Inspectie spreekt schoolbesturen en samenwerkingsverbanden aan op hoge reserves
20 juni 2019
Minister geeft geen zekerheid over bekostiging
Uit de financiële staat van het onderwijs bleek eerder al dat een belangrijke oorzaak voor groeiende reserves ligt in een jaarlijkse onderschatting van de baten. Dit is geen rechtvaardiging voor de toename van de reserves, aldus de VO-raad, maar wel een verklaring. Schoolbesturen weten aan het begin van het schooljaar niet zeker op welk budget zij kunnen rekenen. Dit werkt voorzichtig begroten in de hand en kan daardoor resulteren in overschotten. Vaak dringen de raad van toezicht of de controller er in dat kader ook op aan om het zekere voor het onzekere te nemen.
De minister kondigde eind vorig jaar al aan ‘expliciet te willen kijken naar de rol van het Rijk en de wijze van bekostigen van de onderwijsinstellingen’. In de brief worden voor het hoger onderwijs maatregelen aangekondigd, maar over funderend onderwijs wordt nog gezwegen. De VO-raad roept de minister op om juist ook voor het funderend onderwijs eerder zekerheid te bieden. Om de groei van de reserves in de toekomst te beperken is die zekerheid strikt noodzakelijk.
Eerdere acties VO-raad
Op basis van gesprekken met leden heeft de VO-raad dit onderwerp eerder geagendeerd in de vereniging. In de Kamerbrief wordt naar deze acties verwezen. De VO-raad heeft 25 besturen met de hoogste buffers opgeroepen om hun overmatige reserves in te zetten. In 2018 is bij veertien van die besturen gekeken wat het effect van die oproep was. Van de veertien besturen hadden er tien een plan opgesteld om hun reserves beter te besteden. De resterende vier krijgen een herinnering om alsnog in actie te komen.
De VO-raad steunt dan ook de inzet om overmatige reserves zoveel als mogelijk in te zetten ten behoeve van goed onderwijs. Tegelijk houden we vinger aan de pols. Het is van groot belang dat de te kiezen indicatoren en signaleringswaarden niet tot perverse prikkels leiden of onvoldoende ruimte laten voor de specifieke context van een bestuur. Hierover gaan wij in gesprek met de minister en de onderwijsinspectie.