Vraag en antwoord CAO VO 2024/2025

18 december 2024

Op 18 december 2024 hebben de sociale partners een onderhandelaarsakkoord bereikt over een nieuwe CAO VO 2024/2025. Hieronder vind je de meest gestelde vragen over het onderhandelaarsakkoord.

 

Loon en looptijd

Welke afspraken zijn gemaakt met betrekking tot het loon?  

De salarissen worden per 1 januari 2025 verhoogd met 4,9%. Degene die op 1 december 2024 in dienst is bij de werkgever krijgt in januari 2025 een eenmalige bruto-uitkering toegekend van 1,23%. Deze eenmalige uitkering wordt berekend over 12x het bruto maandsalaris van december 2024. Het betreft hier het salaris naar rato. De uitkering wordt vermeerderd met de vakantie-uitkering en eindejaarsuitkering. De eenmalige uitkering is pensioengevend.

 

Zijn deze loonafspraken financieel gedekt?  

De beschikbare financiële ruimte is voldoende om deze loonafspraken te kunnen bekostigen. De financiële componenten hierbij zijn de kabinetsbijdrage in de arbeidsvoorwaardenontwikkeling 2024, de verwachte kabinetsbijdrage 2025, de mutaties in de pensioenpremies, de ingangsdatum van de loonafspraak en de (door)looptijd van de cao.

 

Wanneer vindt de pensioenafdracht plaats?

ABP bepaalt het pensioengevend inkomen (en daarmee de pensioengrondslag) op 1 januari van ieder jaar. Dat betekent dat de salarisverhoging meegaat met het pensioengevend inkomen (en de daarop gebaseerde premie) voor 2025.

 

Is de eenmalige uitkering ook pensioengevend?

Ja, op basis van het pensioenreglement van ABP is de eenmalige uitkering pensioengevend.  

 

Hoe zien de nieuwe salaristabellen eruit?

Per 1 januari 2025 gelden de nieuwe salaristabellen. Deze zijn tegelijk met het onderhandelaarsakkoord gepubliceerd.  

 

Hoe lang is de nieuwe CAO VO geldig?

De nieuwe cao komt in de plaats van de verlengde CAO VO 2023/2024 en treedt in werking met ingang van 1 oktober 2024. De CAO VO 2024/2025 loopt tot 1 november 2025.

 

Reiskosten

Vanaf wanneer gaat de nieuwe hoogte van de reiskostenvergoeding in?

De verhoging van de vergoeding voor reiskosten van € 0,17/km naar € 0,19 /km gaat in per 1 januari 2025.  

 

Heeft de wijziging gevolgen voor de uitruilregeling?  

Ja, de ruimte die er was bij een reiskostenvergoeding van € 0,17/km wordt nu verkleind doordat de maandvergoeding nu wordt bepaald op € 0,19/km.  

 

Loongebouw

Waarom is het loongebouw aangepast?

Het loongebouw in de cao bevat veel inconsequenties, moeilijk uitlegbare verschillen en andere onvolkomenheden. Daarom hebben cao-partijen afgesproken het loongebouw te harmoniseren, vereenvoudigen en verbeteren.

 

Welke wijzigingen zijn doorgevoerd in het loongebouw?

De volgende wijzigingen zijn tussen de sociale partners afgesproken:  

  • De schalen 1 t/m 8 zijn aangepast. Hierdoor zijn de schalen evenwichtiger opgebouwd. Alle werknemers blijven in dezelfde schaal en iedereen gaat er bij de nieuwe indeling in meer of minder mate op vooruit.  
  • Schaal 11 had 16 treden. Die zijn teruggebracht naar 12 treden en gelijkgeschakeld aan de treden van de lerarenschaal LC.  
  • De bedragen in schaal 13 worden iets extra verhoogd zodat deze schaal zich beter verhoudt tot de aangrenzende salarisschalen. Omdat het eindbedrag van lerarenschaal LE gelijk is aan de bestaande schaal 13, wordt de hoogste trede van LE eveneens verhoogd.

 

Per welke datum worden de wijzigingen ingevoerd en waar kan ik deze vinden?

De wijzigingen vinden plaats per 1 januari 2025. Tegelijk met de nieuwe salaristabellen, waarin de bedoelde wijzigingen al zijn verwerkt, is er ook een conversietabel beschikbaar waarin de eventuele beweging van het oude naar het nieuwe loongebouw is opgenomen.

Oktobertoelage  

Waarom hebben de sociale partners ervoor gekozen om de bestaande toelagen te vervangen door de oktobertoelage?

De sociale partners hadden de wens om de uitkeringen zoveel mogelijk te harmoniseren en daarmee een stap te maken om de cao transparanter en eenvoudiger te maken.

 

Wat gaat er precies veranderen?

Met de invoering van de nieuwe oktobertoelage vervallen de huidige in de cao opgenomen extra eindejaarsuitkering, uitkering ondersteunend personeel en de diverse bindingstoelagen. De volgende wijzigingen zijn afgesproken:

  • Alle werknemers OOP in de schalen 1 t/m 8 ontvangen een oktobertoelage van € 1.640.
  • Alle werknemers OOP/directie vanaf schaal 9 in de hoogste trede van de schaal ontvangen een oktobertoelage van € 1.640.
  • Alle werknemers OOP/directie vanaf schaal 9 niet in de hoogste trede van de schaal ontvangen een oktobertoelage van € 302,50.
  • Alle leraren in de hoogste trede van hun schaal ontvangen een oktobertoelage van € 1.640.

 

Hoe moet de nieuwe oktobertoelage worden berekend?

De oktobertoelage gaat in per 1 januari 2025 en wordt maandelijks opgebouwd naar rato van de werktijdfactor en de diensttijd. De eerste uitbetaling vindt plaats in oktober 2025. Doordat de eerste keer de toelage wordt opgebouwd vanaf 1 januari 2025 is de toelage in oktober 2025 10/12e deel van het jaarbedrag. In oktober 2026 wordt dan de volledige oktobertoelage uitgekeerd (want 12/12e opgebouwd).

 

Hoe moet worden omgegaan met opgebouwde rechten voor de vervallen toelagen/uitkeringen?

De vervaldatum van de extra eindejaarsuitkering, uitkering ondersteunend personeel en de diverse bindingstoelagen is 31 december 2024. De op dat moment opgebouwde rechten voor de bindingstoelage (september en verder) en de uitkering ondersteunend personeel (november en december) worden uitbetaald in januari 2025 of zo snel als mogelijk nadien.

 

Per welke datum worden de wijzigingen ingevoerd en waar kan ik deze vinden?

Met ingang van 1 januari 2025 wordt de oktobertoelage ingevoerd ter vervanging van diverse bestaande toelagen (extra eindejaarsuitkering, uitkering ondersteunend personeel en de diverse bindingstoelagen). Hiervoor hebben partijen een mutatieoverzicht opgesteld. Dit overzicht wordt tegelijk met de nieuwe salaristabellen gepubliceerd. 

Stagiaires

Welke vergoedingen zijn afgesproken en voor welke stagiaires geldt dit?

Eerder hebben de leden van de VO-raad in de ALV van 30 mei 2024 besloten om over te gaan tot het toekennen van stagevergoedingen. Deze afspraak wordt nu ook geformaliseerd in de nieuwe CAO VO, om daarmee op elke school tot dezelfde regeling te komen. De regeling gaat in per 1 augustus 2025 en geldt voor stagiaires van alle opleidingen vanuit het MBO, HBO inclusief kopopleidingen en de universitaire lerarenopleidingen. De vergoeding is afhankelijk van het leerjaar waarin de stagiair zich bevindt en wordt naar rato* van de omvang van de stage toegekend conform de onderstaande vergoedingstabel: 

  • Eerstejaars student        geen vergoedingen (veelal snuffel- en oriëntatiestages)  
  • Tweedejaars student       € 100 per maand
  • Derdejaars student         € 250 per maand
  • Vierdejaars student        € 400 per maand
     

De uitkering is bruto.

*Deze vergoedingen zijn gebaseerd op een stage van twee dagen per week en worden naar rato toegekend bij een hoger of lager aantal dagen per week.  

 

Hoe verhoudt deze afspraak zich tot de LIO’er?

De cao-partijen werken de afspraak over de stagiaires nader uit in een artikel in de cao waarbij ook aandacht wordt besteed aan het onderscheid met de leraar in opleiding (LIO) met een leerarbeidsovereenkomst.

Werkdrukverlichting en taakbeleid aanpakken door het professionele gesprek

Waarom hebben sociale partners afspraken gemaakt over werkdrukverlichting, en taakbeleid door het professionele gesprek?

Het terugdringen van te hoge werkdruk is prioriteit in het voortgezet onderwijs. In de afgelopen jaren zijn verschillende maatregelen genomen om tot werkdrukverlichting te komen. De cao-partijen spreken af daarmee door te gaan. Dat is belangrijk in het licht van het groeiende lerarentekort, de aantrekkelijkheid van het beroep en het waarborgen van de kwaliteit van het onderwijs.

In de afgelopen periode is o.a. gebleken dat sociale partners meer tijd nodig hebben voor het uitdiepen van structurele oplossingen om de werkdruk tegen te gaan. Daarbij speelt mee dat er verschillend wordt aangekeken tegen wat landelijk en wat lokaal moet worden afgesproken.  

Tevens hebben de partijen geconstateerd dat de huidige regelingen (o.a. over de verdeling van tijd) in de CAO VO erg complex zijn geworden. Dat belemmert een effectieve aanpak. De sociale partners vinden het belangrijk dat de CAO VO eenvoudiger toegepast kan worden, zodat het makkelijker wordt om tot werkdrukverlichting te komen.   

Uit divers onderzoek blijkt dat de collectieve werkdruk en individuele beleving vaak nauw samenhangen met een goede samenwerking op school, een inspirerende en gedragen onderwijsvisie en professionele ruimte voor leraren en schoolleiders. Het goede en professionele gesprek op school is hierin een aanjager. Om de dialoog goed vorm te kunnen geven is het belangrijk om als sociale partners hiervoor richtlijnen (raamwerk ‘professioneel gesprek en taakbeleid’) vast te stellen. In het gesprek op school wordt o.a. aandacht besteed aan de lestaak (maximaal/daadwerkelijk gegeven), klassengrootte, overige te verrichten schoolactiviteiten, collectieve en individuele werkdruk en werkdrukbeleving, professionele verantwoordelijkheden en autonomie (beroepsbeelden/profielen en professioneel statuut) en aanbod, toetsing en kwaliteit van onderwijs (taakbeleid en het professionele gesprek). 

Taakbeleid en het professionele gesprek

Hoe ziet de afspraak over het taakbeleid aanpakken door het professionele gesprek eruit?

Alle scholen richten vanuit de professionele dialoog het gesprek in over het taakbeleid. In het gesprek op school wordt o.a. aandacht besteed aan de lestaak (maximaal/daadwerkelijk gegeven), klassengrootte, overige te verrichten schoolactiviteiten, collectieve en individuele werkdruk en werkdrukbeleving, professionele verantwoordelijkheden en autonomie (beroepsbeelden/profielen en professioneel statuut) en aanbod, toetsing en kwaliteit van onderwijs. 

Het taakbeleid wordt hierin opnieuw beoordeeld en indien nodig gewijzigd, uiterlijk voor ingang van het schooljaar 2028-2029. Hiervoor gebruiken scholen het nieuw raamwerk ‘professioneel gesprek en taakbeleid’ dat de cao-partijen voor 1 juni 2025 willen uitwerken, zodat scholen hiermee vanaf 1 september 2025 aan de slag kunnen.  

 

Wanneer gaat deze afspraak in?

Vanaf 1 september 2025 kunnen scholen aan de slag met het nieuwe raamwerk ‘professioneel gesprek en taakbeleid’ zodat voor ingang van het schooljaar 2028-2029 het taakbeleid opnieuw beoordeeld en indien nodig gewijzigd kan worden.

 

Raamwerk ‘professioneel gesprek en taakbeleid’

Wat hebben de sociale partners afgesproken over het raamwerk ‘professioneel gesprek en taakbeleid’?

Voor het te ontwikkelen nieuwe raamwerk ‘professioneel gesprek en taakbeleid’ hebben de cao-partijen een aantal criteria opgesteld waaraan het raamwerk moet voldoen:

  • Het raamwerk is gericht op werkdrukverlichting, door leraren en scholen handvatten te bieden voor grip op in ieder geval de lestaak en de opslagfactor.
  • Het raamwerk biedt samenhang met andere voor werkdruk relevante onderwerpen zoals klassengrootte en het aanbod van onderwijs (waaronder de lessentabel).
  • Het raamwerk biedt een goede balans tussen landelijke cao-afspraken en decentrale afspraken die aansluiten bij specifieke situaties en behoeften op school.
  • Met het nieuwe raamwerk wordt de complexiteit van de cao teruggedrongen.  
  • Het nieuwe raamwerk is uitvoerbaar en betaalbaar.

 

Onderwerpen die in het ontwikkeltraject van het nieuwe raamwerk door sociale partners besproken worden, zijn in ieder geval:

  • Wat moet via landelijke cao-afspraken worden vastgelegd en wat moet via lokale afspraken op school?
  • Mogelijkheden om meer focus te leggen op het primaire proces c.q. de lesgebonden verantwoordelijkheden. Hierbij wordt onder andere gesproken over de maximale lestaak, het aantal startmomenten, klassengrootte, opslagfactor en ontwikkeltijd.  
  • De professionele ruimte en verantwoordelijkheden, zeggenschap en dialoog (zoals vereist in het professioneel statuut).  
  • Hoe kunnen bepaalde regelingen in de CAO VO (bijvoorbeeld ten aanzien van ontwikkeltijd en persoonlijk budget) vereenvoudigd/aangepast worden en welk effect kan dit hebben op de lessentaak? Is het hierbij mogelijk om tot een lestaak van 720 klokuren per jaar te komen?
  • Welk proces en welke fasering worden hierbij op scholen gevolgd?


Het raamwerk zal waar nodig tot nieuwe afspraken leiden in de eerstvolgende cao.

 

Wanneer moeten scholen gaan werken met het nieuwe raamwerk?

De cao-partijen willen voor 1 juni 2025 het raamwerk uitwerken, zodat scholen hiermee vanaf 1 september 2025 aan de slag kunnen.

 

Verdere procesafspraken

Vanaf 1 januari 2025 gaat VOION een landelijk onderzoek doen naar de afspraken over taakbeleid op alle scholen in Nederland waar de cao voortgezet onderwijs op van toepassing is. Dit onderzoek resulteert in een overzicht van de verschillende afspraken over taakbeleid op de scholen. De resultaten dienen in kaart te zijn gebracht voor 1 april 2025. De medezeggenschap wordt betrokken bij het gepresenteerde beeld van de school.   

In de uitvoering laten de cao-partijen zich ondersteunen door VOION. De achterbannen van de cao-partijen worden bij dit ontwikkeltraject betrokken.

Vakbondsverlof en GOVAK

Wat hebben de sociale partners afgesproken over het vakbondsverlof en GOVAK?

De sociale partners zijn overeengekomen om tijdens de looptijd van deze cao te onderzoeken of en op welke wijze de regeling over vakbondsverlof kan worden aangepast.  In artikel 15.5 CAO VO is die regeling opgenomen en kan tot onvoorziene en/of ongewenste situaties zorgen.  

 

Algemeen

Wanneer worden de afspraken uit dit onderhandelaarsakkoord vertaald naar een nieuwe CAO VO 2024/2025?

Om de afspraken uit dit onderhandelaarsakkoord te kunnen vertalen naar een nieuwe CAO VO, is het noodzakelijk dat de leden van de bonden en de VO-raad daarmee akkoord gaan. Op dit moment vinden daartoe ledenraadplegingen plaats. In januari 2025 wordt bekend of de achterbannen akkoord zijn met de nieuwe CAO VO 2024/2025. Zodra de teksten voor de nieuwe CAO VO gereed zijn, worden deze zo snel mogelijk gepubliceerd.