Kamerbrief neemt zorgen VO-raad rond wet doorstroomtoets niet weg

17 juli 2024

Cijfers van DUO over de definitieve schooladviezen 2024, die op 16 juli jl. naar de Tweede Kamer zijn gestuurd, bevestigen signalen vanuit vo-scholen: de nieuwe wet doorstroomtoets zorgt voor aanzienlijk meer bijstellingen en minder adviezen voor het praktijkonderwijs en vmbo basis. In haar reactie op deze cijfers onderstreept staatssecretaris Paul dat de wet hiermee een sterk wapen is in het tegengaan van onderadvisering, waar met name kinderen uit kansarmere gezinnen mee te maken krijgen. De VO-raad ziet ook het belang van juiste advisering, maar behoudt tegelijkertijd haar zorgen of alle leerlingen die een bijstelling hebben gekregen, hiermee wel op de meest passende plek in het vo terechtkomen.

Uit de analyse van DUO die is meegestuurd met de Kamerbrief, blijkt dat bij 75% van de leerlingen die vanwege hun score op de doorstroomtoets in aanmerking kwamen voor een bijstelling van het schooladvies, dit advies ook daadwerkelijk is bijgesteld. De afgelopen jaren gold dit voor minder dan een derde van de leerlingen.

Dit heeft effect op de definitieve adviezen vanuit het reguliere basisonderwijs:

  • In 2022-2023 kreeg 39,6% van alle leerlingen een vmbo-advies; dit schooljaar was dit 35%.
  • Met name het aandeel beroepsgerichte vmbo-adviezen is afgenomen. Vmbo-bb, vmbo-kb en vmbo-gt (en de daartussen gelegen dubbele adviezen) waren vorig schooljaar goed voor 17,6% van het totaal aantal definitieve adviezen; dit jaar daalde dit percentage naar 14,1%. Vmbo-bb steekt hier bovenuit: Er zijn 52% minder enkelvoudige adviezen voor vmbo-bb gegeven.
  • Het aandeel adviezen voor het praktijkonderwijs is gedaald met 0,1 procentpunt. Dit lijkt weinig i.v.m. de kleinere doelgroep, maar het aantal adviezen voor praktijkonderwijs is gedaald met 11,7%.
  • Ten opzichte van vorig schooljaar is het aandeel dubbeladvies havo/vwo gestegen van 11,9% naar 15,8% (een stijging van 28,5%). 

Zorgen

Uit een eerdere themarapportage van de PO-Raad over de doorstroomtoets, alsook een peiling van de VO-raad onder leden over dit thema, kwam een vergelijkbaar beeld als hierboven naar voren. De VO-raad uitte toen al zijn zorgen over of alle leerlingen die een bijgesteld advies hebben gekregen, hiermee wel op het best passende plek in het vo terechtkomen. Het is goed om leerlingen wiens score op de doorstroomtoets hoger uitvalt dan het oorspronkelijke schooladvies, kansen te bieden en om onderadvisering tegen te gaan, maar tegelijkertijd moeten (po- en vo-)scholen ook kritisch blijven kijken of bijstelling wel echt in het belang van de leerling is. Uiteindelijk is er het meeste sprake van kansen bieden als een leerling in de meest passende onderwijsrichting terechtkomt.

Schoolbestuurders in het voortgezet onderwijs maken zich zorgen over de motivatie en het welbevinden van leerlingen indien het advies toch niet passend blijkt en leerlingen later binnen het vo moeten switchen. De Sectorraad Praktijkonderwijs liet eerder weten dat de ervaring uit de coronaperiode – waarin kansrijke adviezen werden aangemoedigd – leert dat leerlingen die later toch instromen in het pro vaker te maken hebben met een verlaagd zelfvertrouwen.

Daarnaast zijn er zorgen over de personele bezetting van veel praktijkonderwijs- en vmbo-scholen. Sommige scholen hebben nu vanwege de verminderde aanmeldingen minder docenten nodig, maar moeten er rekening mee houden dat leerlingen mogelijk later in het schooljaar of in het tweede of derde jaar alsnog instromen vanuit een andere onderwijsrichting. Ze willen docenten daarom vasthouden, maar worstelen ermee of en hoe lang ze dit kunnen doen.

Switchen van onderwijsrichting makkelijker maken  

De huidige analyse van de verschuivingen ondersteunt het pleidooi van de VO-raad voor brede scholengemeenschappen. Wanneer een school meerdere onderwijsrichtingen onder één dak heeft, hoeft een leerling niet van locatie te wisselen wanneer deze switcht. Dit zorgt ervoor dat de switch naar een passende onderwijsrichting makkelijker en fijner is dan wanneer een leerling naar een nieuwe schoollocatie moet gaan. Ook de brede brugklas kan voorkomen dat de impact van een switch voor leerlingen te groot wordt.  


De publicatie van de rapportages van het CvTE en die van DUO over de definitieve schooladviezen stonden oorspronkelijk gepland na de zomer, maar is naar voren gehaald in verband met de aandacht voor de (verschillen tussen) de doorstoomtoets en de publicatie van de themarapportage van de PO-Raad over de doorstroomtoets.