“Bij Agora behandelen we iedereen ongelijk”, zegt de website van het Koningin Wilhelmina College in Culemborg. Vijf jaar geleden ging op deze school een Agora-afdeling van start, waar vmbo-, havo- en vwo-leerlingen onderwijs op maat krijgen. Ze leren zoveel mogelijk op hun eigen manier, op hun eigen tempo en vanuit hun eigen motivatie. Hún keuzes zijn het vertrekpunt voor het onderwijs en waar mogelijk ook voor toetsing en afsluiting. “Daarom ziet onze toetspraktijk er anders uit dan op veel andere scholen”, vertellen conrector Erik Wijnveen en examencoördinator Jitske van Eerd.
Onderbouw: geen formele toetsen
De onderbouw staat bij KWC-Agora in het teken van leren over jezelf en de wereld om je heen. In overleg met hun coach formuleren de leerlingen zelf ‘challenges’, aan de hand waarvan ze leren. Challenges kunnen over gangbare leerstof gaan: twee jongens hebben bijvoorbeeld met ijscostokjes de Golden Gate-brug nagebouwd omdat ze wilden uitrekenen hoeveel gewicht een constructie kan dragen. Maar ze kunnen ook heel persoonlijk zijn. “Een meisje is bijvoorbeeld naar een dierentuin gegaan waar je enge spinnen kunt vasthouden omdat ze beter met haar angsten wilde leren omgaan”, zegt Erik. Omdat het onderwijs maatwerk is, zijn er in de onderbouw geen toetsen voor álle leerlingen. Wel spreekt iedere leerling met zijn coach af tot welke prestatie een challenge leidt: bijvoorbeeld een boekverslag, een presentatie, een activiteit of – dat kan ook! – het maken van een toets.
Bovenbouw: keuzes binnen het PTA
In de Agoravisie is de bovenbouw het sluitstuk van de ontwikkeling van leerlingen. Met alles wat ze geleerd hebben over zichzelf, de wereld en hun lerend vermogen, zetten ze daar de stap naar kwalificatie. Net als op andere scholen kiezen ze een profiel en moeten voldoen aan de eindtermen. Maar ook daar komen eigen keuzes bij kijken. Zo kiezen ze zelf welk vak ze in welk jaar afsluiten; bijna alle leerlingen doen in een of meer vakken vervroegd examen. Ook kunnen ze beslissen in welke volgorde ze de onderdelen van een PTA afsluiten en in overleg met hun coach onderdelen samenvoegen of splitsen. En ze bepalen zelf wanneer ze klaar zijn om een PTA-onderdeel af te sluiten en bedenken met welke prestatie ze dat willen doen. “Bij dat laatste zie je hun interesses terug”, zegt Erik. “Eén leerling wil bijvoorbeeld documentairemaker worden. Die heeft het onderwerp ‘migratiestromen’ bij aardrijkskunde afgesloten met een korte documentaire.”
Ongelijk is niet oneerlijk
Maar moet de inrichting van PTA’s niet voor alle leerlingen identiek zijn met het oog op betrouwbare examinering? “Die gedachte is minder logisch dan zij lijkt”, zegt Erik. “We vinden het in Nederland heel normaal en zelfs wenselijk dat iedere school een eigen invulling geeft aan het schoolexamen. Van die verschillen denken we nooit dat ze de betrouwbaarheid in gevaar brengen. Waarom zou dat met verschillen binnen een school dan wel het geval zijn? Ongelijk is niet oneerlijk. Juist niet! Leerlingen zijn ongelijk en dus kan een ongelijke behandeling bijdragen aan gelijke kansen. Zo lang binnen een PTA de eindtermen en beoordelingscriteria maar gelijk zijn, kunnen de trajecten ernaartoe en de afsluitende prestaties best uiteenlopen. Waarom zou je de ruimte voor een schooleigen invulling van het schoolexamen niet doorgeven aan de leerling?”
Tip: raadpleeg de inspectie
Het KWC-Agorateam vond het wel een prettig idee om hun toetspraktijk in een vroeg stadium voor te leggen aan de inspectie. KWC-Agora is nog zo jong dat er nog niet veel leerlingen zijn afgezwaaid: begin 2023 hadden een stuk of 20 leerlingen hun diploma op zak en zaten zo’n 80 leerlingen in het examentraject. “Vooruitlopend op een inspectiebezoek in maart 2023 zijn we samen met vertegenwoordigers van andere Agora’s met de inspectie gaan praten,” zegt examencoördinator Jitske van Eerd. “We hebben gevraagd of onze aanpak binnen de wet- en regelgeving past. Het antwoord was ja, dus dat is goed nieuws. Een van de dingen waar we nu nog tegenaan lopen, is dat onze leerlingen relatief wat minder toetsvaardig zijn. Een gemiddelde vierdeklasser heeft al vierhonderd toetsen achter de rug, onze leerlingen niet. Onze vakcoaches merken soms dat leerlingen de stof wel begrijpen, maar dat het er bij een toets niet helemaal uit komt. Daar moeten we met het oog op de centrale examens aan werken.”
Tip: pak het praktisch aan
Voor een buitenstaander is de grote vraag hoe het team al die variatie binnen PTA’s georganiseerd krijgt. Administratief is het te regelen door het leerlingvolgsysteem goed in te richten en bij te houden, zegt Erik. “Een leeg vakje in ons leerlingvolgsysteem betekent dat een leerling nog iets moet doen.” Verder zit de sleutel vooral in het beperken van het aantal PTA-onderdelen. “Vier tot vijf per vak, meer niet. En we pakken het praktisch aan. Als zes vwo-leerlingen allemaal bezig zijn met hetzelfde PTA-onderdeel scheikunde, dan zegt de docent: ‘Kom, we steken met zijn zevenen de koppen bij elkaar, hoe gaan we dit afsluiten?’ Dus er wordt wel geordend en afgestemd. Maar het grote verschil is dat de leerling het uitgangspunt is en niet een PTA-schema. De beginvraag is: welke leerlingen zijn waarmee bezig? Daarna kijken we wat we kunnen combineren. Niet andersom.”
Tip: houd het doel voor ogen
En hoe zit het dan met periodes en herkansingen? “We hebben maar één PTA-periode. Dat stelt leerlingen in staat om op eigen tempo te werken. De ene leerling kan bij wijze van spreken drie jaar bezig zijn met een PTA, terwijl de andere leerling datzelfde PTA in één jaar doet”, aldus Jitske. “In ons examenreglement hebben we vastgelegd dat elke leerling per vak één herkansing heeft. Maar de vakcoach mag meer herkansingen geven als daar reden toe is. Die reden kan óók zijn dat de leerling een dikke onvoldoende heeft gehaald. Want het doel is dat de leerling de leerstof onder de knie krijgt, niet dat wij een drie opschrijven. We keren steeds terug bij het basisidee van Agora: de leerling wil iets leren, wij zeggen wat de leerling daarvoor moet kunnen en dan gaan we samen organiseren hoe de leerling dat kan laten zien. Ook als dat eens iets langer duurt.”
Tip: zeggenschap werkt
Het paradoxale is dat de flexibiliteit het proces juist gestroomlijnder laat verlopen, zegt Erik: “Juist omdat leerlingen zelf zeggenschap hebben, gaan de meesten iets afsluiten op een moment dat ze het kunnen. Daardoor loop je minder aan tegen het probleem dat leerlingen in één week voor alle vakken PTA-toetsen hebben en dan één toets gewoon helemaal niet hebben geleerd. Bij ons gaat zo’n leerling naar de vakcoach toe en zegt: ‘oké, ik weet dat we afgesproken hadden dat ik die toets volgende week zou doen, maar ik ben er nog lang niet klaar voor’. En dan stellen ze het uit. Als dat vaker gebeurt, gaan we natuurlijk wel met de leerling in gesprek: hoe plan je en is dat haalbaar? Maar het gevolg is wel dat er weinig herkansingen nodig zijn, wat het weer makkelijker maakt om er flexibel mee om te gaan.”
Tip: begin met keuzes in de vorm van afsluiting
Is keuzevrijheid binnen PTA’s ook weggelegd voor scholen met een wat minder gepersonaliseerd onderwijsconcept? Ja en nee, denkt Erik. “Leerlingen onze mate van vrijheid bieden, slaagt denk ik alleen als leerlingen daar vanuit de onderbouw al aan gewend zijn. Maar dat wil niet zeggen dat je in een meer klassikale context geen stappen kunt zetten. Ik denk dat het helemaal niet zo ingewikkeld is om iets van de ruimte voor eigen invulling van het schoolexamen aan leerlingen door te geven door ze keuzes te geven in de manier waarop ze PTA-onderdelen afsluiten. Dat kan bijna overal.”