Plan Van Meenen voor directe financiering scholen werkt averechts
26 juni 2018
Volgens Van Meenen zou het geld voor onderwijs beter worden besteed wanneer dit direct naar de scholen gaat en niet langer via de schoolbesturen bij de scholen terechtkomt. Scholen zouden vervolgens bij hun bestuur diensten kunnen inkopen. Volgens het Kamerlid moeten scholen soms ‘miljoenen’ afdragen aan hun bestuur en wordt geld aan de verkeerde dingen uitgegeven. Dit zou komen door de ‘grootschaligheid’ van het onderwijs.
Het door Van Meenen geschetste beeld wijkt op verschillende punten af van de realiteit. Uit een recente benchmark in het VO blijkt dat scholen gemiddeld 3% van het budget afdragen aan hun bestuursbureau. De VO-raad kent geen scholen waarbij dit in de miljoenen loopt. Met dit geld nemen bestuursbureaus schoolleiders werk uit handen op het gebied van ICT, financiële administratie, inkoop en HR, zodat zij zich kunnen concentreren op goed onderwijs. De afdracht aan het bestuursbureau zorgt dus voor minder overhead op schoolniveau en biedt scholen vaak schaalvoordelen. Uit de genoemde benchmark blijkt bovendien dat de overhead bij grote besturen wat lager is dan bij kleine besturen.
Een goed schoolbestuur zorgt binnen de structuur en rolverdeling die we in Nederland kennen dat schoolleiders op de juiste momenten betrokken zijn (bij visievorming, strategie en de eraan gekoppelde inzet van de middelen) en stelt hen in staat hun rol goed te vervullen. Op de meeste plekken gaat dat goed en de VO-raad vindt het dan ook zinniger om energie te steken in verdere verbetering waar dat nodig is dan een generieke discussie te voeren over de rolverdeling zoals we die kennen. De sector zet in op verbetering door sterk in te zetten op naleving van de Code Goed bestuur en te werken aan professionalisering bij scholen en schoolbesturen.