Interview met Hans Verschoor, ledenadviseur ‘Krimp & regionale samenwerking’
07 mei 2019
Hans Verschoor was tot voor kort voorzitter van het College van Bestuur van het Atlas College, een openbare school met vestigingen in Medemblik, Edam en Hoorn.
Waarom wil jij de rol van de ledenadviseur krimp en samenwerking vervullen?
“Het is materie waar ik veel mee bezig ben en waarbij ik me erg betrokken voel. Gezien mijn achtergrond als adviseur, veranderkundige en bestuurder in het onderwijs, denk ik dat ik op grond van mijn ervaringen collega’s in den lande van dienst kan zijn bij het omgaan met de gevolgen van krimp.”
Wat is het belangrijkste dat jij als bestuurder hebt gedaan om met de daling van het aantal leerlingen om te gaan?
“In de twee regio’s waar wij scholen hebben – West Friesland en Waterland – was ik een paar jaar geleden de initiator van regionale samenwerking met collega-besturen om vanuit een bovenschoolse verantwoordelijkheid samen te werken aan het voortbestaan van kwalitatief goed voortgezet onderwijs in deze regio’s. We hebben in beide regio’s te maken met substantiële krimp en we hebben afgesproken dat we elkaar niet beconcurreren, maar dat we samenwerken, samen optrekken en goed op elkaar afstemmen.
Daarnaast hebben we intern orde op zaken gesteld, nagedacht over de mogelijke toekomstige omvang van de krimp en ons daarop voorbereid. Er is ook intern, binnen je eigen bestuur, werk aan de winkel.”
Wat is je belangrijkste advies aan collega-bestuurders die te maken hebben met leerlingendaling?
“Breng de situatie in kaart aan de hand van cijfers en maak vervolgens een goede diagnose van die situatie. Bedenk op basis daarvan passende oplossingsrichtingen.
Een tweede advies is: realiseer je dat krimp niet altijd in alle opzichten tot een dramatische situatie hoeft te leiden. Het kan ook kansen met zich meebrengen. Dat je bijvoorbeeld met minder geld kwaliteit moet leveren, kan leiden tot vernieuwing van het onderwijs of van het personeelsbeleid. De situatie kan dus ook het begin zijn van iets nieuws dat toekomstbestendig is.”