Coaching van leraren geeft onderwijsontwikkeling impuls

18 februari 2020

De maatschappij verandert, leerlingen veranderen en we weten niet welke nieuwe banen in de toekomst gaan ontstaan. Hoe innoveert Wellantcollege Oegstgeest het onderwijs om deze constante ontwikkeling bij te houden?

In beweging komen

Aline Admiraal is senior schoolleider bij Wellantcollege in Oegstgeest, een vmbo met 450 leerlingen en 50 leraren. “Passend onderwijs, technologische ontwikkelingen en een meer individualistischere samenleving vragen om een andere manier van lesgeven. Onze school moet daarin mee. Deze ontwikkeling begint bij de leraren, zij zijn het vliegwiel. Zij moeten in beweging komen en nieuwe vaardigheden ontwikkelen. Als schoolleider ze alleen informatie geven en verwachten dat er iets verandert, werkt niet.”

Jonge voorlopers

Hoe brengt de school zijn leraren dan in beweging? Ten eerste heeft Wellantcollege geïnvesteerd in jonge mensen. “Zij zijn de vernieuwers, de voorlopers”, ziet Aline. “Een vakgroep is bij ons een mix van jonge en ervaren leraren. Ik heb de hoofden van vakgroepen gekoppeld aan een jonger maatje en hen samen een cursus laten volgen over het aansturen van een team. Ik zie dat ze enthousiast zijn om samen op te trekken.”

Docentencoach

“Dat we veel bevlogen leraren hebben, komt ook door ons docentencoachprogramma”, vervolgt Aline. “Mensen voelen zich daardoor gezien en gewaardeerd.” Bieneke Verhaar is docent Nederlands en docentencoach. Ze helpt stagiaires, nieuwe én ervaren docenten hun weg te vinden op school en in hun carrière. “Coaching helpt hen om zichzelf te blijven ontwikkelen. Het leidt tot een laag ziekteverzuim, minder eilandjes en meer samenwerking. Het is ten eerste bedoeld voor nieuwe leraren. Zij beginnen vaak op een onbekende school tussen nieuwe collega’s en staan voor klassen die ze nog niet kennen. Ik koppel hen voor praktische zaken aan een collega uit de vakgroep. Voor de meer sociaal-emotionele vraagstukken kunnen ze bij mij terecht.” Aline: “Het mooie is dat ervaren leraren er ook gebruik van maken. Zo hebben we een lerende cultuur gecreëerd.”

Persoonlijke leerdoelen

Twee keer per jaar hebben de leraren een ontwikkelgesprek. Aline vraagt ze waar ze zich in willen ontwikkelen. Naar aanleiding daarvan volgen twintig leraren nu een training differentiëren in de klas. Aline: “We bespreken persoonlijke leerdoelen en leggen die vast in het bekwaamheidsdossier. In hoeverre die doelen behaald worden, meten we niet. Ieder ontwikkelt zich op zijn eigen manier en niveau, afhankelijk van de persoon en omstandigheden. Wel stel ik de eis dat ze collegiale lesbezoeken toestaan en afleggen. Ze mogen zelf een collega hiervoor benaderen en geven feedback aan elkaar.” Bieneke doet dat regelmatig. “Vaak vinden leraren het spannend wanneer er iemand meekijkt. Maar meestal ben je zelf je grootste criticus. En het is leuk om ideeën op te doen bij elkaar. Wanneer je blijft leren, ervaar je bovendien hoe moeilijk dat eigenlijk is. Je herkent de worsteling van leerlingen.”

Wanneer je blijft leren, herken je de worsteling van leerlingen

Bieneke Verhaar docent Nederlands en docentencoach

Goede voorbeeld

“Als je wil dat je team zich blijft ontwikkelen, moet je zelf het goede voorbeeld geven”, vindt Aline. “Ik volg een master Educational Management. Mooi is dat de literatuur die ik daarvoor lees, onderschrijft wat we intuïtief al doen. Bijvoorbeeld het boek ‘Het Et-Cetera principe’ van Thijs Homan, over een nieuw perspectief op organisatieontwikkeling. Hierin komt naar voren dat kleine groepjes aan de slag gaan met innovaties. Dat passen wij ook toe: als een soort petrischaaltjes experimenteren we met de nieuwe aanpak in het klein. Is het succesvol, dan pakken we het op grotere schaal op. Ik wil daarnaast bij andere scholen kijken hoe zij werken aan onderwijsontwikkeling, maar in de praktijk is daar weinig tijd voor.”

Coaching in de klas

Wellantcollege wil de coachingsaanpak voor leraren ook gaan inzetten voor leerlingen. “Dat is een van de speerpunten dit jaar uit onze gezamenlijke visie: op weg naar gepersonaliseerd leren. Onze mentoren worden de coaches”, legt Bieneke uit. “Momenteel hebben leerlingen drie mentorgesprekken per jaar, maar de kwaliteit van die gesprekken verschilt. Je moet de juiste vragen stellen en goed luisteren. Een leerling moet zelf aanwijzen waar hij of zij aan wil werken en hoe. Een oplossing moet uit henzelf komen en dat is moeilijk. We starten het proces met collega’s die enthousiast zijn over de nieuwe werkwijze, zodat zij dit kunnen overbrengen op de anderen.”

Train de trainer

De school werkt met het train-de-trainerprincipe. “Dat werkt beter dan wanneer een externe partij het invoert”, vindt Aline. “Een externe gaat weer weg, terwijl wij dit duurzaam willen invoeren. En intern kun je meer maatwerk leveren.” Eerst gaan de mentoren aan de slag met de coachende aanpak, daarna wordt die ook in de lessen geïntegreerd. “Een aantal leraren geeft al op die manier les, dat proces loopt parallel met dat van de mentoren. Maar overgaan op een coachende aanpak vraagt om een cultuurverandering en daarvoor is tijd nodig. We trekken er drie jaar voor uit.”

We willen naar coachend leren, eerst via de mentoren, daarna in de klas

Aline Admiraal Senior schoolleider

Waardering leerlingen

Wellantcollege werkt nu vijf jaar op deze manier aan onderwijsinnovatie. Wat merken de leerlingen van de ontwikkelingen? Aline: “Voor de kerstvakantie hebben tien leerlingen met schoolleiders geluncht. We vroegen hun onder meer welke lessen zij het leukst vinden. Dat blijken de meer verrassende lessen te zijn met bijvoorbeeld een quiz, spelelement of keuzemogelijkheden. De klassieke lessen worden iets minder gewaardeerd.” Nieuwe lesmethoden ontwikkelen kost tijd, waar halen de leraren die vandaan? “Met die vraag gaan we met een innovatiegroep binnen Voortgezet Leren aan de slag. Het betekent dat we keuzes moeten maken, het kan niet ‘en en’. Ik weet dat er scholen zijn die de tijd ervoor vinden, dus die voorbeelden gaan we bekijken.”