Samenwerken aan een goede doorstroom ISK-regulier in Doetinchem: “Het heeft dingen echt in beweging gebracht”
18 maart 2024
“Als mentor van een uitstroomklas had ik in de loop van drie jaar al verschillende meelooptrajecten bij vo-scholen in Doetinchem opgezet, voornamelijk voor havo en vwo”, vertelt Monique. “Vanuit het daarvoor gebruikte format hebben we toen een aantal kritische succesfactoren geformuleerd om die trajecten voor een grotere groep leerlingen beschikbaar te maken. De bredere vraag hierbij was: hoe kunnen we samen met het vervolgonderwijs de juiste begeleiding bieden en zo zorgen voor een goede landing? Tot die tijd regelde ik dat zelf met elke reguliere school apart. Het ging dan ook vaak maar om twee à drie leerlingen per school die instroomden. Maar dit zou in de toekomst meer richting de tien leerlingen per school gaan met een totaal dat richting de vijftig liep. Niet alle reguliere scholen waren zich hier voldoende van bewust, merkten we. Vandaar dat we dit onder de aandacht wilden brengen en scholen wilden stimuleren hier iets mee te doen en hierbij de samenwerking met ons te zoeken. En het leek ons dan heel logisch om dit via het samenwerkingsverband te doen.”
In beweging
Het swv heeft vervolgens de regie gepakt, vertelt Léjan. “Dit thema is in het swv-bestuur ingebracht, met de vraag: is extra aandacht voor deze doelgroep nodig? Het antwoord was toen expliciet ‘ja’. We hebben er toen voor gekozen budget beschikbaar te stellen om inspanningen voor de begeleiding van nieuwkomersleerlingen rond de overstap naar het vervolgonderwijs, te ondersteunen. Daarna is een brede bijeenkomst belegd over hoe je als vo-school tot deze goede begeleiding kan komen en hoe je hierbij kan samenwerken met de ISK.”
Monique: “Zo’n eerste bijeenkomst gebeurt er eigenlijk nog weinig, het gaat er vooral om het er dan gewoon een keer over te hebben en samen te komen als vervolgscholen en ISK. Het is ook belangrijk vo-scholen niet te pushen hiermee aan de slag te gaan.” “En om er begrip voor te tonen dat het om een geleidelijk, soms lastig proces gaat voor scholen”, vult Léjan aan. “Maar om de bal tegelijkertijd wel bij de scholen neer te leggen: ga het maar doen, stapsgewijs. We wilden het bewustzijn doen toenemen dat niet alleen de ISK een goede overstap moet regelen, dat het om een gedeelde verantwoordelijkheid gaat. Het gaat ook om een cultuurverandering bij vervolgscholen: zet hier proactief op in, neem contact op met de ISK. En met zo’n eerste bijeenkomst worden dingen ook wel echt in beweging gebracht, gaat het meer leven.”
Léjan vervolgt: "In de tweede bijeenkomst zijn met professionals/schoolleiders de kritische succesfactoren - ofwel basisvoorwaarden voor een succesvolle overstap - besproken en definitief vastgesteld. Die basisvoorwaarden zijn gestoeld op jarenlange ervaring van de ISK. Scholen namen hierbij de opdracht aan om na te gaan in hoeverre zij deze al invullen en verder willen realiseren."
“Vervolgens is een brede werkgroep ingericht die samen met het swv bijeenkomsten voorbereidt en de opbrengst hiervan vertaalt in adviezen aan het bestuur van het swv. Die werkgroep nam vanaf toen het voortouw om ‘het samenwerken aan een goede doorstroom’ verder te brengen.” Anneke: “Zij organiseren twee keer per jaar een bijeenkomst. Hierbij kijken we hoe het in de praktijk gaat, met welke vragen, behoeften en knelpunten vo-scholen zitten, en hoe de samenwerking met de ISK hierbij kan helpen.” “Dit werd breed omarmd”, aldus Léjan. “We hebben hierbij wel benadrukt dat het aan de school zelf is hoe ze dit alles verder inrichten.”
“Ik vond het mooi om te merken dat steeds meer schoolleiders en andere schoolmedewerkers de werkgroepbijeenkomsten bezochten, ook als er nog geen sprake was van doorstromende nieuwkomersleerlingen op hun school,” vertelt Monique. “We zien bovendien dat ISK en vo-scholen, en ook de vervolgscholen onderling, elkaar steeds beter weten te vinden. Op verschillende niveaus: van directie, tot NT2-experts tot mentoren. Ze zien elkaar vaker, bouwen meer een band op, wisselen kennis en geleerde lessen uit en durven meer worstelingen te delen. Sommige scholen vinden het soms best ingewikkeld wat er van hen gevraagd wordt. Het helpt dan erg als ze van andere vervolgscholen horen: wij doen het zo, en het hoeft niet heel moeilijk te zijn. Heel fijn om te merken ook dat de scholen waar al een samenwerking mee was opgebouwd in de afgelopen jaren hierin het voortouw gingen nemen. Onze ervaring is ook dat als scholen er uiteindelijk hun draai in weten te vinden, ze heel enthousiast worden en merken dat ze er heel veel voldoening uit halen.”
Grote meerwaarde
De constructie waarbij het swv een leidende rol nam en de ISK en vo-scholen samenbracht, heeft dus goed uitgepakt, stellen Monique, Anneke en Léjan. Het zette de vo-scholen in actiestand en bracht de samenwerking met de ISK op gang. En dit laatste kan van grote meerwaarde zijn in het verder brengen van de begeleiding van nieuwkomersleerlingen rond de overstap ISK-regulier, zo onderstrepen ze. Monique: “Het helpt bijvoorbeeld de informatie-uitwisseling te verbeteren. Wij weten nu beter welke informatie vervolgscholen van ons nodig hebben. We maken ook een uitstroomprofiel, met bijvoorbeeld informatie over de achtergrond van een leerling, hun taalniveau, talenten en ambities etc. Dit was eerst nog niet gekoppeld aan het intakegesprek op de vo-school; dat hebben we nu wel geregeld. Daarnaast heeft de ISK samen met de vo-scholen een eigen map in teams waar alle betrokkenen bij kunnen. Daarin verzamelen we alle algemene informatie over de meelooptrajecten."
Deze meelooptrajecten worden nu twee keer per jaar bij alle scholen tegelijk georganiseerd volgens een vast format, voegt Anneke toe. “Leerlingen die overstappen vanuit onze ISK beginnen met een meeloopperiode, waarbij ze de eerste maand drie dagen per week naar de reguliere school gaan en de overige twee dagen op de ISK werken aan vakken van de vo-school. Deze twee dagen voelen voor hen vaak als even terugkomen in een warm, vertrouwd bad, en dat maakt de overstap makkelijker. Hun cijfers tellen deze periode nog niet mee en er is nog geen definitieve keuze voor een onderwijsrichting gemaakt. Soms willen vo-scholen leerlingen meteen laten meedoen in de stroom. Maar de ervaring leert dat de stap naar het vervolgonderwijs voor veel ISK-leerlingen erg groot is, en dat veel leerlingen in een niet passende onderwijsrichting terechtkomen vanwege hun taalachterstand. Het eerst kunnen wennen, voordat ook een vervolgrichting wordt bepaald, is dus heel belangrijk. Wij benadrukken dat ook altijd richting vo-scholen.”
Monique: “De ISK-mentor van de leerling en zijn of haar contactpersoon op de vo-school verzorgen voor dit traject vooraf samen de intake van een leerling. Daarna is het belangrijk om regelmatig contactmomenten te blijven hebben. Dit ligt bij de mentoren. Centrale vraag is dan: hoe gaat het met een leerling, wat heeft hij of zij nodig en hoe kunnen we dit gezamenlijk faciliteren? Als ISK kunnen we de vo-scholen ook - vooral in het eerste half jaar - concrete ondersteuning bieden bij de begeleiding van leerlingen."
"Eén van de kritische succesfactoren is dat elke school een eigen NT2-expert aanwijst. Dat is de persoon waar leerlingen op de vo-school terecht kunnen en ook de persoon waarmee ik als uitstroomcoördinator schakel. Lopen de mentoren tegen problemen aan die ze niet zelf op kunnen lossen dan kan er een gesprek worden gepland met de NT2-expert, de mentor, de uitstroomcoördinator van de ISK en eventueel de ouders van de leerling. Een andere belangrijke taak van de NT2-expert is om NT2-expertise binnen de eigen school te delen en zo docenten te faciliteren. Het gaat dan om zaken als: hoe ondersteun je deze leerlingen in hun taalverwerving, waar moet je vakinhoudelijk op letten in je lessen voor hen, hoe help je hen bij eventuele problemen op het vlak van welbevinden of sociale veiligheid, wat doe je als een leerling verzuimt? Als het gaat om dat laatste dan zitten er vaak andere redenen achter dan dat vo-scholen gewend zijn, bijvoorbeeld angst van leerlingen om niet te voldoen aan de verwachtingen.” Léjan: “Deze contactpersoon van leerlingen heeft een belangrijke rol, het moet echt een voorvechter zijn, die enthousiast is, expertise verspreidt en een lans breekt voor leerlingen. Aan schoolleiders de belangrijke taak om hen goed te faciliteren.”
"Op al deze vlakken weten ISK en vervolgscholen elkaar nu echt te vinden en helpen", rond Anneke af. “We zijn er nog lang niet en de echt grotere instroom moet nog komen, maar het feit dat we elkaar nu in beeld hebben en samen zeggen: we gaan er voor zorgen dat deze leerlingen goed begeleid worden, dat ze niet verdwijnen binnen de grote vo-school, dat is al grote winst. Nu zijn we echt samen bezig.”
Daria (15 jaar) uit Oekraïne ging begin schooljaar 2023-2024 meelopen vanuit de ISK in Doetinchem in 2 havo van een vo-school. “Ik vond het lastig”, vertelt ze. “Ik begrijp de lessen redelijk, maar vind het moeilijk om de taal te spreken. Mijn klasgenoten begrijpen mij ook niet altijd. Daardoor voel ik me niet altijd fijn in de klas.”
Monique: “Daria leek niet altijd gemotiveerd, maar dit kwam door bovenstaande en ook wist de vo-school eerst niet dat ze ook nog online les bij een Oekraïense school volgde en later was gestart met het leren van Pools, omdat ze wilde proberen in Polen naar het technisch lyceum te gaan. Het is belangrijk deze kennis te hebben, want het verklaarde veel. Dit laat weer zien hoe waardevol kennisuitwisseling en regelmatige gesprekken tussen de ISK en de vo-school zijn.”
Meer praktijkvoorbeelden |