Samen het wiel uitvinden: deelnemers webinar ‘Scholen en armoede’ delen tips
08 december 2022
Signalering
“Als scholen sterk zijn in het signaleren van armoede, dan win je iets”, benadrukte een van de deelnemers aan het begin van het webinar. Immers, om goed beleid te kunnen voeren op dit vlak moet je eerst weten in welke mate dit speelt op school en specifiek bij welke leerlingen en ouders. Maar, hoe krijg je hier goed zicht op? Vaak is armoede lastig zichtbaar. Er komt veel schaamte bij kijken, waardoor het niet ter sprake wordt gebracht, zo geven de deelnemers in het webinar aan. Soms is het ook moeilijk te bepalen of het om armoede gaat of dat bijvoorbeeld sprake is van verwaarlozing, of van drukke ouders of opstandige pubers. Zo kunnen leerlingen soms ook met een lege broodtrommel op school komen omdat het thuis vergeten wordt of omdat ze zelf hun brood weggooien. Een dilemma voor scholen is hierbij steeds ook: in hoeverre kan je rechtstreeks aan leerlingen en ouders vragen of zij met armoede kampen?
Een aantal tips op dit vlak:
- “Wij kijken vooral of het gedrag van een leerling verandert. En hoe zijn de kleren: zijn ze bijvoorbeeld vaak te klein of niet gewassen of dragen leerlingen altijd hetzelfde? En: heeft een leerling heel vaak geen eten mee?”
- “We merken het ook aan het vervoer naar school. Bijvoorbeeld dat leerlingen van heel ver naar school komen lopen, omdat er geen geld is voor een fiets of het ov.”
- “Signalen kunnen zijn dat ouders de vrijwillige ouderbijdrage niet betalen, zaken als werkkleding niet kunnen betalen en/of zaken ontduiken als ‘neem wat mee voor…’. Of als ouders opeens niet meer willen dat we op huisbezoek komen.”
- “Juist als leerlingen vaak in opvallend dure merkkleding komen, kan dat een teken zijn van armoede: leerlingen zijn hierdoor kwetsbaarder en worden gemakkelijker verleid tot criminele activiteiten.”
- “Ik ben dit actief gaan onderzoeken, heb bijvoorbeeld de gemeente gebeld om te vragen hoeveel mensen in armoede leven. Dit geeft ook een beeld van hoeveel het in onze klassen voorkomt.”
- “Praat er over, haal het uit de taboesfeer. Hoe makkelijker je er zelf over praat, hoe makkelijk anderen het ook delen.”
- “Een zorgmaatschappelijk werkster uit het zorgteam gaat bij ons in gesprek met ouders. Zij heeft wat meer afstand tot de school; we merken dat ouders dan vaak meer vertellen.”
- “We proberen bij nieuwe leerlingen een huisbezoek te plannen, om zo ook zicht te krijgen op dit stuk. Bij ouders thuis zie je het vaak wel en kan je het dan ook bespreekbaar maken. Als je het toch gewoon benoemt, zijn ouders er vaak best open en eerlijk over, ook omdat je vanuit school komt.”
- “Wij hebben ingezet op startgesprekken door de mentor aan de hand van een gespreksleidraad, om meer te weten te komen over de leerlingen/ouders en wat eventueel thuis speelt.”
- “Bied de optie om op het aanmeldformulier voor de school iets aan te vinken; bijvoorbeeld dat je als ouders actief benaderd wilt worden voor steun op dit vlak. Aandachtspunt is dan wel: voor veel laaggeletterde ouders zijn deze formulieren lastig.”
- “Ik hoor soms bij de warme overdracht van po naar vo dat sprake is van armoede. In het po is er vaak een directere connectie met ouders en is er meer over bekend.”
- “We zijn gestart met trainingen voor personeel (specifiek mentoren) over hoe je armoede kunt signaleren en hier het gesprek over kunt aangaan. Hier komt ook meer aandacht voor op studiedagen.“
- “Ga in gesprek met externe partijen met meer expertise op het gebied van (het signaleren en bespreekbaar maken van) armoede, om te sparren en tips te krijgen.”
Mogelijke acties
Hoewel scholen de armoedeproblematiek van gezinnen niet kunnen oplossen, kunnen ze wel een rol hebben in het ondersteunen van leerlingen en ouders op dit vlak en in het helpen verbeteren van de situatie. Hieronder een aantal in het webinar genoemde voorbeelden van acties die scholen ondernemen op dit vlak, vaak in samenwerking met maatschappelijke partners.
- “We zijn begonnen met een gastles vanuit ‘De Vonk’ rond armoedebestrijding en hebben hierbij een ‘arm/rijk spel’ gespeeld. Dit leverde mooie gesprekken op. Mijn klas heeft nu de opdracht gekregen om zelf iets te gaan bedenken tegen armoede (binnen de pilot praktijkgerichte programma’s vmbo).”
- “Investeer in financiële educatie. Ik vond het een goed idee om er als school een (breder) programma van te maken: hoe ga je om met geld, eet je gezond etc.”
- “Wij hebben als school een solidariteitsfonds.”
- "Bij ons op school zijn geen verplichte gymkleding en andere materialen nodig”.
- “Als blijkt dat het nodig is, regelen we ook spullen zoals kleding voor leerlingen, ook door het aan andere ouders te vragen. De vraag is wel: hoe ver ga je hier als school in?”
- "Alle leerlingen weten dat je bij biologie (als je het toch over menstruatie hebt) altijd maandverband kunt halen. Het is ook laagdrempelig omdat je kunt zeggen: oh ik ben het even vergeten.”
- “We hebben een schoolontbijt geregeld. We willen hierbij toe naar een lopend buffet, iets later op de ochtend ook, waarbij meer leerlingen even gemakkelijk langs kunnen lopen. Dit maakt het ook minder opvallend. Het ontbijt wordt gesponsord door een supermarkt, die al een stagebedrijf voor ons was.”
- “We hebben externe instanties betrokken om kinderen kansen te geven in talenturen buitenschoolse activiteiten te doen”.
- “Wijs ouders de weg naar ondersteuning, ook in samenwerking met de gemeente. Wij hebben bijvoorbeeld contact met de gemeente Rotterdam gelegd; zij hadden al een poster ontwikkeld en een infographic die ze gaan rondmailen naar alle ouders. Ook komt er op onze website een grote groene ‘zorgknop’ met achterliggende informatie. Dit om het zo laagdrempelig mogelijk te maken.”
- “Mensen weten vaak niet waar ze recht op hebben. Als een school al wat tips kan geven voor middelen die gewoon beschikbaar zijn, kan dat enorm helpen. Als je in armoede bent beland dan is er niet altijd tijd of energie om alles nog uit te moeten gaan zoeken. De vraag is wel hoever je als school moet gaan om ouders van dit soort informatie te voorzien.”
- “We hebben de (landelijke en regionale) ondersteuningsmogelijkheden in duidelijke taal op een rijtje gezet voor ouders, zodat ze van zoveel mogelijk dingen gebruik kunnen maken.”
- “Budgetcoaches voor ouders zijn erg aan te bevelen, als onderdeel van het zorgteam. Zij hebben specifieke kennis en weten via alle wegen waar extra gelden te vinden zijn. Deze coaches kunnen worden ingeschakeld op scholen via de gemeente.”
- “Wij hebben korte lijntjes tussen leerlingen en coaches. Deze coaches praten veel met leerlingen die het moeilijk hebben en bieden steun. Het is belangrijk te werken vanuit een vertrouwensband. We werken ook samen met wijkteams en met jongerenwerkers vanuit de gemeente. Zij hebben soms ook een migratieachtergrond en kunnen bepaalde leerlingen beter helpen. Haal vooral ook dit soort mensen binnen de school.”
Zie ook het artikel 'Armoede en geldzorgen, wat kan de school betekenen?', inclusief de geactualiseerde handreiking 'Omgaan met armoede op scholen'. Scholen vinden hierin meer goede aanpakken en tips.