Kamer akkoord met doorontwikkeling passend onderwijs: 25 verbeterpunten
17 november 2020
De wens wordt breed gedeeld om zo snel mogelijk te komen met een landelijke norm voor basisondersteuning en ruimte voor initiatieven voor inclusiever onderwijs die nu nog niet binnen de wettelijke kaders passen. Minister Slob gaf in het debat aan dat het nog niet overal gaat zoals bedoeld. Hij kwam tot nu toe niet met grote aanpassingen, omdat hij een evaluatie wilde afwachten en niet de spelregels tijdens de wedstrijd wilde veranderen. Met de 25 verbeterpunten uit zijn brief wil hij lessen trekken uit de evaluatie om te komen tot goed onderwijs voor alle kinderen, zo nodig met zorg.
Passend onderwijs doorontwikkelen
De meerderheid van de Tweede Kamer, ook GroenLinks en de PvdA, steunen in principe het voorstel van Slob om het systeem overeind te houden. Ook de VO-raad heeft gepleit voor de doorontwikkeling van passend onderwijs en wil geen ingrijpende koerswijzigingen.
De verschillende politieke partijen komen met eigen ideeën om passend onderwijs te verbeteren. D66 komt met een voorstel voor leerrecht om thuiszitten te voorkomen. De PvdA benadrukt de onafhankelijkheid van het ouder- en jeugdinformatiepunt dat elk samenwerkingsverband moet inrichten en pleit voor verdergaand onafhankelijk intern toezicht op het samenwerkingsverband. De VVD maakt zich sterk voor de hoogbegaafde leerlingen en wil in dat kader mogelijk maken dat deze leerlingen ook particulier onderwijs kunnen volgen.
De Kamerleden hebben 15 nieuwe moties ingediend (kijk via voornoemde link bij agendapunt 19 voor de ingediende moties), waarover op dinsdag 24 november wordt gestemd.
Aandachtspunten passend onderwijs vanuit de VO-raad
Voor het debat stuurden de VO-raad en de PO-Raad een brief naar de Tweede Kamer met aandachtspunten bij de evaluatie van passend onderwijs. Een consultatieronde binnen de VO-raad leverde het volgende op:
1. Inclusief onderwijs is een ontwikkeling voor de komende 10-15 jaar. De nadruk bij dit thema ligt wat betreft de VO-raad op ‘samen naar dezelfde school gaan’. In principe geldt dat voor alle kinderen/jongeren/leerlingen, aparte voorzieningen zijn een grote uitzondering.
2. De docent is cruciaal om van passend onderwijs een succes te maken, deze moet in zijn kracht gezet worden én ondersteund worden. Naast aanpassingen binnen de lerarenopleidingen en professionalisering kan worden gedacht aan:
- samenwerking met/benutting van de expertise van het speciaal onderwijs;
- afspraken met de gemeente(s) over jeugdhulpverlening dichterbij of in de school.
3. Schoolbesturen en samenwerkingsverbanden: de schoolbesturen in het swv werken vooral samen en besluiten samen over de invulling en taakverdeling met betrekking tot de genoemde nieuwe taken, passend bij het gekozen organisatiemodel van het swv.
4. Intern onafhankelijk toezicht: vooralsnog houden we vast aan onafhankelijkheid in het toezicht (ALV 2018), maar we blijven in beweging en bepalen wat succesfactoren zijn van onafhankelijk toezicht. Bij een goede governance van een swv hoort ook het verantwoord omgaan met de middelen, zodat die zoveel mogelijk op de goede plek (bij de leerlingen) terechtkomen.
5. Aandachtspunten bij de landelijke norm voor basisondersteuning:
- Aandacht voor de uitvoerbaarheid van de norm;
- Ruimte voor een eigen/regionale invulling;
- Analyse van de financiële consequenties van de landelijke basisnorm (bijvoorbeeld met betrekking tot fysieke toegankelijkheid).
6. Samenwerking onderwijs-gemeente: voor alle voornoemde thema’s geldt, dat samenwerking met de gemeente en afspraken in het op overeenstemming gericht overleg (OOGO) voorwaardelijk zijn voor het realiseren van passend onderwijs 2.0 en inclusief/inclusiever onderwijs.