Onderwerp
Kansengelijkheid
In Nederland is sprake van kansenongelijkheid in het onderwijs. Zowel de politiek als de onderwijssector heeft een belangrijke rol in het terugdringen hiervan. Voor scholen is ondersteuning beschikbaar op dit vlak.
Praktijk & ondersteuningOndersteuning algemeen
Alle leerlingen zouden dezelfde kansen moeten hebben om zich te ontwikkelen en het beste uit zichzelf te halen, ongeacht hun achtergrond of thuissituatie. Op deze pagina vinden scholen een - niet uitputtend - overzicht van mogelijk te nemen acties om deze kansengelijkheid te bevorderen en daarbij beschikbare ondersteuning.
Op de website van de Gelijke Kansen Alliantie (GKA) vinden scholen bijvoorbeeld een index van interventies, goede voorbeelden en een overzicht van de regionale GKA-agenda's, waarbinnen scholen, gemeenten en maatschappelijke partners samenwerken aan het vergroten van de kansengelijkheid. Daarnaast is er de Klassen Kennisbank, die op diverse thema's een overzicht biedt van wetenschappelijke kennis over het tegengaan van kansenongelijkheid en wat het onderwijs hieraan kan doen.
Binnen het programma Gelijke Kansen Alliantie zijn onder meer met gemeenten meerjarige GKA-agenda’s opgezet, waarbij ook met scholen wordt samengewerkt. Ook kunnen scholen deelnemen aan een community rond een vraagstuk op het vlak van kansengelijkheid, en gebruikmaken van de bundel 'De 151 van de GKA’: een index van 151 interventies voor gelijke kansen. Per interventie staat er ook met wie contact kan worden gezocht voor kenniswisseling.
In de Klassen Kennisbank vinden onderwijsprofessionals (wetenschappelijke) informatie rondom een aantal thema’s die te maken hebben met kansengelijkheid. Voor elk thema is in kaart gebracht: wat speelt er, wat is de rol van het onderwijs en wat zijn oplossingsrichtingen; wat kan jij als individu of met je schoolteam samen doen?
Ondersteuning op diverse subthema's
De VO-raad heeft op een aantal subthema's mogelijke acties en ondersteuning op een rij gezet.
- Aanvullend onderwijs
Betaald aanvullend onderwijs (zoals huiswerkbegeleiding en examentraining) kan kansenongelijkheid in de hand werken; niet alle leerlingen kunnen de gevraagde bijdrage hiervoor immers even gemakkelijk betalen. In juni 2023 stuurden de VO-raad, het ministerie van OCW en de PO-Raad daarom een brief met hierin een oproep aan schoolbesturen om weloverwogen om te gaan met aanvullend onderwijs. In de brief staat onder andere: bied als school alleen aanvullend onderwijs aan dat op én van school is. Iedere leerling moet daar gratis aan kunnen meedoen. Eerder publiceerde de Onderwijsraad een advies met een soortgelijke strekking.
- Tips voor scholen en praktijkvoorbeelden op dit vlak zijn te vinden in de brochure over aanvullend onderwijs van de VO-raad (juli 2023). De brochure bevat ook richtlijnen rond aanvullend onderwijs van OCW.
- In de infographic monitor aanvullend onderwijs zijn de laatste trends omtrent aanvullend onderwijs te lezen.
- Zie ook het bericht: VOG-verplichting uitgebreid naar werknemers aanvullend onderwijs.
Begeleiding door vrijwilligers
Om kansenongelijkheid tegen te gaan, heeft een aantal organisaties initiatieven opgezet, waarbij leerlingen extra begeleiding en aanbod door vrijwilligers krijgen aangeboden. Op de pagina 'Samen is sterker' staat een overzicht van deze initiatieven.
- Verrijkte schooldag / programma School en Omgeving
Coalities van scholen, gemeenten en lokale organisaties kunnen vanaf 2025 weer subsidie aanvragen om een verrijkte schooldag te realiseren of uit te breiden. Met deze subsidie kunnen ze op en rond school naast het reguliere curriculum een breed aanbod aan aanvullende activiteiten en ondersteuning bieden, waar leerlingen aan kunnen deelnemen. Het gaat dan om sport- en culturele activiteiten, maar ook om bijvoorbeeld coaching en gesprekken met rolmodellen in de eigen omgeving. Deze activiteiten helpen leerlingen hun talenten verder te ontdekken en ontwikkelen, maar niet alle kinderen kunnen hier nu buiten school in gelijke mate aan deelnemen.
- Kansrijkere overgang po-vo en flexibilisering onderbouw
-
Leerlingen met een lagere sociaaleconomische status krijgen relatief vaker een niet passend schooladvies en hebben soms wat meer tijd nodig om tot bloei te komen. Vanuit huis krijgen zij soms ook een minder goede voorbereiding op het vo mee. Om deze groep leerlingen gelijke kansen te geven op een soepele overgang en een plek in een passende schoolrichting, kan het voor scholen onder meer lonen om:
-
-
Te investeren in een warme overdracht, waarbij informatie wordt uitgewisseld met het po over een bepaalde leerling. Deze kennis kan worden meegenomen in de verdere begeleiding van een leerling in het vo.
-
(Bepaalde) leerlingen alvast te laten proefdraaien in het vo en/of hen extra te begeleiden rond de overstap. Ook kan een doorstroomprogramma po-vo worden ingevoerd.
-
Met basisscholen te bespreken hoe ze het schooladvies bepalen en evalueren hoe dit uitpakt in het vo.
-
Dubbele adviezen gemeengoed te maken, indien nodig. Met po-scholen kan worden afgesproken om kinderen waarbij ook maar enigszins twijfel is over de meest passende onderwijssoort, altijd een gemengd advies te geven.
-
De onderbouw te flexibiliseren, zodat leerlingen in deze leerjaren meer mogelijkheden hebben om nog – gedeeltelijk – naar een andere onderwijssoort over te stappen. Zo kan een brede brugklas worden ingericht of 10-14 onderwijs worden georganiseerd, en kunnen scholen (verder) investeren in maatwerkmogelijkheden, waarbij een leerling bijvoorbeeld de kans krijgt een aantal vakken op een hoger niveau af te ronden. Ook brede scholengemeenschappen kunnen een belangrijke rol spelen in deze. Op de themapagina's 'Overgang po-vo' en Maatwerk vind je meer informatie over beschikbare ondersteuning op dit vlak. Zie ook de factsheet 'Het belang van gemengde brugklassen'.
-
Alle leerlingen aan het eind van de tweede klas van het vo een advies te geven over een passend vervolg in het vo.
-
Zie ook de nieuwe handreiking 'Werk maken van kansengelijkheid: later selecteren'. In deze handreiking vinden schoolleiders en -bestuurders achtergrondinformatie en tips over hoe zij concreet werk kunnen maken van later selecteren, om zo bij te dragen aan kansengelijkheid. Ter inspiratie worden ook vijf praktijkvoorbeelden van scholen gedeeld. -
- Kansrijkere overgangen naar het vervolgonderwijs
Ook later in hun schoolcarrière is het belangrijk alle leerlingen goede kansen te bieden om – gedeeltelijk – door te stromen of diploma’s te stapelen (binnen het vo) en/of om soepel naar een passende vervolgopleiding door te stromen. Ook in dit kader zijn goede maatwerkmogelijkheden van belang. Daarnaast is het belangrijk om op een goede manier uitvoering te geven aan het wetsvoorstel doorstroomrecht vmbo-havo en havo-vwo, en om in samenwerking met het mbo en ho tot een goede programmatorische aansluiting vo-mbo en vo-ho te komen.
Een aantal leerlingen kan verder gebaat zijn bij extra stimulans en ondersteuning bij het maken van een overstap. Scholen kunnen bijvoorbeeld inzetten op extra begeleiding rond de overstap en een doorstroomprogramma vmbo-havo of vmbo-mbo organiseren. In dit kader zijn ook investeringen in een warme overdracht belangrijk. Tenslotte kan worden ingezet op loopbaanoriëntatie en –begeleiding (LOB), waarbij leerlingen die vanuit huis niet altijd begeleiding krijgen op dit vlak, ook de kans krijgen te ontdekken welke vervolgroute het beste bij hun interesses en mogelijkheden past. Zie voor ondersteuning op dit vlak de themapagina LOB en de factsheet 'Kansengelijkheid stimuleren door loopbaanontwikkeling'. - Investeren in leraren
Investeringen in leraren kunnen ook bijdragen aan kansengelijkheid. Bijvoorbeeld door als school voldoende tijd vrij te maken voor leraren om leerlingen die dit nodig hebben, extra aandacht en begeleiding te bieden, en hen de kans te geven zich verder te professionaliseren op dit vlak. Voor kansarmere leerlingen kan het een groot verschil maken om een vaste mentor/coach te hebben, die hen begeleidt en ondersteunt, aanmoedigt, adviseert en hoge verwachtingen van hen heeft.
Ook kunnen leraren zich verder professionaliseren in het differentiëren en het ‘goed omgaan met leerlingen met verschillende achtergronden’, en het voorkomen van bias en vooringenomenheid op dit vlak. Zie in dit kader ook het traject 'Community Urban Education'.
Tenslotte kunnen maatregelen rond het terugdringen van het lerarentekort – dat relatief vaker speelt op scholen met veel kansarmere leerlingen – bijdragen aan de kansengelijkheid. Zie voor ondersteuning op dit vlak de themapagina Lerarentekort.- Armoede
Een op de twintig leerlingen ervaart thuis moeite met rondkomen. Deze leerlingen voelen zich vaker eenzaam, ervaren hun eigen gezondheid als slechter en worden vaker gepest. Ook is het voor hen vaak lastiger om de benodigde schoolspullen te kopen, kunnen ze zich vaak minder goed concentreren op school en hebben ze thuis bijvoorbeeld niet altijd goede wifi of een rustige eigen kamer.
Scholen kunnen dit soort problemen niet oplossen, maar wel opmerken en er op de juiste manier mee omgaan. Voor onderwijsprofessionals is er ondersteuning op dit vlak:
-
Bekijk de handreiking 'Omgaan met armoede op scholen' (Hogeschool Rotterdam/Hanzehogeschool Groningen) met tips en methodes.
-
Zie het artikel 'Samen het wiel uitvinden: deelnemers webinar ‘Scholen en armoede’ delen tips'
-
Zie in dit kader ook het praktijkvoorbeeld 'Financiële educatie moet een normaal iets zijn' en het voorbeeld over hoe vo-scholen in de regio Schiedam-Vlaardingen werk maken van armoedebestrijding (VO-magazine, april 2021).
-
Zie de publicatie 'Omgaan met armoede op scholen' van de Rijksoverheid (2019). Deze publicatie bevat vooral voorbeelden uit het po, maar is ook voor vo-scholen interessant.
-
Kijk het webinar 'Opgroeien in armoede: wat doet dat met jongeren en wat kunnen wij doen?' terug.
-
Het LAKS bundelde de input van leerlingen die werd opgehaald tijdens een Kansen Tour (2024) over wat scholen kunnen en moeten doen om kansenongelijkheid door armoede tegen te gaan.
-
Specifiek voor mensen werkzaam in het onderwijs wiens werk raakvlakken heeft met het sociale domein, kan de handreiking 'Omgaan met kinderarmoede in het sociaal domein' interessant zijn.
-
Het lespakket #FixdeKloof van Young Impact, Nationaal Fonds Kinderhulp en Stichting Jarige Job. Leraren kunnen hiermee vragen rondom armoede bespreekbaar maken in de klas en jongeren in actie laten komen tegen de armoedekloof. Het lespakket bestaat uit een online themales en ‘challenges’ voor de klas.
Eind 2022 publiceerde de VO-raad de brochure 'Schoolkosten', met acties die scholen kunnen nemen rond schoolkosten om de kansengelijkheid te versterken en drie praktijkvoorbeelden op dit vlak.-
- Segregatie
Het ministerie van OCW heeft een beleidsagenda opgesteld om segregatie in het onderwijs tegen te gaan, zodat leerlingen met verschillende achtergronden bij elkaar op school zitten, elkaar ontmoeten en van elkaar leren. Dit draagt bij aan de kansengelijkheid. De agenda bevat praktische aanbevelingen en tips, die scholen, gemeenten en maatschappelijke organisaties kunnen helpen het onderwerp segregatie te verankeren in hun beleid.
Recent bleek uit onderzoek dat met name het stimuleren van brede scholengemeenschappen segregatie sterk kan verminderen.
Zie voor meer informatie en inspiratie:
- Ouderbetrokkenheid
Tenslotte kan ook het versterken van de ouderbetrokkenheid bijdragen aan kansengelijkheid. Intensiever contact met ouders zorgt bijvoorbeeld voor een beter beeld van de thuissituatie van een leerling, waar vervolgens op kan worden ingespeeld. Daarnaast kan thuis een betere leeromgeving ontstaan voor leerlingen, als ouders meer bij de school worden betrokken en bijvoorbeeld worden geholpen bij het bieden van (huiswerk)begeleiding, school- en studiekeuze en op het vlak van taalverwerving. Zie voor meer informatie en ondersteuning de themapagina Ouderbetrokkenheid.
Meer inspiratie
Zie voor meer inspiratie:
- Het dashboard Kansengelijkheid (OCW in cijfers): Dit dashboard monitort de onderwijsloopbanen van leerlingen met een gelijk cognitief niveau uit verschillende ouderlijke milieus (wat betreft opleidingsniveau), en brengt hierbij de verschillen in kaart. Zo geeft het dashboard inzicht in de ontwikkeling van gelijke kansen in het onderwijs.
- De startimpuls ‘Gelijke kansen voor een diverse jeugd’. Hierbij wordt onderzocht welke mechanismen ervoor zorgen dat niet iedereen dezelfde onderwijskansen heeft, en wat gedaan kan worden om dit te doorbreken.
- De denkplaat ‘Kansengelijkheid en digitalisering’ van Kennisnet helpt scholen bij ict-keuzes om de kansengelijkheid te vergroten.
Praktijkvoorbeelden
Lees in onderstaande praktijkvoorbeelden hoe scholen aan de slag zijn gegaan om de kansengelijkheid op hun school te versterken.
Een brede school zijn kent een boel uitdagingen. Daar is Judith van Biemen (voorzitter SOVOP) realistisch in. Het zijn de positieve effecten die brede scholen hebben, waardoor het volgens de bestuurder het allemaal waard is.
Het Pieter Zeeman Lyceum wil er als brede school voor alle leerlingen zijn en biedt alle onderwijsrichtingen aan: van praktijkonderwijs tot en met vwo.
Op het Openbaar Lyceum de Amersfoortse Berg kunnen leerlingen uit de bovenbouw zich opgeven voor het project ‘Met en voor elkaar’ met daarin verschillende juniorrollen.
Op het Spaarne College in Haarlem geven leraren bijspijkerlessen en verrijkingslessen in het reguliere rooster. Ook geven leraren examentraining in de meivakantie.
Studenten geven bijles en examentraining, kosteloos en toegankelijk voor alle leerlingen van het VAVO Haaglanden.
De Vrijeschool Parkstad legt de nadruk op samen leren en de doorstroom met de eigen klas.
Mavo-, havo- en vwo-leerlingen in de brugklas volgen gezamenlijk lessen. Hoe pakt de locatie het aan?