Van Koken tot W=kunde+
Koken, Robotica, Proefkonijnen, Sportoriëntatie, Theater of W=kunde+; leerlingen kunnen op Het Stormink kiezen uit maar liefst 12 tot 15 TOP-programma’s, gericht op het ontwikkelen van hun talenten. Ze worden geholpen bij hun keuze door een informatieboekje en een talentenmarkt waar alle programma’s worden gepresenteerd. De talentontwikkelprogramma’s worden gegeven in heterogene groepen (vmbo-, havo- en vwo-leerlingen) en beslaan drie aaneengesloten uren per week. De eerstejaars leerlingen volgen in een jaar drie programma’s van 9 weken en in het tweede en derde leerjaar zijn er twee programma’s van 18 weken ingepland.
Tien procent
Het idee voor de TOP-programma’s ontstond in 2014. In een schoolontwikkeltraject werd duidelijk dat Het Stormink meer wil doen aan talentontwikkeling van leerlingen én leraren en meer ruimte wil geven voor passie en enthousiasme. “We wilden in eerste instantie 10 procent van de onderwijstijd aan het TOP-programma besteden”, vertelt teamleider Yvonne Zweverink. “Een ontwikkelgroep, die later is verder gegaan als ‘TOP-groep’, is enthousiast met het idee aan de slag gegaan. Drie jaar geleden zijn we er in het eerste jaar mee begonnen en dit schooljaar doen voor het eerst alle drie de leerjaren mee.”
Motiverend
Docent en TOP-coördinator Erik de Jong zag al snel dat de talentontwikkelprogramma’s bij leerlingen inderdaad volop passie en enthousiasme opwekken. Volgens Erik heeft dat veel te maken de insteek. “We richten ons in het onderwijs meestal op de onderdelen waarin leerlingen wat achterblijven; we helpen ze om van een 5 een 6 te maken. Maar met deze programma’s ondersteunen we de leerlingen om nóg beter te worden in iets waar ze al goed in zijn. Dat motiveert hen enorm. Bovendien wordt hun eigenaarschap versterkt doordat ze zelf mogen bepalen welk talentprogramma ze willen volgen. Ook dat motiveert.”
Waar maak ik nou mee in de reguliere les dat ik de hersenen van een haai sta te ontleden!
Positieve energie
Datzelfde geldt voor de leraren die de programma’s verzorgen. Erik: “Toen wij hiermee begonnen, hebben we in de personeelskamer een bord opgehangen waar leraren hun ideeën konden opschrijven: waarover zou jij een programma willen ontwikkelen? Wat zou jij leerlingen willen leren? Dat leverde niet alleen veel mooie thema’s op; het maakte ook ontzettend veel energie los. Veel collega’s vonden het fantastisch om voor leerlingen een programma te ontwikkelen over iets dat ze zelf boeiend vinden. De thema’s hebben vaak raakvlakken met hun vak, maar het kan ook een persoonlijke interesse zijn. Er zijn weinig kaders, dus leraren hebben veel vrijheid om hun eigen programma vorm te geven. Ook dat geeft hun positieve energie.”
Collega’s vinden het fantastisch om een programma te ontwikkelen over iets dat henzelf boeit
Ontzorgen en ondersteunen
Gaandeweg ontwikkelde de TOP-groep een aantal inhoudelijke kaders voor de programma’s. Zo moet er in ieder programma aandacht zijn voor de drie competenties samenwerken, reflecteren en presenteren. De groep heeft voor deze competenties een matrix gemaakt die leraren daarbij ondersteunt. “Als TOP-groep hebben we een ontzorgende en ondersteunende rol”, vertelt Erik. “We hebben bijvoorbeeld ook een format ontwikkeld voor het maken van een leerplan voor de programma’s en we organiseren leerplangesprekken, waarin de leraren hun plannen aan elkaar presenteren en bespreken. Verder besteden we op studiedagen aandacht aan de talentontwikkelprogramma’s en organiseren we bijeenkomsten waar leraren ervaringen met elkaar uitwisselen en op de programma’s reflecteren.”
Pittig
Voor de leraren is het met name een uitdaging dat ze in deze programma’s werken met een heterogene groep. De TOP-groep heeft daarvoor gekozen omdat de school het belangrijk vindt dat leerlingen van verschillende niveaus elkaar ontmoeten. Erik: “Voor leraren is dat best pittig, omdat het complexere vormen van differentiatie vereist. Daar besteden we op studiedagen regelmatig aandacht aan.” Ook de toetsing is in heterogene groepen een aandachtspunt. De leraar beoordeelt de ontwikkeling die een leerling op zijn eigen niveau heeft doorgemaakt als onvoldoende, voldoende, goed of uitstekend. “Leraren bepalen zelf hoe ze dat toetsen,” vertelt Erik, “bijvoorbeeld door de leerlingen een opdracht te laten uitvoeren of een werkstuk te laten maken.”
Ik vond het heel erg leuk, want we mochten ons eigen toneelstuk maken en we waren heel vrij in wat we deden en hoe we dat deden
Samen op reis
De genoemde instrumenten en activiteiten van de TOP-groep verhogen de kwaliteit van de programma’s, ziet Yvonne, die als teamleider een vinger aan de pols houdt. Ook wordt de kwaliteit van de programma’s verbeterd op basis van de genoemde leerplangesprekken en de uitkomsten van de leerlingenenquête die na afloop van een programma wordt afgenomen. “We hebben ervoor gekozen om samen op reis te gaan zonder alles van tevoren uit te stippelen”, zegt Yvonne. “Door goed te reflecteren in de leerplangesprekken en op studiedagen, zien we gaandeweg wat we kunnen aanpassen en verbeteren. We willen binnen Het Stormink volgend schooljaar ook in de bovenbouw van de mavo een programma gaan aanbieden. Dat zijn we nu aan het voorbereiden.”