Moeilijke gesprekken op een grootstedelijke school: “Werk aan een goede relatie met de klas, ken je positie en kies een geschikte werkvorm”
12 maart 2025
Jonas Vergeldt is zich door de jaren heen gaan specialiseren in polarisatie. “In alle klassen, zeker als er culturele verschillen zijn tussen leerlingen, zijn er thema's die emoties oproepen. Soms zo erg dat het goede gesprek daardoor niet gevoerd kan worden. Dat wringt, want een school, een klas is een mini-samenleving waar leerlingen moeten oefenen met vaardigheden die belangrijk zijn voor de samenleving: je verhouden tot een ander, luisteren naar elkaar, je oordeel kunnen uitstellen. Maar door die gevoelige thema’s zijn dat ook de eerste vaardigheden die sneuvelen. Toen ben ik me daar in gaan verdiepen.”
Verdiepen
Dat verdiepen ging geleidelijk. Wat daarin hielp was zijn studieachtergrond in Sociologie. Jonas: “Ik sprak erover met mensen en ik volgde cursussen. Ik kwam terecht in de onderzoeksgroep Dialoog+ van de Hogeschool van Amsterdam, die wordt begeleid door promovendus burgerschapsonderwijs Yaël Weening. Zij doet in een vierjarig traject onderzoek naar hoe polarisatie in het onderwijs tegengegaan kan worden. Uiteindelijk is het doel om docenten handvatten te geven om dialogische vaardigheden bij leerlingen aan te leren en daarmee polarisatie tegen te gaan.”
Daarnaast werd Jonas in schooljaar 2023-2024 docentonderzoeker op het gebied van polarisatie. “Dat was een initiatief vanuit de scholenkoepel PCOU Willibrord. Ik mocht een jaar lang een dagdeel in de week onderzoek doen naar polarisatie. Uiteindelijk ontwikkelde ik een workshop om personeel kennis te laten maken met dit onderwerp.”
Verschillende thema’s
Polarisatie kan ontstaan bij veel verschillende thema’s, dat merkt ook Jonas in zijn klassen. “Tijdens corona was er op scholen discussie over vaccineren. Thema's die ook gevoelig kunnen liggen zijn bijvoorbeeld Paarse Vrijdag, LHBTQ, feminisme en influencers als Andrew Tate. Meiden die vinden dat er nog geen gelijkheid is bereikt en jongens die zich daardoor in hun 'zijn' bedreigd voelen, vormen dan een splijtzwam in de klas. En dan heb je nog internationale kwesties als Israël en Gaza en de reacties van moslimleerlingen als ze zien dat de leider van de grootste partij wel naar Israël afreist, maar niet naar de Palestijnen.”
Tegelijkertijd is het soms ook aan Jonas zelf, die afkomstig is uit Limburg, om een ander sentiment te laten horen. "Op scholen in een stad als Utrecht begrijpen leerlingen soms niet dat mensen op de BBB stemmen. Als docent heb je een rol om deze vraagstukken van verschillende kanten te bekijken en soms zet ik dan mijn eigen afkomst in."
Veel vormen van sociale vooruitgang zijn het gevolg van polarisatie. Het gevaar is wanneer polarisatie te nadrukkelijk aanwezig blijft
Polarisatie én verbinding nodig voor maatschappelijke verandering
Volgens Jonas is polarisatie soms nodig voor maatschappelijke veranderingen. “Tegengeluiden zijn nodig. Dat zag je bijvoorbeeld rondom het Sinterklaasfeest: de mening dat het Sinterklaasfeest racistisch zou zijn, hadden we nodig om mensen aan het denken te zetten. Veel vormen van sociale vooruitgang zijn het gevolg van polarisatie. Het gevaar is wanneer polarisatie te nadrukkelijk aanwezig blijft. Je hebt namelijk ook verbinding nodig. In talkshows worden vaak expres tegenovergestelde meningen uitgenodigd en in de Tweede Kamer luisteren politici soms niet écht naar elkaar. Sommigen zijn te druk met beeldvorming. Terwijl, hoe mooi zou het zijn als ze wél van mening veranderen. Ik heb het idee dat we er als onderwijs op dit gebied soms alleen voor staan."
Werk aan een goede relatie
Om moeilijke gesprekken te kunnen voeren in de klas is het volgens Jonas essentieel om te zorgen voor een goede relatie. “Je moet leerlingen kennen, zien en spreken. Je moet je openstellen naar de leerlingen, ik maak soms eerst een rondje door de klas om te horen wat er leeft. Positieve bekrachtiging is belangrijk: ik complimenteer een klas wanneer ze een goed gesprek voeren met elkaar over dat ze open en eerlijk zijn. Wat ook belangrijk is, is dat het niet zozeer gaat om de inhoud van het gesprek, maar om de vorm: hoe voeren we dit gesprek met elkaar. Ik geef daarbij als docent soms ook aan dat ik iets spannend vind om te bespreken. Juist door daar nadruk op te leggen - dat ik het als docent spannend vind - geven leerlingen meer aandacht aan de vorm van een gesprek. Tegelijkertijd moet ik soms wel op de inhoud begrenzen. We kennen in Nederland vrijheid van religie en meningsuiting, maar daarin mogen we niet discriminerend zijn, dus dat is niet onbegrensd en absoluut.”
Ik geef als docent soms ook aan dat ik iets spannend vind om te bespreken
Daarnaast is het van belang om je eigen positie goed te kennen én in te zetten. Jonas: “Ik ben een witte heteroseksuele man, dus wanneer we het over gender hebben, dan stel ik me kwetsbaar op. De kans is immers groot dat er leerlingen zijn die er meer van weten. Dus ken je eigen positie en je eigen houding ten opzichte van leerlingen.”
Werkvormen
Volgens Jonas zijn er verschillende werkvormen om ingewikkelde onderwerpen te bespreken. Daarmee kun je een klas ook trainen om steeds moeilijkere gesprekken te voeren. “Het is belangrijk om klein te beginnen met een werkvorm die voor iedereen veilig is. Bijvoorbeeld dat leerlingen eerst anoniem hun mening geven op een post-it of via Mentimeter. Als je zelf vervolgens die post-its inneemt, heb je als docent de controle over welke reacties je deelt met de klas. Dan houd je de regie over welke opmerkingen klassikaal te horen zijn en voelen leerlingen zich niet in hun hemd gezet. Als dat goed gaat, dan bekrachtig je de klas positief en kun je een stap verder gaan. Bijvoorbeeld iets bespreken in tweetallen of in kleine groepen.”
Het moeilijkste is volgens Jonas om gevoelige onderwerpen klassikaal te bespreken. "Het moeilijkste is om een gevoelig onderwerp, dus een onderwerp dat leerlingen in hun identiteit kan raken, met de hele klas te bespreken. Dat is een beginnersfout die ik ook heb gemaakt. Je kunt dat beter niet doen, dan op een slechte manier. Als er schreeuwers zijn, voelen juist de leerlingen die jij wilde bereiken, zich nog onveiliger in deze klas. Een onderwerp op die manier bespreken is qua werkvorm de Champions League, voor zowel leerlingen als de docent."
(On)bewust (on)bekwaam
Jonas realiseert zich dat hij eerst onbewust onbekwaam was ten aanzien van gesprekken voeren in de klas. "Door mijn eigen nieuwsgierigheid en - volwassen - redelijkheid, ging ik ervan uit dat jongeren dit ook zouden zijn, maar hiermee overschatte ik de leerlingen en mezelf dat een goed gesprek mogelijk zou zijn. Aan de andere kant heb je ook docenten die zichzelf onderschatten. Ze denken dat ze heus niets doen met burgerschap, maar door te zorgen voor een veilige sfeer en open te staan voor leerlingen, zijn ze onbewust bekwaam en hebben ze eigenlijk een enorme voorbeeldfunctie."
Toekomst
Om het bewustzijn en zelfvertrouwen van docenten te vergroten, zou Jonas in de toekomst collega’s meer willen begeleiden. “Nu geef ik weleens een workshop, bijvoorbeeld aan beginnende docenten of op een schoolleiderscongres, maar daar zou ik graag meer mee doen. Mensen maken burgerschap soms heel groot in hun hoofd en het is ook wel een containerbegrip. Wat mij heeft geholpen is de vraag te stellen wat ik graag zou wensen voor leerlingen en de samenleving: dat is prettig omgaan met elkaar en nieuwsgierig zijn naar een ander.”
Dit praktijkvoorbeeld is de eerste in een reeks over de aanpak van polarisatie op scholen. De komende weken volgen nog praktijkverhalen van scholen in Amsterdam, Kesteren, Sittard, Terneuzen en Utrecht. De praktijkvoorbeelden worden - aangevuld met gesprekken met experts en verwijzingen naar aanbod voor scholen rond polarisatie - ook gebundeld in een fysieke brochure. |