Motie over structurele onderwijsinvesteringen verworpen
11 november 2019
De motie is mede ondertekend door D66, de SGP en de ChristenUnie. Voor de motie stemden ook Denk, 50Plus en de PVV. De oppositiepartijen PvdA en SP stemden tegen de zogeheten spreek uit-motie over onderwijsinvesteringen omdat zij vinden dat er nu structurele investeringen nodig zijn. Deze principiële houding zorgde er wel voor dat er geen Kamermeerderheid voor de motie kwam. De coalitiepartijen VVD en het CDA hadden tijdens de begrotingsbehandeling al te kennen gegeven geen uitspraken te willen doen over de volgende kabinetsperiode en stemden tegen.
De VO-raad is teleurgesteld dat er geen Kamermeerderheid is die zich nu wil uitspreken over de intenties tot noodzakelijke onderwijsinvesteringen in een volgende kabinetsperiode.
Herziening bevoegdhedenstelsel
Uit de ingediende moties blijkt dat de Kamer de noodzaak ziet het bevoegdhedenstelsel te herzien, vooral voor het primair onderwijs. Ook aan de zijde van de lerarenopleidingen zijn aanpassingen onontkoombaar. Zo nam de Kamer een motie aan die het mogelijk moet maken voor opleidingen om een bijpassende bevoegdheid te bieden gericht op het jongere én voor het oudere kind. Daarnaast is een motie aangenomen voor het intensiveren van de ondersteuning voor aankomend pabo-studenten.
De VO-raad pleit al jaren voor het fundamentele aanpassingen in de bevoegdheden- en opleidingsstructuur voor leraren, mede in het licht van onderwijsinhoudelijke ontwikkelingen. Het advies van de Onderwijsraad, Ruim baan voor leraren, bevestigt deze oproep. Voor de VO-raad zijn structurele hervormingen noodzakelijk, niet enkel in het licht van het lerarentekort, maar ook om voor de lange termijn het beroep rijker, aantrekkelijker en kwalitatief beter te maken.
Onderzoek naar onderwijstijd leerlingen en leraren
Verder nam de Kamer met algemene stemmen een motie aan die de Onderwijsraad verzoekt onderzoek te verrichten naar de onderwijstijd van leerlingen en leraren in het funderend onderwijs. De VO-raad ziet dit als een belangrijk onderdeel van de discussie over het lerarentekort, omdat de lestijd van leerlingen in het Nederlandse onderwijs internationaal gezien erg hoog ligt.
Onderzoek naar meer werken als oplossing voor lerarentekort
De Kamer verzoekt de regering per motie om te onderzoeken hoe parttimers in het funderend onderwijs bewogen kunnen worden om meer les te geven, of er een ‘voltijdbonus’ van 5% per kwartaal uitgekeerd kan worden, en hoe voltijd werken meer lonend kan worden. Ook voor gepensioneerde leraren zou langer doorwerken aantrekkelijker moeten worden, aldus de Kamer.