De locatie havo/vwo van het Regius College is al een aantal jaren met de ontwikkeling van het onderwijs bezig. Drijvende kracht daarachter is de projectgroep Gemotiveerd voor Onderwijs (GVO). De projectgroep bestaat uit leraren uit allerlei secties en werkt samen met de teamleiders en de sectordirectie. Docente Frans Anna Leeuw en docente Engels Michelle McDonnell zijn vanaf de oprichting bij GVO betrokken.
Kritische blik
“GVO is opgericht vanuit de gedachte dat er talloze ideeën zijn over onderwijsontwikkeling, maar dat die ook haalbaar en praktisch moeten zijn”, vertelt Michelle. “We kijken met een kritische blik naar onderwijsvernieuwing en betrekken daar collega’s, leerlingen en ouders bij. Het woord onderwijsontwikkeling roept nog weleens gemengde reacties op. Daarom vinden we het belangrijk om iedereen erbij te betrekken en het onderwijs vanuit alle vakdocenten vorm te geven.”
Structuur op school
De projectgroep initieerde de afgelopen jaren diverse pilots, gericht op meer differentiatie en formatief werken. De ontwikkeling van een formatieve cultuur vormt namelijk de rode draad voor het onderwijs in de (nabije) toekomst. Anna: “Maar als je iets wilt veranderen in de lessen, loop je aan tegen de structuur op school. Daarom vroegen we begin dit jaar aan alle vakdocenten en leerlingen om mee te denken over mogelijke scenario’s”. De projectgroep bedacht een werkvorm, bestaande uit zeven denkbeeldige lokalen met elk een scenario voor een andere onderwijsstructuur. De scenario’s zijn gebaseerd op de bevindingen van de pilots en input die de projectgroep de afgelopen jaren via bijeenkomsten, studiedagen en vragenlijsten ophaalde.
We kijken met een kritische blik naar onderwijsvernieuwing en betrekken daar collega’s, leerlingen en ouders bij
Leeg lokaal
Om te prikkelen en iedereen aan het denken te zetten, waren sommige scenario’s best extreem geformuleerd. In één ervan worden de vakken bijvoorbeeld in de helft van de oorspronkelijke tijd aangeboden en kunnen de vrijgekomen uren aan verdieping of ondersteuning worden besteed. In een ander scenario mogen leerlingen die zelfstandig sneller willen werken, een eigen lesprogramma volgen. En dan was er nog een leeg lokaal om naar eigen inzicht in te richten. Anna: “Als je iets wilt veranderen in je lessen, dan heeft dat gevolgen voor de organisatie van de school. Alleen al op onze locatie zijn er ongeveer 1650 leerlingen. We mogen onze onderwijstijd zelf invullen, maar wat is praktisch? Met deze werkvorm konden we dat makkelijker visualiseren.”
Wensen en ideeën
Tijdens een speciale teambijeenkomst moesten de leraren in groepjes werken en aangeven welk klaslokaal hun voorkeur had en welk lokaal juist niet. “Onze collega’s vonden het een leuke opdracht omdat ze hun wensen en ideeën erin kwijt konden”, zegt Anna. Lokaal 4 was favoriet, met coaching vanaf 08.30 uur en vaklessen tussen 09.00 en 15.00 uur. Anna: “Uiteraard waren er ook wel wat kanttekeningen, zoals de beschikbaarheid van leraren en hun geschiktheid om te coachen.” Over lokaal 1 – waarin leerlingen zelf beslissen bij welke les en vakdocent ze aanhaken – waren de collega’s het minst enthousiast. Anna: “Maar als vakdocenten kunnen we natuurlijk van alles vinden, het gaat uiteindelijk ook om de leerlingen. Zij brengen veel tijd op school door en we hechten waarde aan hun inbreng.”
Leerlingen brengen veel tijd op school door en we hechten waarde aan hun inbreng
Smoothiebar en planten
Daarom werden ruim vijftig klassen tijdens een mentorles met dezelfde opdracht geconfronteerd. Michelle: “We schreven een lesplan voor de mentoren en de leerlingen gingen enthousiast aan de slag. Veel mentoren gaven terug dat ze tot heel andere gesprekken met hun leerlingen kwamen. Wij denken aan lesinhoud en lestijd, zij komen met ideeën voor een gezonde smoothiebar en meer planten op school.” Nadat alle input was verzameld, destilleerde de projectgroep er de grote lijnen uit en bleken er best wel wat overeenkomsten tussen de wensen en ideeën van vakdocenten en leerlingen te zijn.
Huiswerk op school
Anna: “In veel ideale lokalen begint het eerste uur niet om 08.15 uur maar om 09.00 uur. En als het aan leerlingen en collega’s ligt, is er meer ruimte in het rooster of in de lessen om zelfstandig te werken. Er is behoefte aan minder tussenuren en meer begeleidingsuren. En leerlingen willen graag tijd om op school hun huiswerk te maken.” De uitdaging nu is om alle verzamelde informatie zichtbaar te maken in het onderwijs. Daarvoor is er vanuit de projectgroep regelmatig overleg met de teamleiders en de directie.
Een lange weg
“We lieten iedereen meedenken over de fysieke school en de structuur van het onderwijs toen er nog geen coronavirus was”, zegt Michelle. “Maar nu is niets meer vanzelfsprekend en zijn we best wel zoekende. “Het is een proces dat tijd kost en het is best een uitdaging om iedereen op zo’n grote school mee te krijgen”, vult Anna aan. “Door collega’s én leerlingen te laten meedenken over het ideale lokaal, hebben we laten zien dat elke mening telt. We zijn goed bezig, maar hebben nog een lange weg te gaan.”
> Zeven denkbeeldige lokalen
> Invulvel leeg lokaal voor leerlingen
> Lesplan voor toepassen lokaal ideaal