Ideale school
‘Wat vind je belangrijk in je vak en wat wil je met de leerlingen bereiken?’ Dat vroeg rector Roos Bloemberg in 2017 geleden tijdens een studiedag aan alle leraren. ‘We willen het kind meer “zien” en op maat bedienen’, was het antwoord. “Vervolgens hebben we ook aan leerlingen en ouders gevraagd wat hun ideale school zou zijn”, vertelt Roos. “Leerlingen gaven aan meer regie te willen over hun leerroute en behoefte te hebben aan meer keuzes. Ouders vinden aandacht voor en begeleiding van hun kind heel belangrijk.”
Maatwerk en keuzevrijheid
Hoe geef je vervolgens concreet handen en voeten aan deze wensen? Na meerdere sessies met leraren over hoe de ideale schooldag eruit zou kunnen zien, werd een schoolplan geschreven waarin aandacht, maatwerk en keuzevrijheid centraal staan. “We zijn met een projectgroep bestaande uit vijf leraren begonnen met twee hoofdpunten uit dat schoolplan, namelijk een coachende aanpak en de invoering van een keuzeprogramma”, aldus Roos. Met de nieuwe koers wil de school leerlingen maatwerk en keuzevrijheid geven zodat ze zich gekend voelen op hun eigen niveau.
Alle leraren zijn coach
Babs Penning de Vries is docent wiskunde en als projectleider nauw bij deze verandering betrokken. “Om van alle leraren een coach te maken, zijn we eerst begonnen met het traject ‘Van mentor tot coach’. Via algemene bijeenkomsten, video’s met feedback op coachgesprekken en intervisiegroepen leren leraren hoe je een goed coachgesprek met leerlingen voert. “Iedereen is heel enthousiast over deze cursus ‘didactisch coachen’”, zegt Babs. “En het sluit perfect aan bij onze wens om leerlingen meer aandacht en begeleiding te geven.”
Experimenteren en evalueren
Om invulling te geven aan het keuzeprogramma werd de pilot ‘Leerling in Beeld’ gestart. Roos: “Dat is meteen een goede tip voor andere scholen die een verandering willen doorvoeren; begin klein, dan ontdek je de knelpunten en de goede dingen voordat je met een grote groep leerlingen start.” De pilot is nu in het derde en laatste jaar en vormt de basis voor de nieuwe aanpak. Roos: “Alle secties hebben in havo 1, 2 en 3 met differentiatie, werkvormen, (formatief) toetsen en feedback geoefend en geëxperimenteerd met lessen van honderd tot tweehonderd minuten. We hebben geëvalueerd welke elementen succesvol zijn en die nemen we mee in onze nieuwe onderwijsaanpak.”
Langere lestijden
Uit de evaluatie van de pilot bleek bijvoorbeeld dat leraren en leerlingen lessen van meer dan vijftig minuten prettig vinden. Ze bieden namelijk mogelijkheden tot meer feedback en diversiteit qua werkvormen. “Om ruimte voor keuzemodules in het rooster te creëren, besloten we met lessen van 80 minuten te gaan werken”, zegt Babs. “Leerlingen volgen drie tot vier vakken per dag en in lessen van tachtig minuten kunnen leraren iedere leerling echt ‘zien’ en op maat bedienen.”
Bekijk hier het filmpje van OBC Bemmel met uitleg over het nieuwe rooster:
Extra begeleidingstijd
Sommige leraren zijn bezorgd over de 20 procent lestijd die ze volgend jaar moeten ‘inleveren’. Zij bezoeken nu andere scholen die al met dit rooster werken. “Leraren moeten hun didactiek aanpassen en het geeft vertrouwen als je ziet hoe collega’s dat aanpakken”, zegt Roos. “Ook hebben we goed uitgelegd dat die tijd terugkomt in de coachgesprekken en in de keuzemodules die de leraren zelf invullen. Leraren krijgen drie uur per leerling per jaar extra begeleidingstijd en een extra tussenuur voor individuele coachgesprekken.”
Roos en Babs geven als leestip het boek ‘Het flexmodel VO’. In dit boek zet Alfred van der Heijden helder uiteen wat het Flexmodel is, hoe het Flexrooster is opgebouwd en hoe je als school het Flexmodel kunt implementeren.
Verdiepend en vakoverstijgend
De school gebruikt de keuzemodules voor ondersteuning, verdieping of vakoverstijgende projecten. “Wij willen echt iets inhoudelijks aanbieden om leerlingen hun talenten te laten ontwikkelen”, vertelt Babs. “Daarom kunnen leerlingen bijvoorbeeld ook kiezen voor vakken als programmeren, acteren of fotografie.” Met vakoverstijgende projecten speelt de school vooral in op de behoefte van leerlingen om de theorie aan de praktijk te linken. Bijkomend voordeel daarvan is de samenwerking in en tussen de verschillende secties. Babs: “Collega’s zijn daar erg enthousiast over en secties denken volop na over de mogelijkheden.”
Curriculum
In de secties wordt ook hard gewerkt om het curriculum in te dikken en werkvormen en toetsen voor te bereiden. Als schoolleider praat Roos formeel en informeel met leraren en houdt ze de vinger aan de pols. Vanaf september 2020 gaat het vmbo in alle klassen met het nieuwe rooster werken. Roos: “Voor havo en vwo beginnen we in klas 1 en 2 en nemen we meer tijd om met elkaar de richting in de bovenbouw te bepalen. We willen de leerlingen goed voorbereiden op hun eindexamen en zijn daar nu nog niet klaar voor.”
Meer motivatie
Babs is tevreden dat de structuur staat en dat alles volgens plan verloopt. “Nog even en we gaan er echt mee aan de slag. Als je aan iets nieuws begint, dan komen er altijd kinderziektes en iedereen voelt de druk. Ik hoop vooral dat we ermee bereiken dat onze leerlingen zich beter gekend voelen op hun eigen niveau en daardoor gemotiveerder zijn.” Voor Roos is het belangrijk dat de leerlingen ervaren dat ze meer aandacht krijgen en eigen keuzes kunnen maken. “Dat willen we onafhankelijk laten onderzoeken en evalueren. We hebben daarom voor de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) gekozen. Met behulp van interviews en vragenlijsten doen zij dit schooljaar een nulmeting bij leerlingen en leraren. Deze gaan ze vergelijken met een meting van volgend schooljaar. Ik heb ontzettend veel zin om met deze nieuwe aanpak te beginnen.”
Meer lezen over de verschillende fasen in een veranderproces en hoe je de verandering in jouw school verder kunt brengen? Bekijk de fasen van schoolontwikkeling.