Fors grotere voorziening groot onderhoud dreigt
18 december 2018
Een toenemend aantal accountantskantoren geeft nu aan dat de jaarverslaggevingsvoorschriften rondom de voorziening groot onderhoud strikter moeten worden geïnterpreteerd. Een schoolbestuur zou moeten sparen voor iedere onderhoudsinvestering afzonderlijk, wat ertoe leidt dat de voorziening groter wordt dan strikt noodzakelijk is.
Bovengenoemde werkwijze is wel juist volgens een strikte interpretatie van de regels. Hij leidt volgens de VO-raad en PO-Raad evenwel tot een ongewenste onttrekking van geld aan het primaire proces en de werkwijze is ook niet nodig. De werkwijze met een kleinere voorziening heeft in de tijd dat de richtlijnen voor het jaarverslag bestaan, niet geleid tot ongewenste situaties als gevolg van een te kleine voorziening groot onderhoud.
De hoogte van de voorziening groot onderhoud wordt nu vastgesteld op basis van de verwachte uitgaven op grond van het meerjarenonderhoudsplan (MOP). Hierbij worden door de meeste schoolbesturen de uitgaven voor groot onderhoud voor alle componenten opgeteld en over de jaren heen gespreid. Feitelijk betekent dit dat het groot onderhoud van het ene onderhoudscomponent, mede wordt gefinancierd door de opgebouwde voorziening voor een andere onderhoudscomponent.
De VO-raad en PO-Raad zijn in gesprek gegaan met het ministerie van OCW over een oplossing voor dit probleem. OCW heeft ingestemd met het nemen van meer tijd voor deze discussie. Wat het ministerie betreft hoeven niet alle besturen in het vo en po al in hun jaarverslag over 2018 te voldoen aan de striktere interpretatie. In welk mate dit gebeurt, hangt af van de individuele accountant. Die kan zich soepel of juist strikt opstellen in de discussie met het schoolbestuur.
We houden u op de hoogte van het vervolg van deze discussie.