Ministerie bezuinigt 118 miljoen euro op subsidies voortgezet onderwijs

Deze taakstellende bezuinigingen zijn het gevolg van afspraken in het hoofdlijnenakkoord van het kabinet-Schoof. Daarin staat dat het kabinet rijksbreed in totaal 1 miljard euro minder aan subsidies wil uitgegeven. De bezuinigingen ter waarde van 118 miljoen euro op subsidies voor het voortgezet onderwijs, waarover de minister van OCW Bruins en staatssecretaris Paul de Kamer in een brief van 24 oktober informeerden, is hoger dan in de op Prinsjedag gepresenteerde stukken werd gecommuniceerd. Toen was er nog sprake van 105 miljoen euro bezuiniging op subsidies voortgezet onderwijs. Onduidelijk is waarom dit nu meer is geworden.

De bezuiniging op subsidies komt bovenop de 390 miljoen euro aan bezuinigingen die met de Miljoenennota al bekend was gemaakt. Het is onvermijdelijk dat dit ten koste van de kwaliteit van het onderwijs gaat. De VO-raad vindt dit niet acceptabel en blijft zich, samen met andere partijen uit het onderwijsveld, inzetten om dit zoveel als mogelijk te voorkomen.

Drie uitgangspunten

Het aandeel van OCW in de rijksbrede subsidietaakstelling is ingevuld aan de hand van drie door OCW geformuleerde uitgangspunten. Deze uitgangspunten liggen ten grondslag aan de gemaakte inhoudelijke keuzes om al dan niet te korten op bepaalde regelingen en instrumenten.

1. Focus op maatschappelijke opgaven
2. Focus op financiering van structurele aard
3. Gerichte keuzes en vermindering van administratieve lasten
    

In de paragraaf over focus op maatschappelijke opgaven wordt vooral benoemd waar niet op wordt bezuinigd. De VO-raad is kritisch dat het onderwerp ‘digitalisering’ niet genoemd wordt als maatschappelijke opgaven. Bezuinigd wordt er echter wel op. In onze snel veranderende wereld zorgt digitalisering voor zowel kansen als uitdagingen en zijn digitale vaardigheden onmisbaar.

Een andere impactvolle maatregel is een bezuiniging van 22 miljoen euro op het verzuimdeel uit de regeling SHRM, vanaf 2027. Onduidelijk is of deze 22 miljoen euro ten koste gaan van SHRM of dat dit een bezuiniging betekent van het gehele budget ter voorkoming van thuiszitters. Dat zou inhouden dat niet langer extra wordt ingezet op het doel dat geen enkel kind langer dan drie maanden thuis zit zonder een passend aanbod van onderwijs of zorg, tenzij de leerling is vrijgesteld van de leerplicht.     

Ook worden er in de Kamerbrief bezuinigingen ter waarde van 30 miljoen euro aangekondigd op ‘overige subsidies’. Hoe dit precies wordt ingevuld blijft echter nog steeds onduidelijk.