Bèta-assessment geeft leerlingen extra kans zich te bewijzen

25 juni 2020

Veel leerlingen in 3 havo en vwo kiezen voor een bètaprofiel om de mogelijkheden aan vervolgopleidingen open te houden. Maar zitten zij wel op hun plek in dit profiel? En konden ze dat voldoende bewijzen tijdens de coronacrisis? Het Lorentz Lyceum in Arnhem geeft leerlingen een extra kans dit aan te tonen via een bèta-assessment.

“Het belangrijkste is dat leerlingen op de juiste plek komen”, vindt conrector Maartje Buijs. “We zien nu dat niet alle leerlingen die voor bèta kiezen, dat volhouden. Sommigen blijven zitten, halen lagere cijfers of willen na een half jaar van profiel wisselen. En dat is dan lastig. Vooral bij scheikunde bouw je verder op wat je al weet. Als je het huidige hoofdstuk niet begrijpt, wordt het volgende hoofdstuk nog weer moeilijker. Dat betekent veel oefenen en dat vraagt motivatie en doorzettingsvermogen. Niet iedere puber beschikt daarover. Het is beter om meteen een goede keuze te maken om teleurstellingen in de toekomst te voorkomen.”

Invloed coronacrisis

Beta assessment geeft leerlingen extra kans zich te bewijzen
Maartje Buijs

Normaal gesproken hanteert het Lorentz Lyceum de eis dat leerlingen die het bètaprofiel kiezen voor alle bètavakken – wiskunde, natuurkunde, scheikunde en biologie — gemiddeld minimaal een 6,5 staan. Maartje: “Door de coronacrisis zijn veel toetsen in de derde periode niet of op een andere manier afgenomen. Daardoor hadden leerlingen die er niet zo goed voorstonden het gevoel minder kansen te hebben om hun cijfers op te halen. Hun prestaties tijdens de coronacrisis worden bovendien beïnvloed doordat ze thuis aan school werken. Om die reden vonden we het een goed idee om een extra mogelijkheid toe te voegen aan de beoordeling: het bèta-assessment.”

Vaardigheden testen

De leerlingen kregen de kans om zich te bewijzen in één van de vier bètavakken via een assessment. Hun keuze viel alleen op natuur- en scheikunde, voor biologie en wiskunde zijn daarom geen assessments gemaakt. De secties natuur- en scheikunde lieten zich voor het maken van de assessments inspireren door opgaven als die van een Wiskunde Olympiade. Natuurkundeleraar Jan Groenendaal: “Het grote verschil met gewone toetsen is dat we niet bijvoorbeeld hoofdstuk 2 en 3 behandelen, maar juist inzichtelijk proberen te krijgen of leerlingen over vaardigheden beschikken om het bètaprofiel te volgen. Het assessment heeft een voorspellende waarde, een reguliere toets heeft dat niet. Heeft de leerling een onderzoekende mindset? Bij natuurkunde uit zich dat bijvoorbeeld in een vraag waarbij alle antwoorden niet helemaal correct zijn, maar één wel de beste optie is. Leerlingen moeten de materie begrijpen en vervolgens voor zichzelf beargumenteren wat het beste antwoord is. Bij scheikunde richten we ons op doorzettingsvermogen en vaardigheden. Welke denkstappen volgt een leerling om tot een oplossing te komen? De terminologie is op het niveau van het tweede jaar en is dus goed te volgen.”

Breed perspectief

Toen Jan het idee van een assessment eind mei opperde tijdens het MT-overleg, was er geen tijd te verliezen. In tweeëneenhalve week zijn leerlingen geselecteerd, de assessments gemaakt en afgenomen. Bij het beoordelen wie in aanmerking komt voor het assessment zijn de leerlingen uitgebreid besproken door leraren vanuit alle bètasecties. Mentoren droegen leerlingen voor die in de twijfelzone vielen. Maartje: “Zij spraken uitgebreid met de leerlingen over hun motivatie en wens om de bètarichting te gaan doen.” Jan vult aan: “Het overleg met de verschillende secties gaf een breed perspectief op de mogelijkheden van de leerlingen, waardoor we tot een objectiever advies kwamen.”

Boost samenwerking

“Het mooie is dat het proces om tot het assessment te komen veel heeft losgemaakt. Ik zie wat dat betreft alleen maar plussen”, zegt Maartje. “Om het voor elkaar te krijgen hebben we alle leraren van de bètavakken gemobiliseerd. Nog nooit hebben zij in deze samenstelling overlegd over leerlingen. Nu wel, en dat via Teams. Gezamenlijk keken zij naar wat ze verwachten van een bètaleerling in de bovenbouw van de havo en het vwo. Het heeft de samenwerking binnen de secties een boost gegeven. Ik ben erg trots dat onze leraren dit extra werk hebben gedaan naast al het werk dat tijdens de coronacrisis op hen afkwam.”

Aandachtspunten

Het Lorentz Lyceum wil volgend jaar doorgaan met het bèta-assessment, al zijn er ook aandachtspunten. “Doordat we zo snel hebben gewerkt en het allemaal nieuw is, is er inderdaad ruimte voor verbetering”, legt Maartje uit. “Bijvoorbeeld in de communicatie naar ouders. Volgend jaar willen we al vroeg aangeven dat er rond deze tijd de mogelijkheid is om het bèta-assessment te doen en wat het inhoudt. Ouders en leerlingen wisten nu van tevoren niet wat ze konden verwachten. Het was goed geweest als we een paar voorbeeldvragen hadden behandeld zodat ze daar meer zicht op konden krijgen.” Jan: “Leerlingen vonden het assessment best pittig. We hebben één mail ontvangen van ouders dat ze het te moeilijk vonden. De inhoud van de toets gaan we evalueren met de vakdocenten. Ik wil graag een onderdeel toevoegen dat het onderzoekend, experimenteel en praktisch inzicht van leerlingen toetst. Kunnen leerlingen bijvoorbeeld werken via een onderzoekscyclus?”

Uiteindelijk advies

“Ik ben heel benieuwd hoe de leerlingen die het bètaprofiel mogen volgen, het over een half jaar doen”, vult Maartje aan. “Geven de assessments goed inzicht in hun mogelijkheden? Dat gaan we als het goed is terugzien in de cijfers van de leerlingen met een positief advies in het vierde jaar.” Bij een negatief advies moeten leerlingen kiezen voor een ander profiel. Momenteel worden de gemaakte assessments beoordeeld door alle betrokken vakdocenten om een zo objectief mogelijk oordeel te vellen. Daarna hebben de leerlingen nog de kans om tijdens de vierde en laatste toetsweek hun cijfers op te halen. Maartje: “Op basis van de gemiddelde cijfers en de uitslag van het assessment geeft een commissie bestaande uit de mentoren, conrector, coördinatoren en het ondersteuningsteam, het uiteindelijke voortgangsadvies.”

Tips
> Het uitgangspunt bij het maken van het assessment is dat leerlingen succesvol zijn in de keuze die ze maken. Daarnaast gaat het om de kwaliteit van het bètaonderwijs, dat de leerling op de juiste plek komt en talentontwikkeling.
> Ieder vak vraagt andere vaardigheden, dus maak voor ieder vak een eigen assessment.
> Of kies voor één lang assessment waarin de verschillende bètavakken aan bod komen.
> Geef vakdocenten de regie.
> Betrek de gehele sectie bij het samenstellen en beoordelen van de assessments, dan ontvang je informatie uit alle hoeken. Ook gaat het belang van het assessment leven, wat de kwaliteit ten goede komt.