Het retroperspectief van beroepsprofiel en accreditatie

05 december 2024

De ‘wording’ van het beroepsprofiel en accreditatie in retroperspectief zetten is niet alleen terugblikken op wat wel of niet goed ging, maar ook vooruitkijken naar hoe de sector en de beroepsgroep onderwijsbestuurders zich verder ontwikkelen. Een vraaggesprek met scheidend vicevoorzitter Ingrid de Bonth die vanuit de VO-raad deze ‘wording’ in portefeuille heeft.

​Hoe heb je de afgelopen jaren de rol namens de VO-raad ervaren in de stuurgroep beroepsprofiel en accreditatie?

“Enerverend en inspirerend, omdat we vanaf dag één als drie partijen tegen elkaar gezegd hebben: ‘We gaan hier samen in optrekken en er met elkaar handen en voeten aan geven’. Gelukkig lagen er bouwstenen voor het beroepsprofiel zodat er ook versnelling kon ontstaan. We hoefden niet alles opnieuw uit te vinden, maar hebben het bij elkaar gebracht en verder ontwikkeld.”

“Zo werd het een gezamenlijk proces waarbij wel tijd nodig was om te komen tot het punt waar we nu staan. De VvOB, PO-Raad en wij zijn drie verschillende partijen. Tegelijkertijd is er voldoende draagvlak gebleken en hebben we samen de schouders eronder gezet. In het begin was het een beetje aftasten en zoeken. Bovendien, hoe zorg je ervoor dat ieders inbreng op een passende manier meeloopt in het traject? Daar hebben we, denk ik, samen met de kwartiermakers, de ontwikkelgroep, de wetenschappers, de accreditatiecommissie en de auditoren echt een goede modus voor gevonden. En niet te vergeten: alle individuele bestuurders die hebben meegewerkt!”

Is daarmee de cirkel rond en was dit hele traject nodig?

“Ja, de cirkel is rond. Het beroepsprofiel is er en van onze achterban hebben we mandaat verkregen om een organisatie voor accreditatie in te richten. Ook is in de afgelopen ALV’s het gesprek gevoerd over het verplichtende karakter van accreditatie. Het hele traject is een mooie optelsom waar ik met veel plezier op terugkijk, een traject dat mij binnen mijn portefeuille als vicevoorzitter veel energie gegeven heeft.”   

“Uiteindelijk was dit traject en de werkwijze met de drie partijen noodzakelijk. Soms bleven dingen even in de week liggen, maar uiteindelijk kwam de tractie in het proces er wel. Omdat we er intrinsiek van overtuigd waren dat je dit als sector en als bestuurders moet willen en naar buiten moet laten zien dat je je eigen ontwikkeling en professionaliteit serieus neemt. Als bestuurder moet dit een integraal onderdeel van je rol zijn.”

Wat waren de sterke en de leer- of verbeterpunten?

“De bouwblokken in de vorm van de professionaliseringsthema’s lagen er al. Die basis is aangevuld met de recentste input en gedachten, opgehaald vanuit de sector en achterbannen. We hebben onszelf de tijd en gelegenheid gegeven twee pilots te draaien om kinderziektes eruit te halen. Daarmee is het geheel groter geworden dan de optelsom van de samenstellende delen. Echte synergie dus. Dat vind ik mooi, robuust en passend bij de sector.” 

“We hebben ‘leentjebuur gespeeld’ bij de zorg, die ons tig jaar voor is gegaan. Onze collega’s in de zorg waren welwillend om hun ervaringen te delen, waardoor wij een aantal valkuilen konden voorkomen. Praat je over leerpunten, dan is de businesscase er zeker een waar lering uit geput is voor de organisatie die in de toekomst permanent accreditatie gaat uitvoeren. Dit kun je maar één keer goed doen en dat kostte meer tijd dan aanvankelijk ingeschat. Ook omdat er zaken aanbesteed moeten worden. De businesscase gaf antwoord op vragen als: hoe zet je de infrastructuur van zo’n organisatie op een passende manier op, welk ict-systeem gebruik je en hoe worden de systemen en processen ingericht? Alles zo efficiënt mogelijk, zodat de mensen die voor accreditatie opgaan, niet gehinderd worden door allerlei bureaucratie.”

Hoe gaat accreditatie binnen de sector zich in de toekomst ontwikkelen?

“Wat mij betreft houden we het tempo er goed in. Dit moeten we als sector echt willen. Toch weet ik uit gesprekken tijdens ALV’s, ronde tafels en dialoogsessies dat niet iedereen hier hetzelfde over denkt. Dat geeft niet. We hebben daar op een constructieve manier het gesprek over gevoerd. Daardoor ontstond er uiteindelijk een heel stevig draagvlak om met accreditatie verder te gaan. Het geeft mij goede moed dat wanneer de organisatie gaat draaien er veel bestuurders zullen zijn die zeggen: ‘Ik ga dit traject in of ik ga dat passend bij mijn eigen ontwikkelingsfase zo snel en zo goed mogelijk doen.’ Dit betekent natuurlijk ook dat wij ervoor moeten zorgen, dat er straks een stevige, permanente organisatie staat met voldoende geschoolde auditoren om aan alle aanvragen te kunnen voldoen.”

En verplichte accreditatie?

“Tijdens de ALV in juni hadden we de kans om daar plenair met elkaar het gesprek over te voeren. Vervolgens liet een eerste peiling onder de aanwezigen al een goed draagvlak zien. Daarna hebben we voorgesteld verplichte accreditatie als een van de drie aanvullende lidmaatschapseisen in de opdracht voor de actualisatie van de Code Goed Bestuur te zetten. Met als mooi resultaat dat in de ALV van 4 december jl. een grote meerderheid van de leden ermee instemde. Dit betekent dat binnen vijf jaar* en voor 2031 alle bestuurders geaccrediteerd zijn. Dit besluit is voor de vereniging een grote stap voorwaarts.”

“Het vervolg is de start van de eerste ronde accreditaties in januari 2025. Parallel daaraan zorgen we dat een permanente accreditatieorganisatie tot stand komt die er uiterlijk per 1 januari 2026 staat. Ook daar kijken we naar de zorg als voorbeeld. Zoals ik al zei, efficiënt en tegelijk ontzorgend voor bestuurders die meedoen. Tel je alle dingen bij elkaar op, dan zorgen het beroepsprofiel en accreditatie, en ook nog de actualisatie van de Code Goed Bestuur voor een stevige kwaliteitsimpuls bij de beroepsgroep en de besturen. Zo laten we vanuit onze ‘collectieve slagkracht’ zien dat we op een serieuze wijze bezig zijn. Dat mag de samenleving ook van ons verwachten, tenslotte zijn alle leerlingen van Nederland aan onze zorg toevertrouwd!”

De laatste vraag: laat jij je ook accrediteren?

“Ik heb dit mee mogen ontwikkelen en ik ga zeker de vruchten ervan plukken in mijn nieuwe rol als voorzitter raad van bestuur van OMO. Dus uiteraard ga ik dit snel en op een passend moment doen, zodra ik de organisatie heb leren kennen en goed ben ingewerkt.”
 

Aanmelden voor accreditatietraject
Vanaf 1 januari a.s. start weer een accreditatietraject voor bestuurders. Geïnteresseerde bestuurders kunnen zich hiervoor aanmelden bij senior beleidsadviseur Tammy van Son, tammyvanson@vo-raad.nl.


*vanaf de start van de accreditatieorganisatie uiterlijk per 1 januari 2026