Wetsvoorstel Slob vereenvoudiging bekostiging in lijn met wensen scholen

15 augustus 2018

In een brief aan de Kamer schetst minister Slob het wetstraject voor een vereenvoudigd bekostigingsmodel voor het voortgezet onderwijs. Het gepresenteerde model is in lijn met de door de VO-raad geformuleerde uitgangspunten. Met de Kamerbrief heeft OCW een instrument beschikbaar gesteld waarin besturen de indicatieve herverdeeleffecten van de vereenvoudiging van de bekostiging kunnen inzien.

De VO-raad is blij dat er, conform onze voorwaarden, extra middelen worden vrijgemaakt voor een specifieke compensatieregeling voor besturen die er relatief hard op achteruit gaan. Tevens is, om tegemoet te komen aan de vaste kosten voor een school, een verhoogde vaste voet voor een hoofdvestiging van een school onderdeel van het model.

In juni stemde de ALV van de VO-raad in met de uitgangspunten voor een nieuw bekostigingsmodel. Hierbij zijn ook risico’s van het nieuwe model benoemd, zoals een mogelijke groei van het aantal categorale scholen en een stapeling van effecten, o.a. als gevolg van krimp. In het vervolg van het traject blijft de VO-raad deze punten onder de aandacht brengen.

Kenmerken model

Het model bestaat uit twee leerling-prijzen en twee vaste voeten:

1. Een vaste voet van ongeveer € 220.000 per hoofdvestiging.

2. Een vaste voet van ongeveer € 170.000 per nevenvestiging.

3. Een bedrag van ongeveer € 7.700 per leerling bovenbouw vbo en alle jaren praktijkonderwijs.

4. Een bedrag van ongeveer € 6.800 per leerling van alle andere leerlingcategorieën.

De hoogte van de vier parameters is indicatief. De werkelijke hoogte wordt dicht op de werkelijke ingangsdatum bepaald, waarbij de meest recente gegevens worden gebruikt. Invoering is voorzien per 1 januari 2021.

Het vereenvoudigde bekostigingsmodel bevat twee overgangsregelingen om te voorkomen dat scholen er op korte termijn te veel op achteruitgaan. Eén die geldt voor alle besturen, waarbij de compensatie geleidelijk afneemt en het eigenlijke niveau in het vijfde jaar wordt bereikt. En dus de bovengenoemde specifieke regeling voor besturen die er meer dan 3% op achteruit gaan.

Instrument herverdeeleffecten

Op basis van de data van de bekostiging 2017 en de leerlingentelling van 1 oktober 2016 heeft OCW een voorlopige doorrekening van het vereenvoudigde bekostigingsmodel gemaakt. Deze geeft een indicatie van wat de vereenvoudiging betekent voor alle schoolbesturen. Omdat de hoogte van de parameters nog indicatief is, wijkt het herverdeeleffect af van het daadwerkelijke herverdeeleffect bij invoering van de vereenvoudiging.

De vereenvoudiging van de bekostiging betreft alleen de basisbekostiging voor personeel en materieel in het voortgezet onderwijs. In de toelichting bij het instrument staat nader toegelicht welke bekostiging onderdeel is van de vereenvoudiging.

Bekostiging op bestuursniveau houden

In zijn brief reageert minister Slob terughoudend op de suggestie van het D66-kamerlid Van Meenen om bekostiging op schoolniveau te verstrekken. Dit thema staat los van de vereenvoudiging van de bekostiging. Slob wijst erop dat de suggestie van Van Meenen een ingrijpende stelselwijziging zou zijn. Met de Kamer wil hij een fundamenteel gesprek, niet enkel over het verstrekken van de bekostiging op bestuurs- of schoolniveau, maar ook over de invloed hiervan op de wijze van verantwoorden, de kwaliteit van het onderwijs en de bedrijfsvoering.

De VO-raad ziet duidelijke voordelen van het bekostigen op bestuursniveau. Schoolbesturen hebben de vrijheid om vanuit hun visie het onderwijs op hun scholen in te richten en het is van belang dat zij de bekostiging hiervoor kunnen aanwenden. Besturen kunnen in de huidige systematiek kleine scholen in stand houden, omdat zij als één organisatie kunnen schuiven met bekostiging. Juist in tijden van leerlingendaling is deze flexibiliteit van groot belang om thuisnabij onderwijsaanbod te behouden en goed personeelsbeleid te voeren. Daarnaast zal bij bekostiging op schoolniveau sprake zijn van hogere administratieve lasten en minder mogelijkheden om deskundigheid op te bouwen, bijvoorbeeld op het gebied van bedrijfsvoering.

Reageren

Als u wilt reageren op het wetsvoorstel, dan kan dat tot 28 september via de online consultatie.