Onderwerp
Leerlingendaling in het voortgezet onderwijs
Vrijwel alle vo-scholen hebben of krijgen te maken met dalende leerlingenaantallen. Het aantal vo-leerlingen daalt in 15 jaar tijd van 1 miljoen in 2016 naar ongeveer 880.000 in 2031.
Wat speelt er?Grote gevolgen
Vrijwel alle vo-scholen hebben of krijgen te maken met dalende leerlingenaantallen. Het aantal vo-leerlingen daalt in 15 jaar tijd van 1 miljoen in 2016 naar ongeveer 880.000 in 2031. Dit betreft een gemiddelde daling van 12%; in sommige regio’s loopt dit op tot boven de 20%.
Deze afname van in totaal 120.000 vo-leerlingen kan grote gevolgen hebben. Het schoolbudget is bijvoorbeeld afhankelijk van het aantal leerlingen. Als dit aantal daalt, neemt het budget af. Het kan daardoor lastiger worden om kwalitatief goed onderwijs aan te blijven bieden. Ook kan dit leiden tot verschraling van het onderwijsaanbod of het verdwijnen van schoolsoorten of scholen uit sommige regio’s, waardoor voor leerlingen (te) grote reisafstanden ontstaan. Verder kan de daling van het aantal leerlingen gevolgen hebben voor de huisvesting en het personeel van scholen.
Regionale samenwerking
Besturen dienen vroegtijdig op de gevolgen van leerlingendaling te anticiperen. Dit begint met goede prognoses, zowel voor de eigen school als voor de regio. Samenwerking tussen schoolbesturen is urgent en noodzakelijk. Scholen zijn minder kwetsbaar als zij met andere (onderwijs)partijen in de regio samenwerken om kwalitatief goed onderwijs en een breed aanbod beschikbaar te houden. Het is belangrijk dat schoolbesturen met elkaar in gesprek gaan en afspraken maken over het aanbod in de regio. De VO-raad kan regio’s hierbij ondersteunen met objectieve data en het gesprek faciliteren. Daarnaast zetten we ons ervoor in dat belemmerende wet- en regelgeving op dit vlak wordt weggenomen en dat prikkels worden ingevoerd die samenwerking stimuleren.
De VO-raad benadrukt het belang van regionale samenwerking. In de 'Code goed onderwijsbestuur VO' is hierover het volgende opgenomen: “Besturen hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een regionaal dekkend, kwalitatief hoogstaand en zo divers mogelijk onderwijsaanbod. Vanuit die verantwoordelijkheid pakken zij regionale vraagstukken gezamenlijk op.”
Fusietoets
De VO-raad heeft jaren gepleit voor het afschaffen van de fusietoets en dit meermaals bij de politiek onder de aandacht gebracht. Bij leerlingendaling kan een fusie tussen scholen een antwoord of zelfs noodzakelijk zijn om een divers en hoogwaardig onderwijsaanbod in de regio in stand te kunnen houden. Hoewel de Tweede Kamer al had ingestemd met het afschaffen van de fusietoets, is het wetsvoorstel door de Eerste Kamer verworpen. Dit betekent dat in de huidige situatie in het funderend onderwijs fusies toetsplichtig zijn of een lichte (administratieve) toets van toepassing is. Meer informatie is te vinden op de website van DUO.