Zittenblijven of overgaan: hoe objectief nemen leraren deze belangrijke beslissing?

21 november 2019

In hoeverre bepaalt de groepsdynamiek tijdens overgangsvergaderingen of een leerling blijft zitten of overgaat? En welke rol speelt de individuele leraar in dit proces? Janneke Sleenhof, docente Nederlands op het Sint-Joriscollege in Eindhoven, is promovendus en doet onderzoek naar het effect van overgangsvergaderingen op zittenblijven. Ze vertelt waarom en wat haar bevindingen tot nu toe zijn.

We doen maar wat

“We hebben het beste met de leerlingen voor, maar eigenlijk doen we maar wat. Dat klinkt misschien cru, maar dit was precies mijn gevoel tijdens en na afloop van overgangsvergaderingen. Waarop baseren we ons beeld van een leerling? En hoe zorgen we ervoor dat iedere leerling in het juiste leerjaar en op het juiste niveau terechtkomt? Deze vragen hielden me al een tijdje bezig. Omdat dit onderwerp me interesseert en ik wil blijven leren, ging ik me erin verdiepen. Zo kwam ik erachter dat er heel weinig literatuur over is en dat er nog niet eerder wetenschappelijk onderzoek naar is gedaan.”

Van onderbouw naar bovenbouw

“Via mijn vorige teamleider kwam ik in contact met de Eindhoven School of Education en kreeg ik een beurs. Ik ben één dag per week uitgeroosterd op school en ben nu 2,5 jaar met het onderzoek bezig. Ik focus me op hoe we als leraren het besluitvormingsproces rondom overgaan of zittenblijven zo goed mogelijk en in het belang van de leerlingen kunnen vormgeven. Het gaat specifiek om de overgang van de onderbouw naar de bovenbouw op de havo en vwo. Leerlingen kiezen dan een profiel en leraren nemen een belangrijke beslissing voor de rest van hun schoolcarrière.”

Hoe kunnen we het besluitvormingsproces rondom overgaan of zittenblijven zo goed mogelijk vormgeven?

Janneke Sleenhof docente Nederlands en promovendus

Onderzoekspopulatie

“Een rondvraag bij andere scholen leerde me dat ik niet de enige leraar ben die vraagtekens zet bij de effectiviteit en objectiviteit van overgangsvergaderingen. Binnen no time kon ik 22 leraren van vier scholen interviewen. Ik heb de scholen gekozen op basis van verschillen in profiel, grootte en visie. De leraren geven allemaal les in jaar 3 en/of 4 en verschillen qua ervaring en vakken. Dat het heel erg leeft, blijkt wel uit het feit dat alle scholen wilden meewerken aan mijn onderzoek. Ik had nog veel meer leraren kunnen spreken, maar ik wilde mijn onderzoekspopulatie overzichtelijk houden.”

Uiteenlopende antwoorden

“De interviews met de leraren baseerde ik op twee invalshoeken: de individuele leraar en het groepsproces. Ik heb aan alle leraren dezelfde vragen gesteld: Welke argumenten vind je belangrijk als het gaat om overgaan of zittenblijven? Wat gaat goed tijdens de vergaderingen en wat kan beter? Wat is jouw visie op zittenblijven? Hoe verloopt het groepsproces? En wanneer ben je tevreden en wanneer niet? Daarop kreeg ik heel veel uiteenlopende antwoorden. Tegelijkertijd was er ook een opvallende overeenkomst; veel leraren gaven aan dat ze zelden tot nooit tevreden uit zo’n overgangsvergadering komen. Ik heb 33 vergaderingen bijgewoond om de leraren en het besluitvormingsproces te observeren en te filmen.”

Grote verschillen

“De aanpak van de vier scholen om per leerling tot een besluit te komen verschilt, maar dat is niet verrassend. De ene school beoordeelt de leerling bijvoorbeeld meer op vaardigheden en de andere juist op cijfers. Dat zie je natuurlijk terug in de vergadering. Waar ik wel van opkijk, is dat er ook grote verschillen zijn tussen teams in dezelfde school. Dat varieert van hoe er leiding wordt gegeven aan zo’n vergadering (van heel losjes tot heel strikt) tot de rol van de mentoren (goed voorbereid of juist niet) en de ruimte die iedere leraar krijgt om zijn argumenten te delen. De ene leraar kan heel dominant zijn en de ander misschien wel heel negatief of heel lang van stof. Zoals een van de geïnterviewde leraren het zei: ‘De groepsdynamiek bepaalt eigenlijk het lot van de leerling.’ Dat vond ik best heftig om te horen.”

Een gestructureerde aanpak helpt om in het belang van de leerling een beslissing te nemen

Allerlei factoren

“Tijdens een overgangsvergadering spelen dus allerlei relevante factoren een rol, waardoor je je kunt afvragen hoe objectief het (democratische) besluitvormingsproces is. Ik heb bijvoorbeeld ook argumenten gehoord zoals ‘met zo’n houding redt hij het niet’ of ‘ik vertrouw op mijn intuïtie en die zegt dat ze beter nog een jaartje kan overdoen’. Zelfs een tegenvallend slagingspercentage in het voorgaande schooljaar kan een argument zijn om leerlingen te laten zitten.”

Maak afspraken

“Hoe kan het dan beter en objectiever? Ik heb de perfecte manier helaas nog niet gevonden. Wat ik wel weet, is dat het helpt om de visie op zittenblijven en het doel van de vergadering bespreekbaar te maken. Praat met elkaar over wat je aan het doen bent, maak heldere afspraken over waarop je de leerling beoordeelt, zorg voor goede leerlingendossiers en hanteer steeds hetzelfde proces. Er wordt impliciet verwacht dat iedereen dit wel weet en doet, maar het tegendeel blijkt waar. Een gestructureerde aanpak helpt om in het belang van de leerling een beslissing te nemen. Een kijkje nemen bij andere teams in jouw school kan ook heel leerzaam zijn.”

Good practice

“Nu ben ik bezig met de data en het analyseren van de observaties. Hiermee wil ik een ‘good practice’ opstellen, ofwel een ideale situatie met tips voor in de praktijk. Bijvoorbeeld: begin een vergadering met een concreet voorstel zoals: ‘deze leerling moet bevorderd worden naar vwo 4’, waarop een onderbouwing volgt. Als het voor docenten niet duidelijk is wat precies de vraag is, dan praat iedereen maar in het wilde weg. Een andere valkuil is dat er vaak vanuit wordt gegaan dat procedures wel bekend zijn, wat niet het geval blijkt. Als alle vergaderingen dezelfde afspraken volgen ben je al een heel eind. Transparant zijn dus. Als dat dan ook nog eens afgestemd wordt tussen de teams zou het helemaal mooi zijn.”

Meer inzichten

“Ik verwacht natuurlijk veel meer inzichten te hebben als ik het onderzoek heb afgerond eind 2021. De tweede helft van dit jaar wil ik een training opzetten om mijn bevindingen met de betrokken leraren en scholen te delen. Met die training wil ik hen een spiegel voorhouden en laten zien hoe zij tot hun beslissingen komen. Het laatste deel van mijn onderzoek bestaat uit een advies en een evaluatie om te kijken welk effect de training op de leraren heeft gehad. Een van de belangrijkste dingen, vind ik, is dat er over gesproken wordt en dat het bij partijen op de agenda staat. Schoolinfo, de VO-raad en het LAKS tonen interesse. Ik heb dus al een stukje bewustzijn gecreëerd en het gesprek op gang gebracht.”

Lees de highlights uit het eerste gepubliceerde artikel over het onderzoek van Janneke.

Op het Sint-Joriscollege wordt de discussie ook gevoerd
Jannekes promotieonderzoek heeft de discussie op het Sint-Joriscollege aangewakkerd. Haar teamleider Martin van der Wind herkent de onderzoeksvragen en merkt dat zijn team bewuster met de overgangsvergaderingen bezig is. “We vroegen ons al langer af of we objectieve beslissingen nemen en of dat überhaupt kan”, vertelt hij. “Het is fijn dat we Janneke in huis hebben en dat we op een wetenschappelijke manier inzicht krijgen in hoe we het belang van de leerling voorop kunnen stellen. Argumenten zoals ‘ik gun het de leerling’ of ‘ik denk dat de leerling het wel of niet kan’ accepteren we niet meer. We denken meer na over goede argumenten en zorgen dat het leerlingendossier op orde is. Dat zegt iets over onze wens om deze belangrijke beslissingen zo objectief mogelijk te willen nemen.”