Onderzoek UvA: steun voor democratie groot onder scholieren, vmbo’ers voelen zich wel minder vertegenwoordigd

01 oktober 2024

De steun voor de representatieve democratie is groot onder middelbare scholieren (ongeacht hun achtergrond, regio of onderwijsrichting). Wel voelen leerlingen in het vmbo zich over het algemeen minder goed vertegenwoordigd door de politiek dan leerlingen in havo en vwo en hebben ze minder vertrouwen in de politiek. Dit blijkt uit nieuw onderzoek van de UvA.

Voor dit onderzoek werden enkele duizenden leerlingen gedurende hun schoolcarrière in het vo elk jaar bevraagd over de democratische rechtsstaat. Uit hun antwoorden blijkt dat een grote meerderheid van de leerlingen sterk hecht aan de representatieve democratie. In het vierde schooljaar was bijvoorbeeld gemiddeld 70% vóór besluitvorming door gekozen politici. Autoritaire bestuursvormen en beperking van het stemrecht worden massaal afgewezen en de vrijheid van meningsuiting wordt breed ondersteund. Het rapport weerlegt daarmee zorgen in de samenleving over jongeren die minder waarde zouden hechten aan democratie. De steun voor de democratie is ook terug te zien bij alle groepen leerlingen, al vanaf het eerste leerjaar van het vo, zo concluderen de onderzoekers. Als verklaring voor dit laatste punt noemen ze onder meer ‘vroege socialisatie’, waarbij kinderen opgroeien met het idee dat democratie de beste bestuursvorm is en zij soms ook kapitaal op dit vlak erven van hun ouders.

Er is echter ook een aantal aandachtspunten aldus de onderzoekers:

  • Vanaf de start op het vo zijn verschillen tussen diverse groepen leerlingen te zien in hun opvattingen over de democratie en deze verschillen blijven stabiel gedurende hun vo-schooltijd. Over het algemeen hebben havo- en vwo-leerlingen in vergelijking met vmbo-leerlingen meer intentie om te stemmen, meer zelfvertrouwen als het gaat om begrijpen van de politiek en meer vertrouwen in publieke ambtsdragers en de mate waarin politici hun belangen vertegenwoordigen.
  • Vwo-leerlingen geven meer dan havisten en vmbo’ers aan politiek bestuur door experts of het alleen laten stemmen van ‘mensen met verstand van politiek’ een goed idee te vinden.
  • Jongeren in de Randstad hechten over het algemeen meer aan ‘kritisch burgerschap’ - waarbij je je bijvoorbeeld uitspreekt tegen onrecht - en vinden vrijheid, gelijkheid en zelfontplooiing belangrijke democratische waarden. Terwijl jongeren buiten de Randstad de nadruk juist vaker leggen op ‘communautair burgerschap’, dat zich richt op het belang van de gemeenschap, vrijwilligerswerk en mensen steunen die het minder hebben. Ze vinden solidariteit en plichtstrouw belangrijke waarden.
  • Het onderzoekt bevestigt het beeld van afnemende tolerantie onder jongeren en een conservatieve golf onder jongens. Zo wordt geconstateerd dat de laatste jaren steeds meer jongeren vinden dat migranten zich moeten aanpassen aan de Nederlandse cultuur. En geven jongens gedurende hun schooltijd in het vo in toenemende mate aan ‘niet te willen dat een jongen zich als een meisje gedraagt’. Dit strookt ook met cijfers uit de Gezondheidsmonitor Jeugd 2023, die laat zien dat met name jongens homoseksualiteit steeds minder normaal vinden.


Deze aandachtspunten onderstrepen opnieuw het belang van goed burgerschapsonderwijs in het vo en kunnen scholen verdere handvatten bieden in het invulling geven hieraan (bijvoorbeeld: verdere focus op het vmbo of bepaalde thematiek zoals het belang van gelijkheid en respect voor elkaar).