Het Rhedens Roozendaal 'Doorstromen of niet: de leerling beslist'
06 oktober 2020
De beste kans om op te bloeien
Ze dachten op Het Rhedens Rozendaal al een tijdje na over het aanpassen van de bevorderingsvergadering en de overgangsnormen. Door de coronacrisis is dit in een stroomversnelling gekomen. Lerares Frans en leerlingcoördinator Anne-Marie Schiffeleers: “Door de huidige situatie kan je niet meer alleen naar de cijfers van leerlingen kijken. En daar ben ik heel blij mee.” “Nu is het veel belangrijker om na te denken over de vraag: op welke plek heeft de leerling volgend jaar de beste kans om op te bloeien?”, vertelt Clemy Oomens, schoolleider.
Een leerlingcoördinator op Het Rhedens Rozendaal houdt zich bezig met de leerlingen. Naast de leerlingcoördinator staat de afdelingsleider. Deze persoon houdt zich bezig met onderwijs en personeel. Voorheen hield de afdelingsleider zich met al deze dingen bezig.
De nieuwe adviesvergadering
“Bij ons op school is de bevorderingsvergadering een adviesvergadering geworden”, legt Anne-Marie uit. Hoe werkt dat? De vakdocenten zetten per leerling hun onderbouwd advies in Magister. En de mentor praat met de leerling. Vervolgens bespreken de leerlingcoördinator en de mentor welke leerlingen overgaan. De leerlingen waarover zij twijfelen, bespreken zij met de vakdocenten. Hierna krijgen de leerlingen allemaal een advies van hun mentor voor volgend schooljaar. Leerlingen die het niet eens zijn met dit advies, schrijven een motivatiebrief aan hun mentor. Deze brief is de basis voor hun gesprek. Hierna beslist de leerling wat hij doet.
De overgangsnormen
Ook de overgangsnormen zijn dit jaar anders. De vakdocenten gebruiken de volgende criteria voor een advies.
Onderbouw:
- de cijfers van toetsweek 1 en 2
- het algemeen beeld van de leerling (bijvoorbeeld groei, aanwezigheid, motivatie)
- de feedback van vakdocenten
Bovenbouw:
- PTA’s (de voortgang op leerdoelen)
- het algemeen beeld van de leerling
- de feedback van vakdocenten
Vertrouwen
Clemy: “Ons leidend principe is: hoe laten we een leerling opbloeien? Belangrijk hierbij is vertrouwen. We moeten vertrouwen hebben in onze leerlingen en ze positief stimuleren.” Anne-Marie is het hier helemaal mee eens. “Ik denk dat wij als leraar veel te bepalend zijn. We moeten leren om los te laten. En niet met een methode of afsluitende toets proberen grip te houden op de voortgang van de leerling. Leerlingen moeten leren door zelf keuzes en fouten te maken.”
Voordelen en valkuilen
Anne-Marie: “Een voordeel van onze nieuwe aanpak is dat de leerling meer invloed heeft op zijn eigen leerroute. Want hij kan het advies opvolgen of niet.” Een ander voordeel is volgens Anne-Marie dat leraren advies geven in het leerlingvolgsysteem en zij niet de vaak lange bevorderingsvergaderingen hoeven bij te wonen. Anne-Marie: “Een valkuil van onze werkwijze kan zijn dat een leerling het advies naast zich neer kan leggen. Hij kan dus doorstromen terwijl hij het advies krijgt om dit niet te doen. En dit brengt het risico met zich mee dat het niet lukt volgend jaar. Onze coaches houden dit goed in de gaten.”
De volgende stap(pen)
Clemy: “We willen volgend jaar echt een volgende stap zetten en niet terugvallen naar hoe het was tot 15 maart.” Op dit moment stromen leerlingen nog horizontaal door naar een volgend leerjaar. Maar Clemy vindt dit niet meer van deze tijd. “Wij gaan toe naar verticaal doorstromen. Voor welk vak kan je naar een hoger niveau en welk vak heeft nog aandacht nodig?” Anne-Marie: “Ook willen we dat straks álle leerlingen een motivatiebrief gaan schrijven om door te stromen.”
Volhouden
Ze zijn allebei blij dat deze ontwikkeling in de school is versneld door de corona-situatie. Anne-Marie: “Ik wens vooral voor de leerlingen dat de nieuwe manier van doorstromen gaat lukken. Dat is mijn grootste drive. Soms doen leerlingen dingen die niet handig zijn als ze meer vrijheid krijgen. Zoals Netflix kijken of gamen in een keuzeuur. Of even inloggen tijdens afstandsonderwijs en weer in bed gaan liggen. Het is dan makkelijk om te zeggen: zie je wel, het werkt niet. Maar ik vind dat we vol moeten houden, samen met hen.”