ook wel duidelijk, maar het is door corona indringender naar voren gekomen. Ook weten we nu dat dit niet beperkt moet zijn tot leerlingen met een zorgproblematiek.”
Geijsel deed zelf tijdens de eerste lockdown onderzoek naar het welzijn van leerlingen. “Binnen acht weken hadden we de resultaten van 22.000 leerlingen in kaart. We stelden samen met een groep scholen dezelfde vragen aan al die leerlingen. Scholen kregen daardoor zicht op hoe het met hun leerlingen ging, maar ze konden zich ook spiegelen aan andere scholen. Ze konden de resultaten dus gebruiken voor bijvoorbeeld driehoeksgesprekken met leerlingen en ouders, maar ook voor overstijgende analyses.”
De schoolscan is iets van de sector, de individuele scholen en de wetenschap samen.
Schoolscan
Dit onderzoek van Geijsel werd verder ontwikkeld voor het maken van de NPO-Schoolscan, die scholen voor het opstellen van een NPO-plan konden inzetten. “In een samenwerking bij OMO van kwaliteitszorgmedewerkers, leidinggevenden, onderzoekers, leerlingen, leraren en eloo (een educatief softwarebedrijf) hebben we een tool kunnen inrichten waarmee scholen en besturen van leerling- tot schoolniveau kunnen bestuderen hoe het met de leerlingen gaat. Heeft het pakket van maatregelen het resultaat gehad dat we voor ogen hadden? Hebben we de goede dingen gedaan?”
Het is volgens Geijsel een mooie aanzet voor de systematische verzameling van gegevens over leerlingen in het voortgezet onderwijs. “De schoolscan is iets van de sector, de individuele scholen en de wetenschap samen. Ermee werken binnen de school is niet genoeg. Er is ook een systeemblik nodig. Met de schoolscan doet de sector zelf daar de voorzet toe. Maar er vinden natuurlijk ook andere wetenschappelijke onderzoeken plaats naar bijvoorbeeld het welzijn van leerlingen. We kijken hoe we dat verder kunnen afstemmen. Want we moeten oppassen met een dubbele belasting van scholen en leerlingen.”
Privacy
De privacy van leerlingen is volgens Geijsel bij het systematisch registreren van gegevens overigens een belangrijk punt waarop moet worden gelet. “Daar moeten we met elkaar goed over in gesprek. Want de vraag naar privacy van leerlingen zal zonder twijfel op tafel komen. We vinden brede vorming belangrijk, tot op het niveau van elke individuele leerling, en dan gaan we dus gegevens bij elkaar brengen. Hoe richten we dat in? Scholen gaan natuurlijk secuur om met de privacy van leerlingen, en dit verdient dan ook aandacht bij de schoolscan, net als in het leerlingvolgsysteem op basisscholen. Een belangrijke rol is uiteraard weggelegd voor de Functionaris Gegevensbescherming en de medewerkers kwaliteitszorg in de scholen.”
Onderzoekende cultuur
De NPO-Schoolscan kan meehelpen om een goed begrip te krijgen van wat werkt, en vooral: wat werkt onder welke omstandigheden en bij wie. Het kan bovendien schoolleiders helpen bij de ontwikkeling van hun school als professionele en lerende organisatie. Geijsel: “Het unieke van de schoolscan is dat er zoveel verschillende gegevens in onderlinge samenhang bekeken kunnen worden. Niet alleen in bovenschools onderzoek, maar juist ook binnen de scholen. De NPO-Schoolscan biedt concrete handvatten om binnen scholen te werken aan een onderzoekende cultuur waarin onderwijsprofessionals datafeedback gebruiken om zich als professionele leergemeenschap te ontwikkelen.”