Relatief dure formatie
Inkorten op onderwijstijd was geen eenvoudig traject. Toch was het volgens Simon Vellinga, sinds augustus 2021 conrector formatie en financiën, noodzakelijk toen de school het jaar 2021 met verlies afsloot. “Uit een analyse bleek dat we een relatief grote en dure formatie hebben”, vertelt hij. “En alsof dat probleem nog niet groot genoeg was, kwam er ook een nieuwe cao in 2022. Daarin werd het individuele keuzebudget van leraren verhoogd van vijftig naar negentig uur. Dat zorgde ervoor dat we in een stroomversnelling terecht kwamen en snel actie moesten ondernemen.”
Van 36 naar 31 lessen
Als leraren die individuele uren zouden inzetten om minder les te geven, zou de school namelijk voor 5 fte extra aan leraren moeten aantrekken. Simon: “Om financieel gezond te worden, moesten we echter 8 fte inleveren. Omgerekend in lestijd betekende dat 15% minder onderwijstijd voor alle vakken, met uitzondering van de kernvakken en lichamelijke opvoeding. Dan kwamen we op gemiddeld 31 lessen per week in plaats van 36. Beter voor de leerlingen, want de lesweken waren overvol. Bijkomend voordeel is dat we daardoor ook aan de opdracht van de gemeente om naar 1.900 leerlingen te groeien, kunnen voldoen.”
Draagvlak creëren
Simon en rector Nan Botting besloten om samen met de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad (pMR) de tijd te nemen om een bezuinigingsplan te maken. “Om draagvlak bij de vaksecties te creëren, realiseerden we ons dat we de pMR vanaf het begin bij dit proces moesten betrekken”, zegt Nan. Tijdens een voorlichtingsbijeenkomst in december 2022 werd de noodzaak om de onderwijstijd voor alle vakken te verminderen aan alle leraren gecommuniceerd. Simon: “Alternatieve scenario’s waren er niet en het doel was duidelijk. Daarover zijn we vanaf het begin transparant geweest.”
Keuze aan de vaksecties
De schoolleiding liet in het midden hoe de lestijd verminderd zou moeten worden. Simon: “Die keuze lieten we bewust aan de vaksecties. Zij kregen de opdracht om met behulp van een door ons gemaakte spreadsheet te bedenken hoe ze de lestijd konden verminderen.” In de spreadsheet stonden alle vakkenpakketten, alle vakken en alle lesuren per leerjaar. “Als iemand een uur bij een vak weghaalde, zag iedereen het effect daarvan. Dat gaf inzicht en zorgde voor transparantie.”
De vaksecties kregen de opdracht om met behulp van een door ons gemaakte spreadsheet te bedenken hoe ze de lestijd konden verminderen
Evenwichtige verdeling
De schoolleiding faciliteerde tijd aan de vaksecties om met een voorstel voor minder onderwijstijd te komen. Elk voorstel werd kritisch door Simon en Nan en de pMR bekeken en van feedback voorzien. Nan: “De pMR had daarin de rol van toezichthouder; zij gingen met de secties in gesprek, ook om een vinger aan de pols te houden. Voelen de leraren zich gehoord, krijgen ze voldoende ontwikkeltijd om hun vakwerkplan aan te passen, en kunnen ze met de gemaakte keuzes leven? Aan sommige secties moesten we vragen om uren bij te stellen om een meer evenwichtige verdeling te krijgen. De sleutel tot succes is dat we de keuze aan de vaksecties hebben gelaten en de pijn zo eerlijk mogelijk hebben kunnen verdelen.”
Slikken
Het zwaartepunt van de krimp zat in de onderbouw, waardoor in de bovenbouw soms minder lestijd hoefde te worden ingeleverd. “Het vak Frans had bijvoorbeeld onevenredig veel lestijd en daar moest in de onderbouw zelfs meer dan 15% worden bezuinigd”, vertelt Simon. “Voor die vaksectie was het slikken, want het riep de vraag op of er dan nog voldoende lesuren voor alle leraren zouden overblijven. Daar staat tegenover dat we nog groeien als school en dat er meer klassen bijkomen waar Frans moet worden gegeven.” Een andere ingrijpende verandering vond plaats voor het vak aardrijkskunde, dat in leerjaar 1 uit het rooster is geschrapt. Aardrijkskundeleraar Eduard Jansen vertelt verderop hoe hij het traject heeft ervaren.
Knopen doorhakken
Ging het allemaal in goed overleg of werden de vaksecties ook wel eens ‘overruled’? “Als schoolleiding moesten we knopen doorhakken om de disbalans tussen sommige jaarlagen op te heffen”, antwoordt Nan. “Onze argumenten daarvoor deelden we steeds met de pMR. We realiseren ons ook dat het tijd kost om tot een goede opbouw van het lesprogramma te komen en daarom faciliteren we extra uren waarmee de vaksecties kritisch naar hun vakwerkplan kunnen kijken.” In maart 2023 keurde de volledige MR de nieuwe lessentabel goed. “Een huzarenstukje”, zegt Nan, “want we hebben dit van begin tot eind in slechts drie maanden voor elkaar gekregen.”
We realiseren ons ook dat het tijd kost om tot een goede opbouw van het lesprogramma te komen en daarom faciliteren we extra uren waarmee de vaksecties kritisch naar hun vakwerkplan kunnen kijken
Goed monitoren
Ondanks het feit dat sommige vaksecties bang zijn dat ze met minder lestijd geen goede resultaten kunnen garanderen, heeft de schoolleiding er vertrouwen in dat de juiste keuzes zijn gemaakt. “De dagen van leerlingen zitten minder vol, en ze hebben nu ook tijd om zelfstandig aan verwerking toe te komen op onze leerpleinen, die daarvoor bedoeld zijn”, aldus Simon. “Vergeleken met vorig jaar zien we geen verschil in de resultaten van de leerlingen en dat moeten we goed blijven monitoren. Bovendien zijn we blij dat er geen gedwongen ontslagen zijn gevallen. Nu we weer financieel gezond zijn, kunnen we samen verder invulling geven aan onderwijskundige ontwikkelingen.”
Leraar Eduard Jansen: “Lesuren aanpassen? Betrek de vaksecties erbij!”
Aardrijkskundeleraar Eduard Jansen was sectievoorzitter toen de school het proces om de lestijd te verminderen, inging. Hoe vond hij het traject? Wat ging goed en wat kan beter? En wat levert het op?
Eduard: “Ik begrijp de aanleiding en ik sta er volledig achter dat we als vaksectie een veer moesten laten om uit de rode cijfers te komen. Alle lof voor de schoolleiding die ons daarover goed heeft geïnformeerd tijdens een voorlichtingsbijeenkomst. Als vaksectie kregen we de opdracht om een creatieve oplossing te bedenken om de lestijd te verminderen. In de spreadsheet van Simon zag je wat het effect was als je uren bij vakken weghaalde.”
Scenario’s onderzoeken
“Met de vaksectie bedachten we een relatief eenvoudige oplossing. We werken hier in vijf periodes en ons idee was om uren vrij te spelen door in jaarlagen 1 t/m 3 in vier periodes les te geven. Dit voorstel werd vanuit praktische overwegingen afgewezen. De schoolleiding kwam met een tegenvoorstel – aardrijkskunde in alle jaarlagen, behalve leerjaar 2 – waar we ons vanuit een didactisch oogpunt niet in konden vinden. Toen zijn we andere scenario’s gaan onderzoeken. Als we dan toch een jaarlaag moesten inleveren, dan maar in de brugklas. Dat voorstel is goed met de schoolleiding doorgesproken en in de bovenbouw kregen we er zelfs iets meer uren bij.”
Leerjaar 2 is relevant
“We zijn nu volop bezig met het curriculum en daar krijgen we ruim extra uren voor. Vanuit de kerndoelen kijken we welke lesstof we kunnen combineren en welke stof we kunnen doorschuiven naar de bovenbouw. Leerjaar 2 is voor ons een relevant jaar en pas als de nieuwe cohorten examen doen, weten we hoe deze beslissing onderwijskundig uitpakt. Het positieve aan dit traject is dat het ons dwingt om heel kritisch naar ons vakwerkplan te kijken. Er ligt nu een prachtig plan, maar het gaat er uiteindelijk natuurlijk ook om wat wij als leraren met de onderwijstijd doen. In de klas gebeurt het.”
Inhoudelijke afweging
“Hoewel de einduitkomst goed is, hadden we als vaksectie liever meer betrokken willen zijn bij de onderwijskundige kant. Dat zou ik andere scholen die met zo’n opgave aan de slag gaan, als tip willen meegeven. Neem de tijd en betrek de vaksecties er goed bij. Dan geef je leraren een kans om een goede inhoudelijke afweging te maken en met andere vaksecties te overleggen. Door de hoge werkdruk en de eindexamens waar we middenin zaten, was daar helaas geen tijd voor. Dat we lestijd moesten inleveren, stond buiten kijf, maar uiteindelijk gaat het om het curriculum.”