Onderwerp
Inclusief werkgeverschap
In het onderwijs streven scholen ernaar om een inclusieve (leer-)omgeving aan te bieden waarin élke leerling en medewerker zich optimaal kan ontwikkelen, ongeacht geslacht, leeftijd, inzetbaarheid, lichamelijke beperking, functie en culturele achtergrond of levensbeschouwing. Het lukt het nog niet overal om dat terug te laten zien in de opbouw van het personeelsbestand.
BanenafspraakWat betekent de banenafspraak?
In 2013 is in het Sociaal Akkoord afgesproken dat het bedrijfsleven voor 2027 100.000 extra banen dient te creëren voor mensen met een arbeidsbeperking en de sector overheid (inclusief onderwijs) 25.000 extra banen. De vo-sector onderschrijft het grote maatschappelijke belang van deze afspraak en spant zich in om eraan te voldoen.
De banenafspraak biedt scholen kansen om hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen én goed personeel binnen te halen. Met de afspraak worden ook meer baankansen gecreëerd voor leerlingen uit het voortgezet speciaal onderwijs en praktijkonderwijs, die onder de doelgroep vallen. Dit onderstreept nog meer het grote belang van de afspraak voor de onderwijssector. We kennen dit deel van de doelgroep en we weten hoe waardevol het hebben van een baan voor hen is.
Alle werkgevers in Nederland hebben de opdracht om banen te creëren voor mensen voor een arbeidsbeperking, dus ook de werkgevers in het onderwijs. Wat moet u weten en waar moet je rekening mee houden? Hieronder vind je o.a. de informatie die tot nu toe door de VO-raad over de banenafspraak is gepubliceerd maar ook andere relevante onderwerpen komen aan bod.
- Wat moet u weten over de banenafspraak:
De Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten (vanaf nu: de Wet banenafspraak) regelt een aantal belangrijke zaken die werkgevers nodig hebben om de mensen uit de doelgroep op de banen te plaatsen en om te monitoren of de werkgevers de extra banen in een jaar hebben gerealiseerd. Het tweede deel van de afspraak uit het sociaal akkoord is de quotumregeling. De quotumregeling kan ingaan als het aantal banen van de banenafspraak niet wordt gehaald. De wet regelt ook een aantal zaken voor de situatie wanneer deze quotumregeling geactiveerd is.
De Banenafspraak betreft de vrijwillige afspraak om de afgesproken banen te realiseren. Samenvattend komt het neer op de volgende punten:
- Het kabinet heeft met sociale partners een afspraak gemaakt om extra banen bij reguliere werkgevers voor mensen met een arbeidsbeperking te creëren.
- Het gaat om 125.000 extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking in 2026 bij reguliere werkgevers ten opzichte van de nulmeting op 1 januari 2013, waarvan 100.000 in de marktsector en 25.000 in de overheidssector. Deze aantallen zijn verdeeld over de jaren.
- Als één baan wordt geteld een baan van 25,5 verloonde uren per week. Banen groter of kleiner dan 25,5 uur per week tellen naar rato mee.
- Alle werkgevers, groot en klein, kunnen de extra banen realiseren.
- Monitoring of de doelstelling is gehaald, gebeurt landelijk per sector (markt en overheid), niet per individuele werkgever.
- Pas als de banenafspraak te weinig banen oplevert, volgt mogelijk de activering van de quotumregeling.
Doelgroepregister
Iedereen die tot de doelgroep behoort, staat in het doelgroepregister. UWV beheert dit register en actualiseert het regelmatig. Wajongers met arbeidsvermogen, mensen met een Wsw-indicatie en met een Wiw- en ID-baan zijn in één keer opgenomen in het doelgroepregister. Voor mensen die onder de Participatiewet vallen en niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen, geldt dat UWV beoordeelt of ze kunnen worden opgenomen in het register.
Een uitzondering is de zogeheten praktijkroute. Mensen met een arbeidsbeperking die onder de doelgroep van de Participatiewet vallen, van wie op de werkplek via een gevalideerde loonwaardemethodiek is vastgesteld dat zij een loonwaarde hebben onder het WML, worden zonder beoordeling door UWV opgenomen in het doelgroepregister en gaan tot de doelgroep banenafspraak behoren. (Ex-)leerlingen van scholen voor het voortgezet speciaal onderwijs (vso) en praktijkonderwijs (PrO) die zich schriftelijk, via het ABA-formulier, hebben aangemeld bij UWV. Zij worden zonder beoordeling opgenomen in het doelgroepregister.
- Wat moet u weten over de quotumregeling:
Het tweede deel van de afspraak uit het sociaal akkoord is de quotumregeling. De quotumregeling kan ingaan als het aantal banen van de banenafspraak niet wordt gehaald. De Wet banenafspraak regelt ook een aantal zaken voor de situatie wanneer deze quotumregeling geactiveerd is.
De quotumregeling houdt in dat als werkgevers de tussentijdse doelen van de banenafspraak niet halen, ze een quotum aan te behalen banen krijgen opgelegd (geldend voor een bepaald jaar). Voldoen ze niet aan dit quotum, dan moeten ze een heffing betalen. Samenvattend komt het neer op de volgende punten:
- Vanaf januari 2018 geldt voor de overheidssector de quotumregeling omdat de overheidswerkgevers de afgesproken aantallen over 2016 niet gehaald hebben.
- Het quotumpercentage voor de sector overheid voor 2020 is 2,35 procent.
- Het quotumpercentage geldt alleen voor individuele werkgevers met 25 of meer werknemers. Het gaat om werkgevers die per jaar meer dan 40.575 verloonde uren via de loonaangifte verantwoord hebben.
- Het kabinet heeft besloten om de Wet banenafspraak te vereenvoudigen. De quotumheffing is tot 1 januari 2022 opgeschort. Als de vereenvoudigde Wet banenafspraak met de gewijzigde quotumregeling in werking treedt, is het nieuwe systeem van toepassing. Deze opschorting leidt ertoe dat er tot 1 januari 2022 geen quotumheffingen zullen worden opgelegd.
- Wat moet u weten over de vereenvoudiging van de Wet banenafspraak:
Nadat bleek dat werkgevers - met name in de sector overheid - bij het uitvoeren van de banenafspraak tegen een aantal knelpunten aanliepen, kondigde staatssecretaris Van Ark (SZW) eind 2018 aan de Wet banenafspraak te willen vereenvoudigen. Uitgangspunten hierbij zijn dat werkgevers meer mogelijkheden krijgen om banen te realiseren voor de doelgroep en dat het systeem simpeler wordt. Hiertoe wordt een aantal acties genomen.
Quotumregeling opgeschort
Een van de voorstellen is om de quotumregeling te vereenvoudigen. Deze regeling houdt in dat als werkgevers de tussentijdse doelen van de banenafspraak niet halen, ze een quotum aan te behalen banen krijgen opgelegd (geldend voor een bepaald jaar). Voldoen ze niet aan dit quotum, dan moeten ze een heffing betalen.
Besloten is dat deze quotumregeling wordt opgeschort, totdat de vereenvoudigde quotumregeling operationeel is. Deze opschorting leidt ertoe dat er tot 1 januari 2022 geen quotumheffingen zullen worden opgelegd.
Onderscheid markt en overheid vervalt
Daarnaast is aangekondigd dat het onderscheid tussen markt en overheid wat betreft het aantal te realiseren banen komt te vervallen. Dit betekent dat overheids- en onderwijswerkgevers meer mogelijkheden krijgen om banen voor mensen met een arbeidsbeperking te realiseren. Zo worden banen via inkoop van diensten tot nu toe meegeteld bij de sector markt (van waaruit de werknemers worden ingehuurd); met het verdwijnen van het onderscheid markt/overheid kunnen deze banen worden meegeteld bij de overheidswerkgevers. Hierover moeten de overheidswerkgevers dan wel afspraken maken. Zie hiervoor de vraag over wat moet u regelen
Omdat het onderscheid tussen overheid en markt wegvalt, verandert het ingroeipad. De aantallen voor de overheid en markt worden samen gevoegd. Eind 2025 moeten de 125.000 extra banen gerealiseerd zijn. Overheidswerkgevers blijven wel verantwoordelijk voor hun aandeel van 25.000 in het totaal van 125.000 extra banen. Staatssecretaris van Ark heeft het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd. De beoogde invoeringsdatum van het wetsvoorstel is 1 januari 2022. Tot die tijd geldt de huidige wet- en regelgeving, hetgeen inhoudt dat de sectoren overheid en onderwijs gehouden zijn om in 2020 2,35% van het aantal verloonde uren te laten bestaan uit mensen die zijn ingeschreven in het Landelijk Doelgroepregister van UWV. Echter heeft Van Ark opgeroepen om alvast te handelen naar de voorgestelde wijzigingen en niet te wachten tot de vereenvoudigde wet banenafspraak is ingevoerd.
Download de Kamerbrief over het Breed Offensief en alle onderliggende stukken over de wijziging van de Participatiewet.
- Wat moet u weten over de nieuwe ‘quotumregeling’:
Overeenkomstig het huidige systeem zal de quotumregeling worden vormgegeven via een wettelijk quotum en een heffing. De heffing die werkgevers opgelegd kunnen krijgen wanneer de quotumregeling is geactiveerd, moet anders vormgegeven worden. Concreet stelt de staatssecretaris voor dat in de situatie dat de quotumregeling geactiveerd is, werkgevers een ‘inclusiviteitsopslag’ betalen. Tegelijkertijd wil zij een individuele bonus introduceren voor werkgevers die wel banen realiseren. De inclusiviteitsopslag en bonus worden zo vormgegeven dat werkgevers die het afgesproken aantal banen realiseren netto geen heffing betalen.
Werkgevers die méér dan het afgesproken aantal banen realiseren, ontvangen juist meer bonus dan ze aan opslag afdragen en gaan er netto op vooruit. De vereenvoudigde quotumregeling werkt dus als een bonus-malus systeem. In de vereenvoudigde quotumregeling is de inleenadministratie niet meer nodig.
Inclusiviteitsopslag
Een van de uitgangspunten van de vereenvoudigde Wet banenafspraak is dat zij voor de uitvoering zoveel mogelijk aansluit bij bestaande instrumenten, zoals de bestaande sociale premies en bestaande financiële instrumenten. Dit voorkomt dat er nieuwe onduidelijkheden ontstaan of zelfs dat opnieuw nieuwe systemen moeten worden opgetuigd. Als de quotumregeling geactiveerd wordt, zal om deze reden de inclusiviteitsopslag worden geheven via de bestaande sociale premies, namelijk het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof). Dit gebeurt op dezelfde manier als de al bestaande kinderopvangheffing. Werkgevers weten hoe een dergelijke opslag werkt en hoe hiermee om te gaan. Conform deze systematiek komt er een opslag op de Aof-premie bij een geactiveerde quotumregeling. Uitgangspunt is dat de hoogte van de opslag voor bedrijven met een gemiddelde loonsom vergelijkbaar zal zijn met de huidige heffing van 5.000 euro per baan. Daarnaast moet de opslag, net als in het huidige systeem, de gemiste besparing dekken. De definitieve hoogte van de opslag kan echter pas bij activering worden bepaald. De opslag is namelijk ook afhankelijk van de gemiddelde premieplichtige loonsom van opslagplichtige werkgevers. Dit laatste gegeven is pas bekend op het moment van activeren zelf.
De heffing wordt in het huidige systeem bepaald aan de hand van het aantal fte’s (op basis van de verloonde uren) dat een werkgever in dienst heeft. Door aan te sluiten bij de Aof-premie wordt de inclusiviteitsopslag afhankelijk van de loonsom in de onderneming. De verschuiving van verloonde uren naar de loonsom zorgt voor transitie-effecten. Voor werkgevers met een gemiddelde loonsom verandert er niets. Werkgevers die te maken hebben met een lagere of hogere gemiddelde loonsom, zullen minder of meer inclusiviteitsopslag betalen dan ze in het huidige systeem aan heffing zouden betalen. Ondanks deze transitie-effecten is voor dit systeem gekozen omdat de wijze van afdracht naar ‘draagkracht’ aansluit bij de bestaande afdracht van sociale premies. Voor de inclusiviteitsopslag geldt, net als bij de sociale premies, dat het loon voor de premieafdracht gemaximeerd is. Dit maximum premieloon beperkt het transitie-effect van de inclusiviteitsopslag voor werkgevers met gemiddeld hoge lonen.
De regering vindt het belangrijk dat werkgevers weten waar zij aan toe zijn als de quotumregeling geactiveerd wordt. De bestaande quotumcalculator wordt daarom uitgebreid zodat werkgevers eenvoudig kunnen berekenen hoeveel banen ze moeten realiseren. Ook wordt onderzocht of en op welke manier werkgevers via de quotumcalculator eenvoudig inzicht kunnen krijgen in hun eigen verplichtingen en resultaten (BRON: memorie van toelichting Wet banenafspraak, pagina 6).
- Wat moet u weten en regelen als u een werknemer met een indicatie banenafspraak in dienst heeft:
Met de banenafspraak dienen werkgevers meer werknemers met een arbeidsbeperking aan te nemen. De afspraak geldt ook voor het onderwijs Er zijn verschillende manieren om werk te bieden aan mensen met een arbeidsbeperking. Naast dat het mogelijk is om een medewerker in loondienst te nemen, is het ook mogelijk om personeel in te huren en om diensten of producten in te kopen bij leveranciers. Voor de verschillende manier gelden ook andere regels. Omdat het niet altijd duidelijk is wanneer en waar een baan meetelt, zetten we de belangrijkste informatie op een rij:
Medewerkers in loondienst
Als u medewerkers met een arbeidsbeperking in loondienst heeft, tellen deze mee als resultaat op de banenafspraak voor uw organisatie. Om erachter te komen hoeveel medewerkers met een indicatie Banenafspraak u in loondienst hebt, bent u in ieder geval aangewezen op het Werkgeversportaal van UWV. In sommige gevallen bent u daarnaast aangewezen op de administratie van de gemeente waarin de betreffende medewerker woont. Als u op het Werkgeversportaal het loonheffingsnummer van uw organisatie invult, krijgt u te zien welke medewerkers in het doelgroepregister zijn opgenomen. Om de privacy van medewerkers te beschermen, krijgt u enkel het Burgerservicenummer van de medewerkers te zien. U zult vervolgens in de administratie van uw organisatie moeten nagaan voor hoeveel uur de medewerkers zijn aangenomen en hoe lang zij al in dienst zijn.
Het belangrijk om de gegevens in het Werkgeversportaal regelmatig te controleren, UWV werkt deze gegevens periodiek bij.
Waarom staat mijn medewerker niet in het Werkgeversportaal? Het kan voorkomen dat u van een van uw medewerkers weet dat deze in de Banenafspraak valt maar dat deze medewerker niet zichtbaar is in het Werkgeversportaal. UWV werkt de gegevens periodiek bij, er kan dus enige vertraging optreden; controleer het Werkgeversportaal daarom regelmatig. Het is echter ook mogelijk dat uw medewerker valt onder de gemeentelijke doelgroep Banenafspraak, maar in de betreffende gemeente nog niet al zodanig staat aangemerkt. Neem in dat geval contact op met het werkgeversservicepunt van de gemeente waarin de medewerker woonachtig is.
Bij het in werking treden van de quotumregeling betaalt u als werkgever met meer dan 25 medewerkers een ‘inclusiviteitsopslag’. U betaalt die opslag over het Sociale Verzekeringsloon (SV-loon)van al uw medewerkers. Banen van medewerkers met een indicatie banenafspraak kunnen door uw organisatie worden meegeteld als gecreëerde banen. Als werkgever ontvangt u voor deze banen een bonus in de vorm van verhoogde loonkostensubsidie (LKS). Ook medewerkers die niet het volledige jaar bij u in dienst zijn geweest worden meegeteld, er wordt namelijk met verloonde uren gerekend.Ingehuurde medewerkers
Wanneer u personeel met een arbeidsbeperking inhuurt, tellen deze als resultaat voor de banenafspraak van alle werkgevers in Nederland. Wanneer u personeel inhuurt, kunt u hun gegevens niet altijd terug vinden in het Werkgeversportaal. Medewerkers die middels een detachering in uw organisatie werken, zijn terug te vinden in het Werkgeversportaal. Om erachter te komen of de medewerkers die u inhuurt in het doelgroepregister zijn opgenomen, kunt u navraag doen bij de uitlenende partij. Spreek met de uitlenende partij af dat u regelmatig een overzicht van de gewerkte uren door medewerkers uit de doelgroep ontvangt, bijvoorbeeld per kwartaal.
Bij het in werking treden van de quotumregeling kunnen banen die vallen onder ‘inhuur’ worden opgevoerd als gecreëerde banen. Dit geldt niet specifiek voor uw eigen organisatie. Hierover dient u afspraken te maken met de uitlenende partij.
De uitlenende partij ontvangt voor deze medewerkers een bonus (verhoogde loonkostensubsidie) maar betaalt geen inclusiviteitsopslag. Spreek daarom met de uitlenende partij gezamenlijk af hoe u, bij ingang van de quotumregeling, om wenst te gaan met de bonus die de uitlenende partij ontvangt en de inclusiviteitsopslag die u betaalt.De creatie van werk door middel van inkoop
U kunt ook werk creëren voor mensen met een arbeidsbeperking door hierover afspraken te maken met uw leveranciers, bijvoorbeeld met de organisatie die de groenonderhoud rond uw gebouwen uitvoert. Zo spreekt u bijvoorbeeld af dat de partij die het groen onderhoudt, het werk rond uw gebouwen laat uitvoeren door een team waarin iemand met een arbeidsbeperking werkt. De banen die u realiseert door middel van inkoop, tellen mee voor de landelijke aantallen voor de Banenafspraak. Omdat de leverancier in het geval van inkoop van diensten en producten werkgever blijft, kan alleen hij in het Werkgeversportaal inzien welke medewerkers in het doelgroepregister zijn opgenomen. Spreek daarom met uw leveranciers af dat u regelmatig een overzicht ontvangt van de inzet van medewerkers met een arbeidsbeperking bij door u ingekochte diensten, producten of werken.
Bij het in werking treden van de quotumregeling kunnen banen die vallen onder ‘inkoop’ worden opgevoerd als gecreëerde banen. Dit kan echter niet specifiek voor uw eigen organisatie. De leverancier ontvangt voor de medewerkers uit de doelgroep die de opdracht/dienst uitvoeren een bonus (LKS), en betaalt een inclusiviteitsopslag. Spreek daarom met uw leveranciers af hoe u, bij ingang van de quotumregeling, om wenst te gaan met de bonus die de uitlenende partij ontvangt en de inclusiviteitsopslag die u betaalt.Bepalen van de loonwaarde
Als u een werknemer met een arbeidsbeperking in dienst wil nemen, dan krijgt u onder meer te maken met het bepalen van de loonwaarde. Hoe dit precies in de praktijk gaat, staat in het artikel 'Iemand in dienst nemen met een arbeidsbeperking'.