Doorstroomtoets zorgt voor aanzienlijk meer bijstellingen en minder adviezen voor het praktijkonderwijs en vmbo basis

25 juni 2024

Het aantal enkelvoudige adviezen voor praktijkonderwijs en vmbo basis is flink gedaald: er zijn 10% minder enkelvoudige adviezen voor praktijkonderwijs gegeven en 13% minder adviezen voor vmbo basis en vmbo basis/kader samen. Dat blijkt uit de themarapportage over de doorstroomtoets die de PO-Raad op 25 juni publiceerde. Deze bevinding sluit aan bij de signalen die de VO-raad ontving van schoolbesturen in een in april jl. gehouden peiling.

Dit schooljaar moesten voor het eerst de voorlopige schooladviezen in principe worden bijgesteld indien de doorstroomtoets hier aanleiding toe gaf. Dit is terug te zien in de cijfers: waar voorheen ongeveer 10% van de leerlingen te maken kreeg met een bijstelling, is dat dit jaar 27%. Mede hierdoor zijn er aanzienlijk meer meervoudig definitieve adviezen gegeven in vergelijking met eerdere jaren.  

Ook is er een flinke verschuiving te zien in de verdeling van de adviezen over de onderwijsrichtingen. De themarapportage laat onder andere zien dat:  

  • Het aantal definitieve enkelvoudige adviezen voor praktijkonderwijs is gedaald met bijna 10% ten opzichte van vorig schooljaar.  
  • Het aantal definitieve enkelvoudige adviezen voor de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo daalde met 46% ten opzichte van vorig schooljaar. Het aandeel definitieve adviezen voor het meervoudig advies vmbo-basis/kader steeg met 32%. 
  • Ook de enkelvoudige adviezen voor vmbo gl en tl en havo dalen en de meervoudige adviezen voor gl/tl/havo en havo/vwo stijgen.  
  • Het percentage definitieve vwo-adviezen blijft rond de 20% liggen.  
     

Gevolgen voor het vo 

Bovenstaande heeft zich ook (deels) vertaald in de aanmeldingen voor het vo, zo bleek uit een peiling die de VO-raad in april onder leden heeft gehouden. Twee derde van de besturen die de peiling hebben ingevuld geeft aan dat de aanmeldingen voor praktijkonderwijs, vmbo basis en vmbo kader lager zijn dan in voorgaande jaren. Aanmeldingen voor de havo en het vwo lijken te zijn toegenomen. De schoolbestuurders zien hierbij een verband met de doorstroomtoets en het in principe verplicht bijstellen van het schooladvies. 

De kans bestaat dat een deel van de leerlingen hiermee toch niet op de best passende plek in het vo terechtkomt, aldus de bestuurders. Zij maken zich zorgen over de motivatie en het welbevinden van de betreffende leerlingen. De Sectorraad Praktijkonderwijs liet eerder weten dat de ervaring uit de coronaperiode – waarin ruimhartige adviezen werden aangemoedigd – leert dat leerlingen die later toch instromen in het praktijkonderwijs vaker te maken hebben met een verlaagd zelfvertrouwen.  

Daarnaast zijn er zorgen over de personele bezetting van praktijkonderwijs- en vmbo-scholen. Scholen hebben nu vanwege de verminderde aanmeldingen minder docenten nodig, maar moeten er rekening mee houden dat leerlingen mogelijk later in het schooljaar of in het tweede of derde jaar alsnog instromen vanuit een andere onderwijsrichting. Ze willen docenten daarom vasthouden, maar worstelen ermee of en hoe lang ze dit kunnen doen.  

Verdere monitoring nodig 

De sectorraad Pro en Stichting Platforms vmbo roepen op om de doorstroomtoets en de resultaten goed te evalueren. Daarnaast adviseren zij om het welbevinden van leerlingen goed te blijven volgen. De VO-raad ondersteunt deze oproepen en monitort de gevolgen van de adviezen nauw.  

Switchen van onderwijsrichting makkelijker maken  

Dat meer leerlingen mogelijk later in het schooljaar van onderwijsrichting switchen, lijkt aannemelijk. De VO-raad roept daarom categorale en smallere scholen op om een plan te maken om leerlingen zo goed mogelijk te begeleiden wanneer zij in de loop van het jaar of later in hun schoolcarrière wellicht van school moeten wisselen.  

De huidige analyse van de verschuivingen ondersteunt het pleidooi van de VO-raad voor brede scholengemeenschappen. Wanneer een school meerdere onderwijsrichtingen onder één dak heeft, hoeft een leerling niet van locatie te wisselen wanneer deze switcht. Dit zorgt ervoor dat de switch naar een passende onderwijsrichting makkelijker en fijner is dan wanneer een leerling naar een nieuwe schoollocatie moet gaan. Ook de brede brugklas kan voorkomen dat de impact van een switch voor leerlingen te groot wordt.  

In oktober van het nieuwe schooljaar geven scholen de definitieve leerlingaantallen door. Op dat moment wordt duidelijk wat de daadwerkelijke verschuiving in leerlingaantallen zijn.