Taskforce Onderwijs voor Oekraïne: ‘Wij proberen zo planmatig mogelijk te improviseren’
30 maart 2022
Hoe is dit begonnen?
Tijmen Smit: “We begrepen snel dat we veel mensen en grotere locaties nodig zouden hebben. En ook dat de ISK’s en de taalscholen een centrale rol zouden spelen. Een gecoördineerde aanpak leek ons het beste: samen personeel werven en samen het aanspreekpunt voor de gemeente zijn. Dus dat hebben we snel opgepakt met een webpagina, een mailadres en oproepen op LinkedIn. In het begin was het erg zoeken: hoeveel mensen komen er eigenlijk, hoeveel mensen hebben we nodig? Hoe komen we aan locaties, zowel voor vo als po? We zitten nog steeds wel in die fase, maar hebben ook al stappen gezet. Eén taalschool in ruste is weer opgestart en voor vo lijken we nu een locatie te hebben gevonden: op een bedrijventerrein, dat wel. Voorlopig kunnen we daar 200-250 leerlingen kwijt, maar we denken dat we alweer moeten verder zoeken naar een extra locatie. Zo’n 60 procent van de vluchtelingen zou in de leerplichtige leeftijd zitten. Dus reken maar uit, met een verplichte opvang van 2000 mensen per regio is een kleine locatie al snel niet meer toereikend. Vorige week (week 12) zijn we begonnen met intakes – met een tolk –, deze week zijn die leerlingen gestart op de huidige ISK. Maar we hebben er nu al 75 en ik verwacht dat het er snel meer worden, omdat er grote opvanglocaties in de regio gaan openen.”
Hoe verloopt de werving van leraren?
“We roepen via onze communicatiekanalen allerlei docenten op om zich aan te melden. Twee mensen lezen de reacties uit en splitsen die in vo en po en proberen dan te matchen. Onze ISK krijgt mogelijk een verviervoudiging van het aantal leerlingen. Dus we kijken naar het online onderwijsaanbod vanuit Oekraïne, op welk niveau de leerlingen zitten en hoe we zo goed mogelijk kunnen differentiëren. Maar we hebben gewoon een mismatch met wat we kunnen werven op korte termijn en wat we kunnen geven. Dus nu moeten we goed en anders gaan nadenken over lessentabellen, kijken wat haalbaar is met de mensen die wél beschikbaar zijn. Liefst hebben we natuurlijk veel NT2-docenten, leraren Nederlands en Engels, en goede kennis van het Oekraïense onderwijs. Maar dat is de ideale situatie. We proberen in een snelkookpan te leren en tegelijkertijd zo dicht mogelijk bij dat ideaal te komen. We kijken met een flexibele geest naar wat we kunnen aanbieden.”
Welke oplossingen vinden jullie voor deze complexe opgave?
“We schakelen op die drie niveaus: het onderwijs, de werving en instructie van docenten, en de randvoorwaarden: de coördinatie. Al doende leert men, dat geldt ook voor ons. Onze twee ISK-coördinatoren krijgen dit op hun bord en we kijken of extra ondersteuning voor hen nodig is. Daarnaast denken we na over een inductieplan voor nieuwe docenten. Niet een ingewikkeld programma, maar gewoon een crash course van een week voor docenten die ons willen en kunnen helpen. Met hulp van oud-collega’s kunnen we ze dan ze dan de basisprincipes bijbrengen van het werken voor deze groep leerlingen. En we proberen ook te kijken of er onder de Oekraïense vluchtelingen docenten en tolken zijn die we kunnen inzetten. Dat betekent dat we onze online oproepen ook in het Oekraïens of Russisch moeten plaatsen, want er blijkt ook nog veel miscommunicatie te zijn. Dus het is heel veel improviseren, en dat proberen wij zo planmatig mogelijk te doen! We vragen ons telkens af wat de vraag van volgende week is in plaats van deze week.”
Wat zijn de vraagstukken voor nu en straks?
“Locatie, personeel, continuïteit van het onderwijs, dat zijn de knelpunten. Een vraag is: in hoeverre moeten wij de leerlingen Nederlands leren? Wij willen ze graag wél een gedegen introductie geven in de taal, maar voor een volledig NT2-programma hebben we nu niet de capaciteit. Dus tot de zomervakantie doen we die introductie, maar daarna zullen we met een ander plan moeten komen. Als de kinderen langer blijven, moeten ze ook kunnen doorstromen naar regulier onderwijs. Ook het contact met Nederlandse leerlingen vind ik héél belangrijk. Daar moeten we echt mee aan de slag, maar daarvoor moet eerst het stof een beetje gedaald zijn. Dus ook dat wordt na de zomer.”
“Verder gaan we zoeken naar een vorm van gezamenlijk leren. Binnenkort hebben we in onze eigen taskforce een bijeenkomst om met de taalscholen en de ISK ervaringen uit te wisselen. Ook willen we graag met andere ISK’s overleggen over welke keuzes zij maken voor de lessentabel. Dat moeten we niet allemaal zelf willen uitvinden.”
Is jouw ISK ook bezig met onderwijs aan Oekraïense leerlingen? Heb je vragen of ideeën? Neem contact op met de GSF. Tijmen Smit: “Wij delen graag en we ontvangen ook graag!” Mail naar info@gsf.nl.