Interview met Ineke de Roo, ledenadviseur ‘Krimp & regionale samenwerking’
07 mei 2019
Ineke de Roo is directeur-bestuurder van het Aletta Jacobs College. De school heeft twee vestigingen in Hoogezand.
Waarom wil jij de rol van ledenadviseur krimp en samenwerking vervullen?
“Omdat ik zelf heb ervaren dat je veel kunt hebben aan advies van mensen die hiermee al wat verder zijn. Wij hebben de afgelopen vier jaar een traject doorlopen dat erop was gericht om in deze regio een goed onderwijsaanbod in stand te houden en het heeft ons enorm geholpen dat we tijdens dat proces steun en advies kregen van iemand die dat al eerder heeft gedaan. Net zo hoop ik op basis van de ervaringen in de afgelopen vier jaar dat ik andere bestuurders van dienst zal kunnen zijn.”
Wat is het belangrijkste dat jij als bestuurder hebt gedaan om met de daling van het aantal leerlingen om te gaan?
“De krimp niet bagatelliseren, maar serieus nemen en erop anticiperen. Die keuze hebben we zes jaar geleden met de hele provincie Groningen gemaakt door het Groninger Onderwijsmanifest op te stellen. Daarmee hebben het mbo en het vo met elkaar afgesproken om te stoppen met concurreren en samen aan de slag te gaan om voor alle leerlingen in de provincie op fietsafstand een breed en goed onderwijsaanbod in stand te houden. Hier in Hoogezand leidde dat tot een mooi samenwerkingstraject dat uiteindelijk resulteerde in de sluiting van een vestiging van een ander bestuur.
Bijzonder was dat de aardbevingen in Groningen als een soort katalysator hebben gewerkt. Scholen moesten hun huisvesting aardbevingsbestendig maken, maar je gaat natuurlijk niet investeren in huisvesting die op termijn niet meer nodig is. Zo hebben de aardbevingen ons geholpen om daarin samen de juiste beslissingen te nemen.”
Wat is je belangrijkste advies aan collega-bestuurders die te maken hebben met leerlingendaling?
“Neem het serieus en gebruik de ervaring van anderen. Het zijn soms moeilijke processen, maar mijn ervaring is dat het ook hele mooie processen kunnen zijn, die in goede harmonie heel goed onderwijs opleveren. Uiteindelijk maakt dit het onderwijs beter. Dit gaat verder dan het bestuurlijk belang, omdat het erom gaat dat we gezamenlijk het onderwijs overeind houden.”