Kamer wil snel actie rond thuiszitters

04 maart 2020

De Tweede Kamer wil dat de regering nog voor het einde van de regeerperiode met een actieplan komt om het aantal thuiszitters in ieder geval tenminste te halveren. Op 3 maart werd een motie hierover – alsook een aantal andere moties rond concrete maatregelen om thuiszitten terug te dringen – aangenomen. De moties waren ingediend tijdens het voortgezet algemeen overleg over de samenwerking onderwijs-zorg op 19 februari jl.

De Kamer geeft hiermee duidelijk aan snelle actie te willen zien op dit vlak. De huidige thuiszittersproblematiek moet volgens de Kamerleden ook beter in beeld komen; de regering wordt verzocht om deze problematiek regionaal in kaart te brengen en te categoriseren naar redenen van thuiszitten en ondersteuningsvraag. Vervolgens wil de Kamer dat in samenspraak met betrokken partijen alle dossiers van thuiszitters opnieuw bekeken worden, met als doel om samen een passende plek in het onderwijs voor al deze leerlingen te vinden.

Hierbij is ook het regelen van verplichte doorzettingsmacht belangrijk; de Kamer verzoekt de regering om voor de zomer van 2020 een concreet wetsvoorstel ter consultatie aan te bieden rond de verplichting van samenwerkingsverbanden om een doorzettingsmacht te regelen, en dit wetsvoorstel  voor 1 oktober 2020 naar de Kamer te sturen.

Ruimte

Daarnaast moet er ook meer ruimte komen voor scholen en samenwerkingsverbanden om leerlingen een goed onderwijs- en zorgaanbod op maat binnen de school te kunnen aanbieden, in samenwerking met jeugdhulp, jeugdzorg en gemeenten. Zo wil de Kamer dat elke regio de kans krijgt om deel te nemen aan een pilot die hen meer regelruimte op dit vlak biedt. 

Ook wil de Kamer meer wettelijke mogelijkheden creëren om de budgetten voor onderwijs en voor ondersteuning en zorg in onderwijs te ontschotten. Op dit moment is er veel discussie tussen onderwijs en gemeenten wie welke ondersteuning/zorg gaat betalen. Ministers Slob (OCW) en de Jonge (VWS) gaven eerder al aan dat ze regionale pilots willen opzetten om het samenvoegen van budgetten in de praktijk uit te proberen.

Daarnaast zouden initiatieven als ‘Samen naar School klassen’ volgens de Kamer officieel moeten worden erkend als onderwijsprogramma’s, zodat ouders niet langer een leerplichtontheffing moeten aanvragen en ze kunnen uitmaken van een samenwerkingsverband en zodoende ook deels door onderwijsgeld bekostigd kunnen worden. 

Meer zicht op behaalde resultaten

De Kamer wil ook meer duidelijkheid over de afspraken en de behaalde resultaten. De regering wordt ten eerste verzocht bindende afspraken te maken met alle betrokken partijen over het terugdringen van het aantal thuiszittende leerlingen inclusief jaarlijks te behalen doelen, en de Kamer daarover voor de zomer 2020 te informeren. Ook wil de Kamer voor de zomer een overzicht krijgen van de concrete resultaten van de aangekondigde versnellingsaanpakken om het aantal thuiszitters te verminderen.

Inzet vanuit sector

Ook de VO-raad heeft meermaals aangegeven niet te berusten in de groei van het aantal thuiszitters en streeft ernaar het tij te keren in samenwerking met alle betrokken partijen. We maken ons in elk geval er hard voor dat kinderen een passend aanbod krijgen, binnen de redelijkheid van wat je van het onderwijs mag vragen. In een gezamenlijke brief met de PO-Raad in aanloop naar het Kamerdebat onderwijs-zorg heeft de VO-raad op een rij gezet wat binnen de sector al is gedaan, wat de sector zelf verder gaat doen en wat we van de politiek vragen in deze.

De partners van het Thuiszitterspact – waaronder de VO-raad - hebben recentelijk ook een nieuw actieplan opgesteld om het aantal thuiszitters terug te dringen  en besluiten voor de zomer – mede op basis van de evaluatie Passend Onderwijs – welke acties zij verder gaan ondernemen.